Belgisch Diabetes Forum
Het Belgisch Diabetes Forum organiseerde vandaag de tweede editie van 'speak up', een forum waarbij de diabetesgemeenschap - patiënten, families en zorgprofessionals - voorstellen formuleren over de aanpak van diabetes in België. Een interessante voormiddag om te luisteren naar iedereen die zich inzet voor een betere zorg voor patiënten met diabetes. Zelf gaf ik er ook een toespraak, die je hieronder terugvindt.
Beste patiënten,
Beste familieleden,
Patiëntenorganisaties en zorgverleners,
Een dag als vandaag vind ik bijzonder belangrijk. In de eerste plaats voor mij als beleidsmaker, om naar jullie te luisteren, maar bij uitbreiding voor iédereen die betrokken is bij de zorg voor mensen met diabetes. Er is 1 vraag die ons bindt en die is: hoe kunnen we die zorg nog verbeteren? En vooral: hoe kunnen we dat samen doen? Ik kijk dan ook uit naar jullie concrete voorstellen, die we - als ik het goed begrepen heb - uitvoering zullen bespreken in het panelgesprek zo dadelijk. Maar laat me - bij wijze van inleiding - even terug gaan in de tijd. Zo herinner ik me dat ik meer dan 20 jaar geleden het eerste Diabeteshuis mocht openen. In Gent was dat. De voorbije 20 jaar is een hele weg afgelegd, en werken verschillende stappen genomen om de diabeteszorg in ons land op een hoger peil te tillen, om ervoor te zorgen dat diabetes tijdig ontdekt wordt en de diabetespatiënten goed begeleid worden. Dat is onder meer te danken aan jullie volgehouden inspanningen en de voorbeeldige samenwerking tussen mensen met diabetes, clinici en wetenschappers in de schoot van diabetesverenigingen. En ik denk dat we daar ook de samenwerking met de verschillende overheden aan mogen toevoegen. Ik wil dan ook van deze gelegenheid gebruik maken om het waardevolle werk van het Belgisch Diabetesforum, de Diabetesliga, en l' Association du Diabète in de verf te zetten. Bijzonder waardevol werk omdat zij informeren, mobiliseren, maar ook verbinden.
Vandaag staat ons zorglandschap voor heel wat uitdagingen. Sta me toe eerst even uit te zoomen en die uitdagingen op scherp te zetten voor ons hele zorglandschap. Want dat biedt tegelijk ook enorme kansen. Om die uitdagingen tot een goed einde te brengen, moeten we niet alleen blijven investeren in onze gezondheidszorg, maar onze gezondheidszorg ook hervormen. Doelmatig hervormen. Want nog meer van hetzelfde doen de volgende jaren, is een héél slecht plan.
Zo weten we allemaal dat onze huidige zorgorganisatie- en financiering nog altijd te fel is gericht op de aanpak van acute gezondheidsproblemen. Het biedt bijvoorbeeld geen passend antwoord op de vraag hoe om te gaan met mensen die lijden aan een chronische ziekte, zoals diabetes. Chronisch ziek zijn betekent dat je met een hele waaier aan problemen te kampen krijgt. Die los je lang niet allemaal op met een spuit of met een pilletje. De huidige organisatie leidt bovendien ook tot te veel verspilling van middelen, tot overconsumptie, en ook tot onderconsumptie. Tel daarbij de toenemende vergrijzing van de bevolking, én de vaststelling dat mensen vandaag zo lang mogelijk thuis willen verzorgd worden, dan vereist dit écht een andere en nieuwe benadering van onze gezondheidszorg.
Wat moeten we dan doen, als het om zorg voor mensen met een chronische ziekte gaat, zoals diabetes? Die zorg maximaal inpassen in het dagelijkse leven van de patiënt om zo de levenskwaliteit maximaal te waarborgen. Dat vergt een allesomvattende en een duurzame, goeie opvolging - op verschillende domeinen - door multidisciplinair samen te werken. De diabeteszorg staat daar al ver in, en met de verschillende aangepaste transversale zorgtrajecten die we uitrollen - denk aan obesitas, of eetstoornissen bij jongeren - maken we ook beleidsmatig die nodige beweging.
