Persbericht

Versterking sociaal statuut van zorgverleners

Op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, heeft de regering vrijdag het sociaal statuut van verschillende geconventioneerde zorgverleners versterkt. Geconventioneerde artsen - ook artsen-specialisten in opleiding (ASO's) én huisartsen in opleiding (HAIO's) - kinesitherapeuten en vroedvrouwen krijgen zo een nodige duw in de rug. "Behalve blijven investeren en hervormen in onze zorg, is het sociaal statuut versterken van zorgverleners die prijsafspraken naleven en patiënten dus niet op extra kosten jagen, essentieel voor de toekomst van ons zorgsysteem. Een toekomst waarin ook zorgverleners, die ervoor kiezen zich te conventioneren, de nodige zekerheid te bieden. Voor later, wanneer ze met pensioen zijn, maar ook wanneer ze tijdens hun loopbaan een tijd uitvallen door ziekte of pech", zegt Vandenbroucke.  

Voor geconventioneerde zorgverleners voorziet het RIZIV een sociaal voordeel met het oog op de toekenning van een rente, pensioen of kapitaal in geval van invaliditeit, pensioen en/of overlijden. Zorgverleners die actief blijven na hun wettelijk rustpensioen krijgen een ander conventievoordeel. De beide voordelen krijgen samen de naam ‘sociaal statuut’.  

Het is dat sociaal statuut dat Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, nu versterkt. Zo zullen alle zorgverleners die gedurende het volledige jaar formeel inactief zijn wegens (onder andere) arbeidsongeschiktheid, maar toch een toegelaten beroepsactiviteit hebben gehad, een premiebedrag 'sociaal statuut' kunnen aanvragen.  

Voor de tot nu toe niet-erkende artsen (zonder bijzondere beroepstitel, zonder verworven rechten en huisartsen op basis van verworven rechten) wordt de erkenning gepreciseerd en met erkende artsen gelijkgesteld. Ook worden activiteitsdrempels (dezelfde als voor andere specialismes) ingeschreven voor de nieuwe specialisme klinische genetica en gerechtelijke geneeskunde. 

Voor zowel HAIO's als ASO's was het belangrijk om in een eerste fase de kwaliteit van de opleiding te verbeteren, en dat is ook gebeurd dankzij een nieuwe collectieve overeenkomst. In een tweede fase - en dat was een belangrijke verzuchting met name van de ASO's - was het ook belangrijk om hun sociaal statuut te versterken. Voor HAIO’s en ASO’s wordt het geïndexeerde premiebedrag vanaf het premiejaar 2023 dan ook bijkomend verhoogd met 542,59 euro (tot 7.465,04 euro), dankzij het extra vrijgemaakte bedrag van 5 miljoen dat in de begroting 2023 werd voorzien.  

Voor de kinesitherapeuten wordt het bedrag voor het premiejaar 2022 vastgelegd op de bedragen die in de huidige overeenkomst tussen de kinesitherapeuten en de verzekeringsinstellingen voorzien werden, hetzij een indexering met 10,28%. En sociale voordelen worden ingevoerd voor de vroedvrouwen, vanaf het premiejaar 2023. Voor tandartsen, logopedisten, apothekers en verpleegkundigen blijven de huidige regels (met geïndexeerde bedragen) gelden.  

De premies voor een jaar worden uitbetaald het jaar nadien. Het budget voor het sociaal statuut van alle zorgverleners bedraagt 282 miljoen euro in 2023. 

Vandenbroucke: "Behalve blijven investeren en hervormen in onze zorg, is het sociaal statuut versterken van zorgverleners die prijsafspraken naleven en patiënten dus niet op extra kosten jagen, essentieel voor de toekomst van ons zorgsysteem. Een toekomst waarin ook zorgverleners, die ervoor kiezen zich te conventioneren, de nodige zekerheid te bieden. Voor later, wanneer ze met pensioen zijn, maar ook wanneer ze tijdens hun loopbaan een tijd uitvallen door bijvoorbeeld ziekte of pech."