Hervorming psychologische zorg in de eerste lijn - stand van zaken: Investeringen in geestelijke gezondheidszorg – een overzicht
- Inleiding
De klassieke zorgbenadering waarbij we voor elk individueel probleem een individuele zorgprofessional opzoeken, is voorbijgestreefd. Ze komt de zorgkwaliteit niet ten goede, maar ook is zo'n benadering onhoudbaar en vooral onbetaalbaar op de lange termijn. In de benadering van onze geestelijke gezondheidszorg is dat niet anders.
De hervorming die we doorvoeren, is niet alleen een ongeziene financiële investering; niet alleen een verhaal van toegankelijk en betaalbaar maken; maar bovenal is het een hervorming die het hokjesdenken doorbreekt en muren sloopt. Ze maakt een nieuwe en logische samenwerking mogelijk tussen al wie zich rechtstreeks of onrechtstreeks - professioneel of niet - bekommert om de geestelijke gezondheid, van jong en oud. Het doel is dus niet om elke Belg voortaan voor 11 euro naar de psycholoog te sturen, maar daarentegen maximale mentale gezondheid te creëren én kwaliteitsvolle geestelijke gezondheidszorg te waarborgen door samen te werken.
Zo'n warme samenleving - waarin het als het ware een evidentie wordt dat je snel onrustwekkende signalen bij iemand oppikt, daarop meteen inspeelt en zelf de juiste steun biedt of indien nodig naar de juiste hulp leidt - vergt een doeltreffend organisatiemodel. Een organisatiemodel dat een gedecentraliseerde en dus nabije en laagdrempelige aanpak ook concreet mogelijk maakt. Precies daarom werd een nieuwe organisatiestructuur uitgetekend waarin samenwerken tussen én binnen alle niveaus mogelijk maakt, maar waarin ook en vooral vlotte samenwerking met actoren buiten onze geestelijke gezondheidzorg een evidentie wordt. Dat is de cultuuromslag van deze hervorming.
Die organisatiestructuur kreeg vorm op basis van een nieuwe conventie, tot stand gekomen in nauw overleg met alle belanghebbenden van onze geestelijke gezondheidszorg. Eind juli 2021 werd die nieuwe conventie bekrachtigd door de leden van het RIZIV en sinds 1 september 2021 konden de verschillende netwerken geestelijke gezondheidszorg - 32 in totaal - die een regio bestrijken de nieuwe conventie ondertekenen. Het zijn precies die netwerken die de lokale samenwerking tussen verschillende actoren binnen en buiten de geestelijke gezondheidszorg (moeten) organiseren. En goed nieuws: vandaag hebben alle 32 netwerken dat gedaan. Dat betekent dus dat ze alle 32 de nieuwe filosofie, de nieuwe organisatiestructuur en de nieuwe werking onderschrijven.
Intussen is elk van die 32 netwerken volop bezig met de volgende stap: het in kaart brengen van de noden en vragen in zijn regio. Op het platteland kan er bijvoorbeeld meer nood zijn aan een aanbod dat rekening houdt met specifieke zorgen en levensomstandigheden van landbouwers. We denken hierbij dan aan een samenwerking met bijvoorbeeld 'Boeren op een Kruispunt'. Dit is een hulporganisatie voor alle Vlaamse boeren en tuinders die begeleiding nodig hebben bij financiële, technische maar ook sociale en psychologische problemen. Zij kennen heel goed het landbouwleven en de nauwe verbondenheid met het bedrijf- en gezinsleven. De samenwerking tussen deze hulporganisatie en de psychologen leidt tot het sneller detecteren van problemen en tot snellere en toegankelijke zorg.
In de stad - of een stedelijke omgeving - zal wellicht meer moeten ingezet worden op psychische klachten veroorzaakt door stedelijke armoede. Daar kan een maatschappelijk werker van het OCMW bijvoorbeeld eerste onrustwekkende signalen van een cliënt opvangen, zelf steun bieden of zoeken en indien nodig doorverwijzen. Het is precies op basis van die noden en de samenwerking met de lokale partners dat elk netwerk nu zijn regionaal aanbod concretiseert. In die zoektocht en invulling staan sommige netwerken vandaag verder dan andere, maar de verwachting is dat alle netwerken voor de zomer op kruissnelheid zitten.
Van de klinisch psychologen en orthopedagogen wordt verwacht dat ze zich op hun beurt inschakelen in de nieuwe (regio)werking en daarvoor nauw samenwerken met andere hulpverleners en ervaringsdeskundigen. Of anders gezegd: dat ze zich dus op hun beurt 'conventioneren', precies om psychologische hulp toegankelijk, laagdrempelig en betaalbaar te maken. En hoewel er nog veel werk aan de winkel is, zijn de eerste praktische effecten van de hervorming toch al voelbaar op het terrein: zo is het totale aanbod psychologische zorg in de eerste lijn significant gestegen. Het verschil is nog opmerkelijker in het aanbod voor kinderen en jongeren, een doelgroep in het bijzonder getroffen door COVID en waar we specifiek op ingezet hebben om het zorgaanbod te verhogen. Een gedetailleerde stand van zaken vindt u in dit persdossier.
