Persbericht

Verpleegkundige met beroepsopleiding krijgt eigen profiel

‘Basisverpleegkundige’ wordt opgenomen in de wet

De federale regering gaat een nieuw profiel ontwikkelen binnen de zorgsector voor de studenten die vanaf volgend academiejaar instappen in de HBO5-opleiding verpleegkunde. Zij zullen bij afstuderen aan de slag kunnen als ‘basisverpleegkundige’ in de gezondheids- en welzijnssector. Zij die instappen in de bacheloropleidingen zullen afstuderen als ‘verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg’. Door het onderscheid te formaliseren wil minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke een passend antwoord bieden op de bekommernissen van de EU met betrekking tot deze HBO5-zorgopleiding. Met een bevolking die in sneltempo veroudert, is dit tegelijk een opportuniteit omdat er meer dan ooit nood is aan diverse profielen in de zorg. Het wetsontwerp hiertoe werd vandaag goedgekeurd in de ministerraad.

In België zijn er twee types opleiding tot verpleegkunde. De bacheloropleiding aan de hogeschool duurt vier jaar; de opleiding graduaat verpleegkunde (hoger beroepsonderwijs HBO5) duurt in Vlaanderen drie jaar. Zo’n 40 procent van alle verpleegkundigen die in Vlaanderen actief zijn, volgde een HBO5-opleiding. Op Europees niveau bestaat er een richtlijn die opleidingsvoorwaarden bepaalt voor verpleegkundigen, om automatische erkenning en vrij verkeer van diploma’s en diensten mogelijk te maken binnen Europa. Ons land werd voorlopig in gebreke gesteld door Europa specifiek omtrent de HBO5-opleiding in Vlaanderen, die niet voldoet aan de gestelde voorwaarden. Mocht ons land veroordeeld worden, dan zou dit ook consequenties kunnen hebben voor de uitoefening van de verpleegkunde door de professionals in ons land. Nadat in het verleden de bacheloropleiding verpleegkunde werd verlengd van drie jaar naar vier jaar om tegemoet te komen aan de bekommernissen van Europa, is er nu ook een oplossing in de maak voor de HBO5-opleiding. ​ 

Studenten die de opleiding volgend academiejaar aanvatten en afstuderen zullen een eigen profiel krijgen in de Wet op de Uitoefening van de Gezondheidszorgberoepen. Tegelijkertijd wijzigen we voor de bachelorsverpleegkundigen de titel ‘verpleegkundige’ in ‘verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg’. 

Frank Vandenbroucke: “We willen er alles aan doen om een sterke, laagdrempelige beroepsopleiding voor verpleegkundigen te behouden. Deze hervorming komt niet alleen tegemoet aan de bezorgdheden van Europa, maar biedt tegelijk ook kansen. De uitdagingen zijn immers groot. We willen de organisatie van het zorgpersoneel klaarstomen voor de toekomst. We zullen veel, en vooral ook crd personeel nodig hebben om alle verschillende zorgtaken, gaande van de intensive care unit in een ziekenhuis tot in de woonzorgcentra of bij de thuiszorg, te vervullen” 

De komende jaren zal het aantal ouderen in ons land in sneltempo toenemen. Vooral het aantal 80-plussers zal fors toenemen. Mensen worden ouder, leven langer en gelukkig maar. Tegelijk zullen mensen ook meer en langer te kampen hebben met chronische ziektes en dus aangepaste zorg nodig hebben. Het hoeft geen betoog dat de nood aan zorgverleners nu al ontzettend groot is en nog groter zal worden, in het bijzonder aan zorgverleners met een verscheidenheid aan profielen. Onder meer de ouderenzorg, de kinderopvang en de sector van personen met een handicap is vragende partij naar meer brede zorgprofielen maar ook naar meer zorgexpertise. ​ 

Precies daarom is het belangrijk zowel de graduaats- als de bacheloropleiding te valoriseren. Voor de basisverpleegkundigen zullen andere opleidingsvoorwaarden gelden dan voor de verpleegkundigen verantwoordelijk voor algemene zorg. Het KB dat voorligt, voorziet in de creatie van een zeer breed inzetbaar profiel van zorgprofessional. In minder complexe situaties is het de bedoeling dat de basisverpleegkundige autonoom de verpleegkunde kan uitoefenen. In complexere situaties is een samenwerking met de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg, of de arts indien er geen VVAZ-deel uitmaakt van het team, verplicht 

De competenties die bij dit nieuwe profiel worden verwacht zullen de komende weken verder worden gefinaliseerd, samen met het bepalen van welke handelingen die de basisverpleegkundigen mogen stellen. Er wordt ook een overgangsperiode voorzien. De wijziging is van toepassing op studenten die de opleiding vanaf academiejaar 2023-2024 starten. Voor de huidige studenten en reeds actieve HBO5-verpleegkundigen verandert er in het voorstel niets. Zij zullen kunnen genieten van verworven rechten. 

Tot slot wil Vandenbroucke met de wetswijziging nog een extra functie in de verpleging toevoegen, namelijk de klinisch verpleegkundig onderzoeker. Het gaat om verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger met een doctoraat in de verpleegkundige wetenschappen. Op deze manier vervolledigt Vandenbroucke de zogenaamde zorgladder in de verpleging. ​ 

“Elk profiel heeft zo een eigen plaats in de zorg. Met deze ‘zorgladder’ maken we de verschillen tussen de opleidingen maar ook de wijze waarop ze elkaar aanvullen duidelijker en we zorgen ervoor dat doorgroeimogelijkheid tussen de niveaus mogelijk blijft. Op deze manier stomen we de verpleegkunde in België klaar voor de toekomst.” De komende maanden wordt ook werk gemaakt van de herziening of uitvoering van de andere verpleegkundige functies binnen de zorgsector, gaande van zorgkundige over verpleegkundigen tot verpleegkundig specialisten. Zo wordt elk zorgberoep klaargestoomd voor de toekomst en verhogen we de aantrekkelijkheid van de job."

Het voorstel van de federale regering zal worden afgetoetst bij de Europese Unie. 

 

 

Achtergrondinformatie

Overzicht van de niveaus

Algemene zorg:

Niveau 4 = zorgkundige ​
​Niveau 5 = basisverpleegkundige (= nieuw beroepsprofiel in de verpleegkunde) ​
​Niveau 6 = verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg 

Gespecialiseerde zorg: 

Niveau 6 = gespecialiseerde verpleegkundige ​ 

Advanced Practice Nursing: 

Niveau 7 = verpleegkundig specialist ​ ​
​Niveau 8 = klinisch verpleegkundig onderzoeker (= nieuw beroepsprofiel in de verpleegkunde)