Gezondheid is ons allerhoogste goed. Investeren in onze gezondheidszorg is investeren in ons allen. Van bij haar aantreden, in oktober 2020, investeerde deze regering miljarden euro’s om ons door de gezondheidscrisis te loodsen én ons zorgpersoneel te ondersteunen én te versterken: voor meer handen aan het bed, een betere verloning, en betere werkomstandigheden. Met betaalde opleidingen op de werkvloer moedigen we mensen buiten de zorg bovendien aan de overstap te maken en zorgen we ervoor dat jongeren onmiddellijk na hun studie in de zorg aan de slag kunnen. Maar omdat de personeelsschaarste zo acuut is, namen we ook een aantal noodmaatregelen: zo hebben we het voor gepensioneerden, jobstudenten en vrijwilligers financieel interessanter gemaakt om tijdelijk in te springen. Ondanks al die inspanningen en investeringen is het duidelijk dat – in samenspraak met alle betrokkenen in de zorg – een allesomvattend plan nodig is om onze zorgberoepen aantrekkelijker te maken in de toekomst. In 2023 werken we daarom verder aan de Toekomstagenda voor het Zorgpersoneel, om jongeren warm te maken voor een duurzame carrière in de zorg.
Nu gehoopt wordt dat het virus grotendeels onder controle is en dat de druk voor ons zorgpersoneel toch iets of wat verlicht, hebben we vandaag met een nieuwe crisis te maken. Een energiecrisis die niet alleen gezinnen en alleenstaanden, maar ook onze zorginstellingen opzadelt met oplopende facturen. In tijden van onzekerheid is het daarom van fundamenteel belang dat onze gezondheidszorg er staat als een huis. Een huis waar de fundamenten – nu en onmiddellijk – worden verstevigd om mensen te beschermen, zodat ze niet gaan besparen op hun gezondheid. Een huis ook waarin we ervoor zorgen dat zorgverleners hun werk op een goede en gezonde manier kunnen doen. Maar ook een huis waar een nieuw dak wordt gelegd voor de toekomst, met gerichte investeringen en het verder uitrollen van een reeks hervormingen die eerder deze legislatuur werden ingezet. Kortom: investeren in onze gezondheidszorg, hervormen van onze gezondheidszorg. Ook in 2023 blijven we dat doen. En we doen dat solidair, op een zo rechtvaardig en doelmatig mogelijke manier.
Nu en onmiddellijk patiënten beschermen én zorgverleners ondersteunen, doen we door maatregelen te nemen om de energie- en inflatiecrisis te milderen voor de sector, met als voorwaarde wel dat patiënten beschermd moeten worden tegen oplopende kosten; dat doen we door de maximumfactuur niet te laten oplopen (met de levensduurte) en zo voor financieel kwetsbare patiënten betaalbare zorg te blijven verzekeren; dat doen we door een premie te voorzien voor geconventioneerde zorgverleners, omdat zij patiënten tariefzekerheid bieden; en dan doen we door verder in te zetten op een breed gebruik van de derdebetalersregeling en het voorkomen van niet-gebruik (non-take up) van de verhoogde tegemoetkoming door de ziekteverzekering.
Behalve die onmiddellijke maatregelen, zorgen we ook voor gerichte investeringen in 2023. Die investeringen moeten in de loop van het volgende jaar dienen voor onder meer een betere terugbetaling van brillen, betaalbare tandzorg, en betere zorg en levenskwaliteit voor jongeren en mensen met kanker.
Maar investeren gaat hand in hand met hervormen. Het ene zonder het andere gaat niet. Ook van de zorgsector wordt verantwoordelijkheid en hervormingszin verwacht. Het spreekt voor zich dat hij alles in het werk stelt om de beschikbare middelen zo doelmatig mogelijk in te zetten. Deze inspanning wordt vanaf 2023 versterkt. Daarnaast maken we werk van de verdere uitrol van fundamentele hervormingen die eerder op de rails zijn gezet.
(1) De hervorming van de geestelijke gezondheidszorg in de eerste lijn betekent niet alleen een jaarlijkse investering om onze psychologische zorg veel toegankelijker en betaalbaarder te maken; bovenal is het een hervorming die achter de schermen muren sloopt, en voluit inzet op samenwerking om vroegtijdig onrustwekkende signalen op te pikken en mensen veel sneller naar de juiste hulp te leiden, en indien nodig naar meer gespecialiseerde hulp en opvolging. Daarbij gaat het niet alleen om gespecialiseerde psychologische hulpverlening maar ook over psychiatrische zorg, waar we eveneens sterk in investeren.
(2) De New Deal voor de Huisartsenpraktijk moet niet alleen voor voldoende – én goed georganiseerde – huisartsen zorgen, maar ook voor meer samenwerking met andere disciplines en betere taakverdeling, een evenwichtige financiering en de vermindering van zinloze administratieve overlast.
(3) De ziekenhuishervorming moet ervoor zorgen dat elke patiënt de beste zorg krijgt op het moment en op de plaats waar die beste zorg voorhanden is. We slaan het pad van samenwerking onverminderd verder in vanuit de idee “nabije zorg waar mogelijk, gespecialiseerde zorg waar nodig”. Deze hervorming moet aanzetten tot minder overconsumptie en meer tot kwaliteit; minder complexiteit en meer transparantie; minder concurrentie en meer samenwerking; minder supplementen en meer tariefzekerheid.
(4) Tot slot maken we verder werk van geïntegreerde zorg, want alleen door samenwerking binnen én tussen onze zorglijnen kunnen we de nodige switch maken van “cure” naar “care”. Zorg inpassen in het dagelijkse leven van de patiënt om zo zijn levenskwaliteit maximaal te waarborgen, kan alleen met een multidisciplinaire aanpak. Met de uitwerking van het Interfederaal Plan Geïntegreerde Zorg willen we ook de brug slaat met welzijn, een deelstaatbevoegdheid. Want gezondheid is ook welzijn. En welzijn is ook gezondheid.