Die beweging kan ook alleen maar slagen als we werk maken van geïntegreerde zorg: dat betekent voluit samenwerken binnen én tussen onze zorglijnen zodat we de nodige switch kunnen maken van 'cure' naar 'care'. Ja, daar gaat geïntegreerde zorg over. Met de uitwerking van het Interfederaal Plan Geïntegreerde Zorg - waar we hard aan werken samen met de deelstaten - willen we dan ook die brug slaan met welzijn, een deelstaatbevoegdheid. Eén van de fundamenten daarbij is het zogenaamd ‘empoweren’ van de zorgvrager. Iets waar ook jullie meer dan terecht de nadruk op leggen. Daar zetten we dan ook zeer sterk op in, met onder meer ook de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg. Dat doen we door te investeren in het versterken van de veerkracht van mensen door eerstelijnspsychologische zorg veel toegankelijker te maken. Ook voor mensen met diabetes is die hervorming belangrijk, zeker in een beginfase waarin je met de ziekte wordt geconfronteerd.
Nu, dat bij wijze van lange inleiding, maar de vraag is nu: hoe vertaal je dat naar de beste diabeteszorg op het terrein? Waar investeren we op een verantwoorde manier in, om ook jullie waardevolle werk maximaal te laten renderen voor mensen met diabetes? Wel, ik kan zeggen dat jullie hier al een voorbeeldfunctie vervullen. De diabeteszorg kent een historiek van multidisciplinaire samenwerking gericht op de beste zorg voor de patiënt, en op evaluatie en wetenschappelijke evidentie.
Denk maar aan de diabetesconventie, de zorgtrajecten of het voortraject diabetes.
Het is dankzij die permanente evaluatie en jullie inzet, dat we tot de conclusie kwamen dat het voortraject helaas niet de gestelde ambities waarmaakte. Veel te weinig patiënten met ‘beginnende’ diabetes - en die dus nog geen insuline nodig hebben maar wel goede zorg en begeleiding - stapten in dit voortraject. De reden: te omslachtig, te onbekend en onbemind, te strenge criteria.
Snel na mijn aantreden maakte ik dan ook een bijkomend budget van 5,4 miljoen euro vrij om hieraan tegemoet te komen. Een multidisciplinaire werkgroep ging aan de slag, en werkte een voorstel uit. In een notendop: het voortraject werd herdoopt in een starttraject, dat openstaat voor àlle beginnende diabetespatiënten (diagnose type 2).
In dat nieuwe 'starttraject diabetes' zetten we héél sterk in op diabeteseducatie. Diabeteseducatie is heel belangrijk om het zelfmanagement te verbeteren. Zo wordt tijdens educatiesessies aandacht besteed aan een beter inzicht in diabetes en de mogelijke acute en chronische moeilijkheden, het verbeteren van de therapietrouwheid, preventieve onderzoeken, ondersteunen van leefstijlaanpassingen… Het aantal sessies diabeteseducatie blijft gelijk (4 x 30 min/jaar) en kan nog steeds gegeven worden door diabeteseducatoren, diëtisten, apothekers, verpleegkundigen of kinesitherapeuten. Ook groepssessies blijven mogelijk. Nieuw is dat ten minste 1 van de 4 educatiesessies uitgevoerd moet worden door een diabeteseducator. Deze educator zal ook een meer coördinerende rol op zich kunnen nemen.