Tot slot dit: om deze hervorming in de praktijk om te zetten, was al een budget beschikbaar van 39,3 miljoen euro. Sinds 1 september 2021 - en de start van deze nieuwe conventie - werd dit budget verhoogd met 112,5 miljoen euro. Dat impliceert een duurzame investering van 152 miljoen euro per jaar, ofwel vier keer meer dan het aanvankelijke budget. Een derde daarvan investeren we in de geestelijke gezondheidszorg van kinderen en jongeren. Duurzaam betekent dat we dus niet langer werken met tijdelijke maatregelen (zoals naar aanleiding van de COVID-pandemie) of de zoveelste 'oneshot', maar de komende jaren structureel investeren in dat nieuwe samenwerkingsmodel van onze geestelijke gezondheidszorg.
2. Deze hervorming zet in op drie opdrachten
Deze hervorming heeft betrekking op de geestelijke gezondheidszorg in de eerste lijn en focust op wat we in vaktermen 'kwetsbare doelgroepen' noemen. Dat betekent dat we in de eerste plaats kinderen, jongeren en volwassenen die het risico (kunnen) lopen om psychische problemen te ontwikkelen, veel sneller op de radar willen krijgen, willen steunen én dus helpen. Precies om erger te voorkomen.
De term 'kwetsbaar' heeft daarbij een brede invulling. Zo kan je kind het thuis heel goed hebben, maar op school gedurende lange tijd gepest worden. Dan is je kind kwetsbaar en moeten we er vroeg bij zijn om te steunen, te helpen. Even goed kan dat iemand zijn die haar of zijn partner plots verliest en op wie - naast financiële problemen - de eenzaamheid héél zwaar doorweegt. Ook die persoon is dan 'kwetsbaar'. Samenwerken met scholen en leerkrachten in het eerste voorbeeld, samenwerken met onder meer het OCMW in het tweede. Dat is wat we moeten organiseren voor problemen onoverkomelijk dreigen te worden, of erger nog ontsporen.
En dat is precies wat deze hervorming doet door (1) voluit in te zetten op preventie en snelle detectie, door (2) te werken op (individuele) veerkracht en door (3) ook meer gespecialiseerde psychologische zorg te versterken. De nieuwe overeenkomst - de nieuwe conventie met het RIZIV - formuleert dan ook die drie expliciete opdrachten.
- "detectie en preventie": versterking van de expertise en kennis van professionals die niet (in het bijzonder) gespecialiseerd zijn in geestelijke gezondheidszorg, zoals bijvoorbeeld huisartsen, leerkrachten, de apotheker, ... Zij moeten problemen sneller op de radar krijgen en, indien nodig, kunnen doorverwijzen naar een psycholoog of orthopedagoog.
- "werken op veerkracht": kortdurende en/of weinig intensieve psychologische interventies die bijdragen tot een algemeen psychisch welbevinden of die ertoe bijdragen dat psychisch welbevinden te herwinnen, zoals in de aangehaalde voorbeelden.
- "meer gespecialiseerde psychologische zorg": voor kinderen, jongeren en volwassenen die meer gerichte of meer intensieve zorg nodig hebben, bijvoorbeeld bij een angststoornis.
3. Een versterkt aanbod met een centrale rol voor 32 lokale netwerken
Alle 32 netwerken voor geestelijke gezondheidszorg hebben de nieuwe overeenkomst eind 2021 ondertekend en zijn nu volop bezig met de uitrol van laagdrempelige psychologische zorg in de eerste lijn op netwerkniveau. Via het RIZIV financieren we die 32 netwerken, die elk hun eigen regio bestrijken en samen het hele land.
Afhankelijk van de leeftijd van de patiënten, zijn er per regio twee soorten netwerken:
- de netwerken "kinderen en jongeren"
- de netwerken "volwassenen"
Er zijn 11 netwerken voor kinderen en jongeren, 20 netwerken voor volwassenen en er is één gemengd netwerk. Voor jongvolwassenen (+18 -> -23 jaar) bekijken we per case bij welk netwerk ze best aansluiten. Als je pas 18 bent en al een tijd in een netwerk 'kinderen en jongeren' geholpen werd, en dat goed blijft gaan, kan perfect beslist worden om bij dat netwerk te blijven. Net zo goed kun je instappen in een netwerk voor volwassenen. Het is de zorgcontinuïteit en het welzijn die van tel is, niet zozeer de leeftijd van jongvolwassenen.
Kaart van de netwerken geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren:
Kaart van de netwerken geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen: