Persbericht

Tariefzekerheid, betere toegankelijkheid, betere zorg en correcte vergoedingen dankzij een massieve investering in gezondheidszorg

Federale minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke reageert zeer tevreden op de akkoorden en overeenkomsten die gesloten werden tussen de zorgverleners en de ziekenfondsen; en dit voor 2024-2025. Ze leggen de grondslag enerzijds voor tariefzekerheid voor de patiënten bij artsen, tandartsen, kinesitherapeuten, logopedisten en vroedvrouwen en anderzijds voor belangrijke herwaarderingen voor de zorgverleners. In het licht van deze akkoorden werd ook een vergelijk gevonden voor een gefaseerde maar volledige invoering van het verbod op het aanrekenen van ereloonsupplementen voor patiënten met het recht op de verhoogde tegemoetkoming.

‘We investeren fors in toegankelijke zorg voor mensen en in correcte vergoedingen voor zorgverleners; en we hervormen grondig'.

De akkoorden en overeenkomsten schrijven zich in in de prioritaire doelstellingen die in het kader van het beleid inzake gezondheidszorg werden bepaald en hanteren de ‘quintuple aim’ principes ​ hierbij als kompas. Met name 

  1. het verbeteren van de gezondheidstoestand van de bevolking, ​ van jong tot oud 
  2. het verbeteren van de zorg zoals die door de patiënt wordt ervaren, met een verbeterde levenskwaliteit tot gevolg ​ 
  3. het realiseren van meerwaarde op het vlak van de gezondheid via een gepaste inzet van middelen : de juiste, passende en zinnige zorg, op de juiste plaats 
  4. het verzekeren van de toegankelijkheid en sociale rechtvaardigheid, ​ ter bescherming van de meest kwetsbaren ​ 
  5. het waarborgen voor de zorgprofessionals van een goed en duurzaam werkklimaat door het geven van een gevoel van zingeving binnen het uitvoeren van de job, een belangrijke motivator voor het verlenen van goede en continue zorg. 

De akkoorden en overeenkomsten dragen stapsgewijs bij tot de nodige hervormingen die de socio-economische en demografische uitdagingen van de toekomst het hoofd moeten kunnen bieden. Hierbij moet de patiënt én de mens meer centraal staan dan het budget. 

Medicomut

Het voorziene budget voor de artsen bedraagt 11,8 miljard euro. In het kader van de onderhandelingen was een te besteden budget van 776 miljoen euro beschikbaar. Deze middelen worden onder meer ingezet op 

  • een lineaire indexatie van alle tarieven met 6,05 procent 
  • een verdere herwaardering van de raadplegingen 
  • een betere honorering van huisartsen voor wachtdiensten, voor de opvolging van mensen met een chronische aandoening, palliatieve patiënten en voor praktijkondersteuning 
    • het permantentiehonorarium voor de huisartsen voor wachtdiensten in het weekend wordt verdubbeld 
    • huisartsen krijgen een eenmalige forfaitaire tegemoetkoming van 7500 euro voor een eerste aanwerving (administratief medewerker, praktijkassistent, praktijkverpleegkundige) 
    • huisartsen krijgen aanspraak op een forfaitaire tussenkomst voor praktijkmanagement 
    • de forfaitaire vergoeding van huisartsen voor de opvolging van mensen met een chronische aandoening (gmd chronische aandoening) ouder dan 85 jaar of jonger dan 30 jaar wordt verhoogd met ruim 20 procent 
    • de forfaitaire vergoeding van huisartsen die palliatieve patiënten opvolgen wordt verhoogd met 10 euro gedurende zes maanden 
  • er wordt gericht ingezet op de herwaardering van de erelonen van knelpuntdisciplines zoals geriaters en kinderpsychiaters, en op verstrekkingen voor kinderen die meer tijd vergen (vb kinderoftalmologen). ​ 
  • er wordt gewerkt aan een betere vergoeding die de samenwerking tussen somatische en psychiatrische zorg in ziekenhuizen moet ondersteunen 
  • de beschikbaarheidshonoraria voor artsen-specialisten worden stapsgewijs verhoogd en er wordt geïnvesteerd in een goede opvolging en begeleiding van nierdialysepatiënten, ook in de thuisomgeving 

De artsen en ziekenfondsen verbinden zich ertoe om mee te werken aan een aantal belangrijke hervormingen: 

