Toespraak

Is er nog plaats voor innovatie in onze ziekenhuizen? (Congres BVZ)

Aanvankelijk zou ik het vandaag enkel hebben over de ziekenhuisfinanciering. Nu we echter extra middelen gekregen hebben voor belangrijke topics zoals cyberveiligheid, het Elektronisch Patiëntendossier en andere innovatieve projecten, wil ik dit ook aankaarten. Ik zal dus beginnen met dit kort toe te lichten en zal het erna hebben over de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en het ziekenhuislandschap.

Ik heb via het Belgisch Herstelplan en het Europees Relanceplan 126 miljoen euro kunnen vrijmaken om digitalisering en innovatie in de zorg te kunnen ondersteunen. Een aanzienlijk deel van deze middelen zijn voorzien voor de ziekenhuissector.
 

Enerzijds heb ik de volgende middelen kunnen ontvangen via het Herstelplan:

24 miljoen voor cybersecurity

Er zijn een aantal ziekenhuizen die helaas nu heel concreet weten wat een cyberaanval is. De afgelopen maanden hebben cyberdreigingen en cyberaanvallen in de ziekenhuizen ons aangezet om te reageren en ondersteuning te bieden. Er wordt 24 miljoen euro vrijgemaakt om de beveiliging te verbeteren, alsmede om aanvallen door ‘cybercriminelen’ te voorkomen en tegen te gaan.

20 miljoen euro zal normaliter in 2022 via het BFM ter beschikking komen van de ziekenhuizen. Dit bedrag moet de ziekenhuizen ondersteunen in het ontwikkelen van de nodige beveiliging, het opbouwen en delen van kennis, het voorzien van een Computer Emergency Response Team (CERT) voor de gezondheidssector, het definiëren van een incident response plan enzovoort.

4 miljoen wordt ook voorzien om initiatieven te ondersteunen met de nodige tools om de weerstand van ziekenhuisnetwerken te kunnen evalueren.

We rekenen hier op de ziekenhuisnetwerken om een belangrijke rol te spelen.

 

20 miljoen voor data capabilities

We willen bijkomend de mogelijkheid aan de ziekenhuizen geven om de benodigde datasystemen en middelen te voorzien om het “secundair gebruik” van data te faciliteren. Data moeten makkelijker ingezet kunnen worden voor ondersteuning  van kwalitatieve zorg, voor populatie management, onderzoek en pandemiebestrijding.

Hiervoor voorzien we 20 miljoen euro, die normaliter in 2023 ter beschikking zullen worden gesteld via het BFM.

 

20 miljoen voor innovatie

Ten slotte heb ik 20 miljoen euro kunnen vrijmaken voor innovatie in de ziekenhuissector. Met deze middelen wil ik innovatie zoals de introductie van artificiële intelligentie, gepersonaliseerde zorg, mobiele en monitoring technologieën enzovoort ondersteunen.

De middelen komen normaliter ter beschikking via het BFM in 2024.

 

Dit zijn drie specifieke budgetten voor de ziekenhuissector. Daarnaast wordt 22 miljoen vrijgemaakt voor kwaliteitsinitiatieven in de zorg, die een verband hebben met digitalisering.

Hieronder vallen een aantal projecten, waaronder de definitie en ontwikkeling van een gestandaardiseerd en geïntegreerd EPD en de standaardisatie naar Snomed CT (Systematized NOmenclature of MEDicine Clinical Terms) voor klinische terminologie.
Daarenboven wordt er geïnvesteerd in een portaal voor de zorgverstrekkers die een geïntegreerde visie van alle diensten en gegevens van de zorgverstrekkers groepeert, zowel van het RIZIV als van de FOD VVVL.

Ook het euthanasieregister voor de artsen wordt hiermee gefinancierd, evenals de elektronische facturatie van Medex.
 

Via le RRF (RRF Recovery and Resilience Fund), j’ai pu obtenir un montant de 40 millions d’euros pour diverses initiatives telles que :

  • Le schéma de médication partagé
  • La création d’une plateforme d’échange électronique où les prescripteurs pourront placer leurs prescriptions de renvoi (physio, radio, …) qui pourront alors être consultés à la fois par le dispensateur de soins à la manœuvre que par le patient
  • La stimulation de l’innovation dans l’e-santé
  • Les soins intégrés
  • La téléconsultation que vous avez su magnifiquement activée durant la crise sanitaire et qui a ainsi fait ses preuves et permis à des milliers de patients de bénéficier d’un suivi médical sans devoir venir à l’hôpital

  •  

Naast deze nieuwe middelen, vrijwaar ik het budget van 61 miljoen voor de verdere uitrol van het Elektronisch Patiëntendossier in de ziekenhuissector, en dit via de Belgian Meaningful Use Criteria (BMUC).