Niet alleen in onze zorg leggen we de lat hoog, ook zetten we in 2023 nadrukkelijk in op een betere leefomgeving én een gezonde levensstijl. Voor iedereen. Dat laatste benadrukken we, omdat gezond(er) leven niet altijd een kwestie is van zélf die keuze te maken. In de eerste plaats moet iedereen die keuze ook kunnen maken. Denk maar aan verse en gezonde voeding dat vaak nog altijd duurder is dan ongezondere voeding. Het is dan aan een overheid om voor iedereen die gezonde levensstijl en een gezonde leefomgeving maximaal te waarborgen.
Vandaag nog altijd en ook volgend jaar moeten we waakzaam blijven voor COVID-19. Dankzij opeenvolgende vaccinatiecampagnes worden we veel minder ziek, maar dat betekent niet dat het virus weg is. Daarom is gezonde binnenlucht cruciaal om het virus geen kans te geven. Gezonde binnenlucht reikt trouwens verder dan COVID-19 alleen, het is een kwestie van gezondheid tout court. Met de wet “Binnenluchtkwaliteit” hebben we alvast een belangrijke stap vooruit gezet, en zijn we zelfs een voorbeeld voor het buitenland. Maar een wet is dode letter, als we daar niet de nodige concrete gevolgen aan geven op het terrein. In 2023 zetten we ons werk verder. Het “Platform Binnenluchtkwaliteit” - met daarin alle betrokken sectoren zoals bijvoorbeeld de horeca en de cultuursector – zal aangeven welke stappen nodig zijn, en wanneer we die stappen kunnen zetten. Zo zal het platform alle data, studies en praktijkervaringen bundelen om van binnenluchtkwaliteit een realistisch verhaal te maken voor alle publiek toegankelijke gesloten plaatsen en advies verlenen in hoe we de verschillende sectoren kunnen ondersteunen om dit te verwezenlijken.
Gezondheid is ook een kwestie van gezond(er) leven. De regering zal zich buigen over een gezondheidsshift die voortvloeit uit hoge ambities die we hebben rond een rookvrije generatie. Door roken af te remmen met hogere accijnzen en in ruil verse – en dus gezonde voeding – betaalbaarder te maken willen we die gezondheidsshift bevorderen. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan een btw-verlaging op verse groenten en fruit. Maar financiële incentives alleen volstaan niet om gezonder te leven. Gezond gedrag aanmoedigen en ongezond gedrag ontmoedigen doe je ook door een samenhangend beleid – en dus met alle ministers – te voeren, met aandacht voor de meest kwetsbaren. Daarom zullen we – in samenspraak met alle belanghebbenden – dit en komend jaar nog geïntegreerde plannen voorstellen rond alcohol, tabak en voeding. In de loop van 2023 willen we die plannen uitrollen in concrete regelgeving die inzet op preventie en extra hulp- en zorgverlening waar nodig. Zo willen we ervoor te zorgen dat iedereen die keuze kan maken én de gezondheidskloof te verkleinen.
In 2023 zetten we ook in op verdere digitalisering van onze gezondheidszorg. Delen van gegevens is immers noodzakelijk om de patiënt eigenaar te maken van zijn eigen gezondheid én om optimale zorg en begeleiding te verzekeren. De Health Data Agency moet hierin ten volle haar rol opnemen door de beschikbaarheid en uitwisseling van gegevens over gezondheid te faciliteren, uiteraard altijd mét respect voor de privacy en de rechten van de patiënt. Zorggegevens zijn essentieel als input voor een goed gezondheidsbeleid en hoogstaande zorg. Tot slot brengt een bredere kijk op gezondheid ons ook tot plannen om het inspireert gebruik van pesticides terug te dringen. Die brede kijk op gezondheid – of anders gezegd het principe “One Health, One World” - vertaalt zich ook in het in het nationaal plan AMR (Antimicrobiële Resistentie). Dat plan komt in 2023 op volle kruissnelheid en moet – over alle bevoegdheidsniveaus heen – een nieuwe, brede en duurzame samenwerking mogelijk maken om mens, dier en leefmilieu samen te beschermen.
Samengevat: ook voor 2023 kan de lat niet hoog genoeg liggen om (1) “maximale” gezondheid te creëren en ervoor te zorgen dat mensen ook voor gezondheid kunnen kiezen; om (2) mensen op een toegankelijke en betaalbare manier de juiste zorg te bieden, én naar de juiste zorg toe te leiden en (3) om onze zorgverleners te ondersteunen. Alle vragen inwilligen is onhaalbaar, en zelfs niet wenselijk. Daarom maken we ook in deze beleidsnota keuzes op een zo rechtvaardig en doelmatig mogelijke manier. Er ligt werk op de plank en met wat we nu doen, willen we niet beweren dat alle gaten nu worden gedicht, alle verzuchtingen meteen worden ingelost, alle zorgen vanaf morgen van de baan zijn. Maar de ambitie moet altijd zijn om handvaten en middelen te bieden die kwalitatieve en veilige zorg voor iedereen mogelijk én toegankelijk maken. Om die ambitie waar te maken, moet een welvarende samenleving als de onze haar gezondheidssysteem niet alleen waarderen door erin te blijven investeren, maar ook door ons gezondheidssysteem doelmatig te blijven hervormen. Dat is een absolute vereiste willen we onze gezondheidszorg niet alleen sterk houden, maar ook klaarstomen voor de toekomst. Met deze beleidsnota willen we een nieuwe stap vooruit zetten in die richting.