  • medische beeldvorming. Er zal op vraag van de minister gewerkt worden aan een nieuw financieringsmodel dat gericht is op een goed gebruik van CT- en NMR-scans, en waarbij rekening gehouden wordt met de behoeften van de bevolking via populatiefinanciering. Het aantal NMR’s zal worden verhoogd teneinde de wachttijden te verkorten. ​ ​ 
  • herijking nomenclatuur. Tijdens de loop van dit akkoord zullen de technisch-wetenschappelijke werkzaamheden met betrekking tot de hervorming van de nomenclatuur worden afgerond. Hierbij zal voor de verschillende verstrekkingen een onderscheid worden gemaakt tussen een professioneel gedeelte en een kostengedeelte van de honoraria. Een gemengde taskforce (artsen, verzekeringsinstellingen, ziekenhuizen en overheid) moet vervolgens zorgen voor de implementatie. ​ 
  • doelmatige zorg. De medicomut engageert zich tot blijvende inspanningen om te zorgen voor doelmatige zorg. Ze zal op dit vlak maatregelen nemen voor minstens 25 miljoen euro, middelen die ze zal herinvesteren in prioritaire noden in de sector. ​ 
  • Administratieve eenvoud. Er wordt verder ingezet op een vereenvoudiging van de aanvragen voor geneesmiddelen Hoofdstuk IV (de zogenaamde attestgeneesmiddelen) en de medicomut zal er bij de sociale partners op aandringen om verdere stappen te nemen inzake het terugdringen van ziektebriefjes van korte duur terug te dringen. ​ 

Dentomut

Het voorziene budget voor de tandartsen bedraagt 1,494 miljard euro. In het kader van de onderhandelingen was een te besteden budget van 138,5 miljoen euro beschikbaar voor 2024 en 141,884 miljoen euro op jaarbasis. Deze middelen worden onder meer ingezet op 

  • een lineaire indexering van nagenoeg alle tarieven met 6,05% (behoudens een aantal uitzonderingen van verstrekkingen die een aanzienlijke herwaardering krijgen) 
  • tandartsen die personen met bijzondere noden (personen met fysieke, zintuiglijke en/of mentale beperkingen en de kwetsbare ouderen) behandelen, zullen voortaan een toeslag van 27 euro in plaats van 13,5 euro kunnen aanrekenen, en dit ook voor preventieve zorg. Deze toeslag wordt terugbetaald. Naar 2025 verbindt de dentomut zich ertoe maatregelen uit te werken en middelen te voorzien om de zorg voor personen met bijzondere noden nog extra te ondersteunen 
  • mensen tot 65 jaar krijgen recht op een parodontaal mondonderzoek en op subgingivale reiniging. Dit was totnogtoe beperkt tot 60 jaar. 
  • er wordt geïnvesteerd in beugels voor kinderen. De leeftijdsgrens van 9 jaar van het 2de forfait voor de vroege orthodontische behandeling wordt afgeschaft, en de 2 forfaits van de vroege orthodontische behandeling worden geherwaardeerd van 225 tot 450 euro 
  • de terugbetaling voor de uitneembare prothesen en voor digitale panoramische radiografieën wordt drastisch verhoogd. Dit betekent dat het zogenaamde maximumtarief dat gewone rechthebbenden uit eigen zak moesten betalen, nu wordt terugbetaald. Dit kon oplopen tot 200 euro 
  • de tarieven voor subgingivale reiniging (48,5 tot 97 euro) en voor extracties (+ 20 euro) worden aanzienlijk geherwaardeerd. Er was gebleken dat deze tarieven ondermaats waren waardoor tandartsen zich genoodzaakt zagen supplementen aan de patiënten aan te rekenen 

De tandartsen en ziekenfondsen engageren zich ook hun schouders achter een aantal belangrijke hervormingen te zetten, zoals tandzorg voor kankerpatiënten, het verbeteren van de transparantie, het uitwerken van een globaal tandheelkundig dossier, de organisatie van tandheelkundige wachtdiensten,… 

Kinemut

Het voorziene budget voor de kinesitherapeuten bedraagt 1,239 miljard euro. In het kader van de onderhandelingen was een te besteden budget van 119,6 miljoen euro beschikbaar op jaarbasis. Deze middelen worden ingezet op een billijke verloning van de kinesitherapeuten. Dit moet ervoor zorgen dat meer kinesitherapeuten terug de afgesproken tarieven respecteren en bijgevolg geen supplementen aan de patiënten aanrekenen. De vergoeding voor een basisverstrekking van een half uur wordt opgetrokken tot 30 euro, en 33 euro indien de kinesitherapeut op huisbezoek gaat. ​ 

De kinesitherapeuten en ziekenfondsen engageren zich ook hun schouders achter een aantal belangrijke hervormingen te zetten, zoals meer transparantie en adequate inzet van de middelen. 

Logomut

Het voorziene budget voor de logopedisten bedraagt 203,321 miljoen euro. In het kader van de onderhandelingen was een te besteden budget van 36,34 miljoen euro beschikbaar op jaarbasis. Deze middelen worden ingezet op een billijke verloning van de logopedisten. Dit moet ervoor zorgen dat meer logopedisten terug de afgesproken tarieven respecteren en bijgevolg geen supplementen aan de patiënten aanrekenen. De verstrekkingen van de logopedisten worden verhoogd met 17,11 procent. ​ 

De logopedisten en ziekenfondsen engageren zich ook hun schouders achter een aantal belangrijke hervormingen te zetten, zoals administratieve vereenvoudiging en hervorming van de nomenclatuur. 

Vroedvrouwen

Het voorziene budget voor de logopedisten bedraagt 50,55 miljoen euro. In het kader van de onderhandelingen was een te besteden budget van 2,749 miljoen euro beschikbaar op jaarbasis. Een ongeveer even groot bedrag wordt bijkomend en eenmalig vrijgemaakt om vroedvrouwen die de tarieven respecteren te ondersteunen. ​ 

De vroedvrouwen zetten deze middelen gericht in op de herwaardering van een aantal verstrekkingen. ​ 

Ook deze sector neemt engagementen tot belangrijke hervormingen die de plaats van de vroedvrouw in de opvolging van zwangere vrouwen en hun pasgeboren baby moet verankeren, en een billijk ereloon moet bieden. 

Supplementen verhoogde tegemoetkoming 

De artsen en tandartsen nemen ook acte van de wet die voorziet dat ze geen ereloonsupplementen meer zullen kunnen aanrekenen aan patiënten met recht op verhoogde tegemoetkoming. Een regeling die nu al van toepassing is voor paramedici, kinesitherapeuten en vroedvrouwen. De artsen en tandartsen schrijven zich in in een gefaseerde uitrol van deze wet, en verbinden zich ertoe de akkoorden niet op te zeggen bij de uitvoering van deze wet. ​ 

Concreet wordt volgende afgesproken: 

  1. Een inwerkingtreding van de eerste fase van het verbod op het aanrekenen van ereloonsupplementen aan patiënten met recht op de verhoogde tegemoetkoming voor ambulante zorg voor (tand)artsen op 1 januari 2025. De tweede en finale fase zal inwerking treden op 1 januari 2026. ​ 
  2. Conform de afspraken in respectievelijk de dentomut en de medicomut zal de eerste fase die inwerking treedt op 1 januari 2025 als volgt worden bepaald: 
    • Dentomut: het ​ verbod zal in de eerste fase van toepassing zijn op de preventieve behandelingen, de maximumtarieven die in de nomenclatuur zijn geïntegreerd en andere verstrekkingen die zijn of die binnenkort zullen worden geherwaardeerd. Dit is volgens ramingen goed voor ongeveer de helft van de partiële begrotingsdoelstelling van de tandartsen. 
    • Medicomut: het verbod zal in de eerste fase van toepassing zijn voor de rechthebbenden die de verhoogde tegemoetkoming automatisch genieten op grond van een specifieke uitkering of hoedanigheid. Het gaat bijvoorbeeld om leefloners, gepensioneerden die de inkomensgarantie voor ouderen genieten of personen met een handicap met een integratietegemoetkoming. Dit is volgens ramingen goed voor ongeveer de helft van de rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming. 

Dit wordt nu uitgewerkt in een KB, waarin zowel de eerste als de tweede fase zullen zitten, dat ter advies zal worden voorgelegd aan de artsen en tandartsen, met oog op snelle publicatie. De tweede fase houdt in dat het verbod op het vragen van ereloonsupplementen zal gelden voor alle ambulante prestaties van artsen en alle prestaties van tandartsen, en dit voor alle mensen die op basis van de huidige reglementering recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming.

Minister Vandenbroucke is zeer tevreden over deze historische doorbraak: "Artsen, tandartsen en ziekenfondsen hebben concrete en evenwichtige afspraken gemaakt over de modaliteiten van inwerkingtreding van het verbod op ereloonsupplementen voor rechthebbenden met het recht op verhoogde tegemoetkoming vanaf 2025. Dit zal in 2026 uitmonden in een betere bescherming tegen hoge gezondheidsfacturen in de ambulante zorg voor een groep van 2,3 miljoen personen. De afspraken tussen artsen en ziekenfondsen zullen ondertussen ook leiden tot een grotere transparantie van de aangerekende ereloonsupplementen. Het is duidelijk dat artsen en ziekenfondsen op dit vlak blijk hebben gegeven van verantwoordelijkheidszin." 

Volgende stappen 

De verschillende overeenkomsten en akkoorden worden morgen voorgelegd aan het Verzekeringscomité -waarin de zorgverleners en ziekenfondsen zitting hebben- en de Algemene Raad – met ziekenfondsen, sociale partners en regering. Ze moeten vervolgens nog bekrachtigd worden door de ministerraad alvorens gepubliceerd te worden in het Belgisch Staatsblad. Na publicatie hebben de zorgverleners dertig dagen de tijd om aan te geven of ze deze akkoorden en overeenkomsten onderschrijven, en zich dus verbinden om de afgesproken tarieven te respecteren. ​