Personen in het starttraject hebben – naast de diabeteseducatie – recht op 2 sessies van 30 minuten bij een erkend diëtist en 2 sessies van 45 minuten bij een erkend podoloog, als je een verhoogd voetrisico hebt. In het oude voortraject moest je hier remgeld voor betalen, maar in het nieuwe opstarttraject valt dit weg. Ook het remgeld voor het jaarlijks preventief mondonderzoek bij de tandarts valt weg. De nodige zorg voor beginnende diabetespatiënten wordt dus zo toegankelijk mogelijk gemaakt.
Het is belangrijk zoveel mogelijk in te zetten op het vermijden van diabetes en op het goed opvolgen van mensen met beginnende diabetes. Maar uiteraard moeten we ook inzetten op mensen met een ernstiger vorm van diabetes. En dat doen we ook.
Ik heb 18,2 miljoen extra geïnvesteerd zodat 18.900 personen met diabetes type II - met minstens drie insuline-toedieningen per dag - voortaan ook hun sensor volledig terugbetaald kunnen krijgen. En dat was meer dan nodig: Voor diabetespatiënten type 1 werd de sensor reeds terugbetaald, maar diabetespatiënten type 2 moesten tot nog toe een aanzienlijk supplement betalen om gebruik te kunnen maken van sensormeting. Dat supplement van ruim 920 euro op jaarbasis belemmerde de toegang tot deze meetmethode echter sterk. Het gebruik van de sensor is nochtans een grote meerwaarde. Het vergemakkelijkt leven van patiënten, het vermindert het aantal hospitalisaties en het zorgt ook voor minder absenteïsme op school en op het werk.
Tot slot, en daar ben ik toch bijzonder trots op dat we die jaren stilstand hebben doorbroken - is er eindelijk het nieuwe wettelijke kader voor 'de bekwame helper'. Jullie waren al héél lang vragende partij om daar werk van te maken. Om de eenvoudige reden dat dat gewoon een kwestie is van gezond verstand is. Als op school een leerling met diabetes zit, waarom zou een leerkracht dan niet als bekwame helper kunnen optreden? Idem op kantoor, of op de sportclub. We moesten dat taboe - wie wat mag doen in welk gezondheidsberoep - durven te doorbreken en dat in het belang van onder meer mensen met diabetes. En dat belang was - en al zeker in crisissituaties - overduidelijk. De regeling van het statuut 'bekwame helper' is écht een doorbraak als je een (h)echte gemeenschap van zorg wil vormen. In de eerste plaats voor de kwaliteit van leven van patiënten en niet in het minst van personen met een chronische ziekte. Hun zorg wordt op die manier minder star en zo herwinnen ze een stukje zelfstandigheid en vrijheid. Maar ook voor de kwaliteit van leven van wie zorg geeft, is dit een grote stap vooruit. Dan denk ik bijvoorbeeld aan ouders die een kindje hebben met diabetes: met de creatie van dat wettelijk kader voor de bekwame helper kan iemand anders eens de zorg overnemen en kunnen deze ouders toch ook eens wat tijd nemen voor zichzelf. En ook bijvoorbeeld de leerkracht op school of de monitor op kamp zal straks met een gerust hart die broodnodige medicatie kunnen toedienen als ze bekwame helper zijn. Tot voor kort kon dat niet. We verlichten op die manier tenslotte ook de druk op zorgverleners. Zij kunnen zo voor een stuk ontlast worden van taken die perfect door een bekwame helper kunnen worden uitgevoerd. Samengevat: de bekwame helper is een win-win voor iedereen.
Ik sluit hier graag af. Maar niet zonder te benadrukken dat ik het positivisme dat ik ervaar, ook hier vandaag - om samen zaken in beweging te zetten – en de drive om de zorg voor mensen met diabetes NOG te verbeteren enorm waardeer. Ik kijk nu vooral uit naar jullie inzichten, jullie ervaringen en jullie kijk om ons te inspireren en jullie concrete aanbevelingen te horen en daarover in gesprek te gaan. Maar intussen zeg jullie: bijzonder grote dank aan jullie allen en vooral: zet jullie heel goeie en warme werk verder. Ik dank u.