Vanaf 1 juli kan een antibioticakuur of chemotherapie ook bij je thuis
Vanaf 1 juli 2023 krijgen patiënten de mogelijkheid om langdurige intraveneuze antibioticabehandelingen en chemotherapie ook deels thuis te ontvangen. Dat werd gisteren op het Verzekeringscomité van het RIZIV goedgekeurd. “Dit is een belangrijke stap in de cultuuromslag die we maken in de zorg. Patiënten zullen in de toekomst hoe langer hoe meer gespecialiseerde zorg kunnen krijgen in hun thuisomgeving. We maken dit mogelijk door de samenwerking tussen zorgverstrekkers in en buiten het ziekenhuis fors te versterken. Zo geven we de patiënten een stukje extra comfort en vermijden we onnodige ziekenhuisbezoeken, vanzelfsprekend alleen wanneer de patiënt daarvoor kiest”, zegt Frank Vandenbroucke.
Thuishospitalisatie betekent dat een patiënt, met respect voor de kwaliteits- en veiligheidscriteria, specialistische zorg krijgt toegediend in zijn thuisomgeving. Het gaat om zorg die tot vandaag enkel in de omgeving van een ziekenhuis mogelijk is. Onder 'thuis' verstaan we elke mogelijke leefomgeving. Het kan dus ook gaan over woonzorgcentra, herstelverblijven of voorzieningen voor personen met een handicap. “Op die manier komen we tegemoet aan de voorkeur van veel patiënten om zoveel mogelijk in hun vertrouwde omgeving en dichtbij familie, vrienden en buren te worden verzorgd. Dat is minder belastend voor de patiënt én zijn omgeving”, zegt Frank Vandenbroucke.
Twee behandelingsvormen worden vanaf 1 juli 2023 structureel mogelijk gemaakt via thuishospitalisatie: langdurige intraveneuze antibioticabehandelingen en chemotherapie. Zodra patiënten de eerste twee toedieningen van hun behandeling in het ziekenhuis hebben ontvangen, kunnen ze ervoor kiezen de rest van hun behandeling thuis voort te zetten. Dat gebeurt met het akkoord van de behandelende arts-specialist, en in nauw overleg met de huisarts. Het zorgteam van het ziekenhuis coördineert de thuishospitalisatie en verduidelijkt wie welke taken en verantwoordelijkheden opneemt. Zo levert de ziekenhuisapotheek de geneesmiddelen aan en dient een verpleegkundige met de nodige competenties deze toe. Zowel thuisverpleegkundigen als verpleegkundigen uit het ziekenhuis komen hiervoor in aanmerking. De patiënt behoudt steeds het recht om verzorgd te worden in het ziekenhuis.
De thuishospitalisatie gebeurt in een budgetneutraal kader en ook voor de patiënt zijn er geen extra kosten. Om de betrokken zorgverleners te honoreren, worden er verschillende forfaits voorzien. De middelen die vrijkomen in de ziekenhuizen, ongeveer 2,2 miljoen euro, worden structureel verschoven om de eerstelijn (huisartsen, thuisverpleegkundigen…) te financieren. “Deze wijzigingen in organisatie en financiering, maken meer samenwerking tussen zorgverleners binnen en buiten het ziekenhuis mogelijk en zetten daarbij de patiënt centraal”, zegt Frank Vandenbroucke. Dit is een eerste belangrijke stap. Het aantal personen dat in aanmerking komt voor chemotherapie wordt geraamd op 2.603 voor een antibioticabehandeling op 918. (respectievelijk 16.247 en 20.328 minder dagen in het ziekenhuis). Het globale budget voorzien voor de thuishospitalisatie voor deze groep patiënten is 6,4 miljoen euro waarbij dus 2,2 miljoen verschoven wordt van het ziekenhuisbudget naar vergoedingen voor de eerstelijn. Het kader ligt nu klaar om thuishospitalisatie in de toekomst uit te breiden naar andere behandelvormen, maar daar zijn nog geen beslissingen over genomen.