Regering keurt nieuwe "opstarttraject diabetes" goed - naar de beste zorg voor àlle mensen met diabetes: toegankelijk en betaalbaar

Opstarttraject diabetes

Investeren en hervormen in onze gezondheidszorg, ook in het laatste jaar van deze legislatuur blijft Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, dat doen. Beiden gaan immers hand in hand. Het ene zonder het andere doen, heeft geen enkele zin. Zo weten we allemaal dat onze huidige zorgorganisatie- en financiering nog altijd te fel is gericht op de aanpak van acute gezondheidsproblemen. Vaak biedt ze geen passend antwoord op de vraag hoe om te gaan met mensen die lijden aan een of meerdere chronische ziektes. Chronisch ziek zijn, zoals mensen met diabetes, betekent dat je met een hele waaier aan problemen te kampen krijgt. 

Vandenbroucke investeert nu 6,3 miljoen euro extra om hieraan tegemoet te komen voor mensen met diabetes. In het nieuwe opstarttraject - dat het vroegere voortraject diabetes vervangt en open staat voor alle mensen met diabetes (diagnose type 2) die niet in een gespecialiseerd traject zitten - wordt héél sterk ingezet op diabeteseducatie. ​ 

Tijdens educatiesessies wordt aandacht besteed aan een beter inzicht in diabetes. Inzicht in mogelijke acute en chronische moeilijkheden; verbetering van therapietrouwheid; preventieve onderzoeken; of het helpen aanpassen van de levensstijl. Diabeteseducatoren, diëtisten, apothekers, verpleegkundigen of kinesitherapeuten kunnen zo'n sessie geven. Ook groepssessies blijven mogelijk. ​ 

In het opstarttraject heb je recht op 4 gratis educatiesessies van 30 minuten per jaar. Behalve dat de doelgroep voor educatiesessies met dit opstarttraject nu uitgebreid wordt naar àlle mensen met diabetes type 2, is ook nieuw dat een diabeteseducator minstens 1 van de 4 educatiesessies moet uitvoeren. Deze educator zal ook een meer coördinerende rol op zich kunnen nemen. In de begroting 2024 van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wordt alvast 500.000 euro uitgetrokken voor een hogere vergoeding (+23%) voor deze educatoren, en dat vanaf 1 januari. Concreet: van 25,64 euro voor een individuele zitting (30 min) naar 31,54 euro; 16,03 euro voor een groepszitting (2 uur voor max 10 personen) naar 19,72 euro.¹

Behalve diabeteseducatie zullen mensen met diabetes in het opstarttraject ook elk jaar recht hebben op 2 gratis sessies van 30 minuten bij een erkend diëtist en 2 gratis sessies van 45 minuten bij een erkend podoloog, als je een verhoogd voetrisico hebt. Tot vandaag moet je hier remgeld voor betalen, maar in het nieuwe opstarttraject valt dat dus weg. Ter info: behalve een diëtist is ook een podoloog belangrijk in de diabeteszorg. Diabetes kan immers de bloedvaten en de zenuwen in de benen en de voeten beschadigen. Dit geeft vermindering van het gevoel waardoor kleine beschadigingen van de huid minder snel opgemerkt worden. Als gevolg hiervan kunnen wondjes ontstaan die moeilijk genezen. Tot slot wordt ook het jaarlijkse preventieve mondonderzoek straks volledig terugbetaald, en dat voor àlle mensen met diabetes ongeacht het zorgtraject dat ze volgen. Een goede mondzorg voor mensen met diabetes is belangrijk, omdat zij vaak op meerdere momenten tijdens de dag voedsel tot zich nemen om hun bloedsuiker op peil te houden. 

Het nieuwe opstarttraject zal - nadat de nodige wettelijke procedure afgerond is - concreet uitgerold worden op het terrein vanaf 1 januari 2024. Verwacht wordt dat meer dan 250.000 mensen in aanmerking komen voor het opstarttraject. Op deze manier wil minister Vandenbroucke de nodige multidisciplinaire zorg voor alle mensen met diabetes zo toegankelijk mogelijk maken, die zorg ook sneller aanreiken én ze langdurig aanbieden. 

Sensor terugbetaald

Het is belangrijk zoveel mogelijk in te zetten op het vermijden van diabetes en op het goed opvolgen van mensen met beginnende diabetes. Maar uiteraard moeten we ook inzetten op mensen met een meer gevorderde vorm van diabetes. ​ 

Daarom investeerde Vandenbroucke eerder al 18,2 miljoen extra zodat 18.900 mensen met diabetes type 2 - met minstens drie insuline-toedieningen per dag - voortaan ook hun sensor volledig terugbetaald kunnen krijgen, en dat sinds 1 juli. Een sensor is een soort pleister met een heel klein naaldje dat onderhuids je suikerwaarden meet. De sensor wordt op de bovenarm gekleefd voor een periode van twee weken en meet continu de suikerspiegel. Met een afleestoestel kan je zien hoe je suikerspiegel de voorbije uren evolueerde. Verschillende keren per dag prikken is dan niet meer nodig. ​ ​ 

Die investering was meer dan nodig. Voor mensen met diabetes type 1 werd de sensor reeds terugbetaald, maar mensen met diabetes type 2 moesten tot nog toe een aanzienlijk supplement betalen om gebruik te kunnen maken van sensormeting. Dat supplement van ruim 920 euro op jaarbasis belemmerde de toegang tot deze meetmethode echter sterk. Het gebruik van de sensor is nochtans een grote meerwaarde. Het vergemakkelijkt leven van mensen met diabetes type 2, het vermindert het aantal hospitalisaties en het zorgt ook voor minder absenteïsme op het werk. 

"Nieuwe stap vooruit in zorg voor mensen met diabetes"

Frank Vandenbroucke: "De voorbije 20 jaar is een hele weg afgelegd, en werden verschillende stappen genomen om de diabeteszorg in ons land op een hoger peil te tillen, om ervoor te zorgen dat diabetes tijdig ontdekt wordt en mensen met diabetes goed begeleid worden. Dat is onder meer te danken aan de volgehouden inspanningen en de voorbeeldige samenwerking met diabetesverenigingen, zoals de Diabetes Liga vzw en l'Association du Diabète. Vandaag zetten we een nieuwe stap in die goeie, fijnmazige en duurzame zorg voor alle mensen met diabetes, zodat ze snel en goed begeleid worden én dat allemaal op een heel toegankelijke manier." 

 

¹ Concreet kunnen we de tarieven met het voorziene budget van 500.000 euro met 16 procent verhogen, en dit naast de voorziene indexering van 6,05 procent. Het gaat dus in totaal om een verhoging van +23%. Het gaat om alle ‘soorten’ van educatoren, dus ook kinesisten, apothekers, verpleegkundigen, en diëtisten met een bijkomende opleiding die een dergelijke verstrekking kunnen aanrekenen.