Depuis plusieurs années déjà, le gouvernement belge a reconnu la nécessité du déploiement à grande échelle de DPI solides, conçus pour le partage d'informations avec d'autres prestataires de soins de santé et organisations de façon à contenir des informations émanant de tous les cliniciens impliqués dans les soins à un patient.

Un plan d'action belge e‐Santé 2013‐2018 a été publié il y a quelques années, mais pour ce qui est du   déploiement des DPI dans les hôpitaux, le gouvernement s'est rendu compte en 2015 de la nécessité d'un programme accéléré, reconnaissant en même temps l'importance de l'instauration d'un programme d'incitants financiers pour réaliser son ambition. Et c’est ainsi que tout une politique basée sur les BMUC (Belgian Meaningful Use Criteria) s’est déployée.

Aujourd’hui, je tiens vraiment à poursuivre sur cette voie avec le  maintien de 61 millions d’euros par an pour le Dossier Partagé Informatisé (DPI) via les critères BMUC. Cela dit, nous demandons en contrepartie aux hôpitaux de prendre également leurs responsabilités en la matière et de fournir des efforts supplémentaires. Le temps où l’on accordait un budget de manière assez inconditionnel est révolu. Aujourd’hui, le budget sera investi pour promouvoir la collaboration et le partage électronique des données, tant au niveau du DPI à l’hôpital, à l’intérieur du réseau hospitalier, qu’avec la première ligne et – important, soulignons-le ) le patient.

Et maintenant venons-en à ce que je peux déjà vous dire de la réforme tant attendue du financement hospitalier et du paysage hospitalier.

De ziekenhuishervorming is nodig zowel op niveau van de financiering als op niveau van het zorglandschap. Een hervorming die zich moet inschrijven in de quintuple aim-doelstellingen.

Of om het gebald te zeggen: hoe organiseren we ons? Hoe zorgen we ervoor dat we met de beschikbare middelen meer gezondheid, een betere zorgervaring, een minder stresserend werkklimaat en meer sociale gelijkheid tot stand brengen in de gezondheidszorg? Hoe realiseren we Value Based Health Care?

De ziekenhuishervorming moet leiden tot meer eenvoud, stabiliteit, billijkheid en doelmatigheid. Ze moet de betrokkenen op hun verantwoordelijkheden wijzen én ze moet leiden tot een stabiele financiering. Ze moet zodanig geconcipieerd worden dat het beste diagnostisch en therapeutisch resultaat bereikt wordt tegen de beste kostprijs. Ze moet stimuli inhouden die aanzetten tot optimalisatie van de behandelingen. Ze moet aanzetten tot geïntegreerde zorg en tot samenwerking, en moet betaalbare en tariefzekere zorg voor de patiënt garanderen.
 

Ik onderscheid vier grote werven:

Ten eerste moet de huidige duale en verstrengelde financiering van artsen en ziekenhuizen grondig herbekeken worden. De lopende werkzaamheden in het kader van de herijking van de nomenclatuur zijn hierbij richttinggevend. Maar ze zijn niet vrijblijvend. Ze moeten leiden tot een gemoderniseerde en geobjectiveerde nomenclatuur, die onredelijke inkomensverschillen tussen artsen corrigeert en die toelaat om op een geobjectiveerde manier het professioneel gedeelte en de werkingskosten te scheiden.

Ik ben ervan overtuigd dat hiermee de druk op overconsumptie wordt afgebouwd enerzijds en anderzijds de kiemen gelegd kunnen, en ook moeten, worden voor een vernieuwd samenwerkingsmodel tussen artsen en ziekenhuizen. Een samenwerkingsmodel gericht op de noden van de patiënten, op zorgorganisatie en zorgkwaliteit, eerder dan op financiële discussies.
 

Ten tweede moeten we parallel hervormingen doorvoeren op het niveau van het budget financiële middelen. Tijdens mijn vorige termijn als minister van Sociale Zaken heb ik het financieringsmodel grondig herzien door de invoering van ‘verantwoorde ligdagen’ als parameter in de berekening van een deel van het budget financiële middelen. Hiermee werd een belangrijke stap gezet richting een behoefte- in plaats van een aanbodgestuurde financiering. Maar dit werk is natuurlijk niet af. We moeten evolueren naar een op verantwoorde kosten gebaseerde en transparante pathologiefinanciering per opname.

Dit is geen eenvoudige omslag, en centraal staat de discussie: beschikken we vandaag over voldoende robuuste gegevens om deze hervorming door te voeren? We moeten alleszins vermijden dat we vertrekken van data waar overconsumptie ingebakken zit. De internationale vergelijkingen spreken voor zich. Op vlak van medische beeldvorming, klinische biologie of geneesmiddelen staan we nog altijd aan de top. Dit is niet in het belang van de zorg voor de patiënt, noch van de volksgezondheid.

Binnen deze werf wil ik bijzondere aandacht besteden aan daghospitalisaties. Ziekenhuizen moeten geprikkeld worden om meer op daghospitalisatie in te zetten waar mogelijk, rekening houdend uiteraard met de kwaliteit van de zorg en de sociale draagkracht van de patiënt. In het kader van de begrotingsopmaak 2022 is terzake 9 miljoen euro vrijgemaakt, wat een belangrijk signaal is.
 

Een derde belangrijke hervormingsas is de samenwerking tussen ziekenhuizen onderling maar ook tussen ziekenhuizen en eerstelijn. Deze samenwerking moet verdiept en geïntensifieerd worden. Zoals het er nu naar uitziet, zullen alle ziekenhuisnetwerken in ons land tegen het voorjaar 2022 erkend zijn door de deelstaten.

Ik zal binnenkort een adviesvraag richten aan de FRZV met een concreet voorstel inzake de loco- en supraregionale zorgopdrachten. Wat moet elk ziekenhuisnetwerk doen? En wat mag niet elk ziekenhuisnetwerk doen. De onderverdeling tussen algemene locoregionale zorgopdrachten -‘wat mag elk ziekenhuis binnen een netwerk doen’- en specialistische locoregionale zorgopdrachten -‘wat mag minstens één ziekenhuis binnen een netwerk niet doen’- is niet evident gezien de heterogeniteit van de ziekenhuisnetwerken. Er zijn ziekenhuisnetwerken met 2 ziekenhuizen en er zijn er met 8 ziekenhuizen. Er zijn netwerken die een populatie van een kleine 400.000 mensen bedienen en er zijn er met een populatie van 1 miljoen mensen. Dit maakt het niet gemakkelijk een coherent beleid te voeren gericht op samenwerking en taakafspraken binnen de netwerken. Ik betreur het, maar dit is zo en we moeten hier nu op verder bouwen.

We zullen dus andere instrumenten moeten gebruiken om de samenwerking en de taakverdeling tussen ziekenhuisnetwerken te stimuleren. Ik denk dan aan normering, programmatie of financiering.

Ik wil zo verder inhoud geven aan een aantal prioritaire thema’s. Ik denk onder meer aan zeldzame kankers of beroertezorg inzake supraregionale zorgopdrachten. Ik zal me hier laten leiden door wetenschappelijke evidentie en door volksgezondheid, niet door de belangen van individuele ziekenhuizen en artsen.

Een vierde belangrijk hervormingsas, het zal u niet verbazen, is toegankelijkheid van de zorg. Dat is een prioritair aandachtspunt voor mij. De stijgende ereloonsupplementen in ziekenhuizen zijn u niet onbekend. Uit de meest recente ziekenhuisbarometer van het intermutualistisch agentschap blijkt dat in 2019 in totaal 1,38 miljard euro gefactureerd werd aan patiënten tijdens acute ziekenhuisverblijven. Een kleine helft van dit bedrag zijn ereloonsupplementen, en die stijgen jaar na jaar sterker dan de terugbetalingen.

Deze evolutie strookt niet met mijn visie op een solidaire toegankelijke toegang tot zorg voor iedereen. Het is mijn bedoeling om deze evolutie een halt toe te roepen en vervolgens de ereloonsupplementen af te bouwen. Ik bekijk hierbij of compenserende mechanismen mogelijk zijn, en hoe we kunnen vermijden dat een afbouw van supplementen in de ziekenhuissector leidt tot een ongewenste shift naar de ambulante sector of villageneeskunde. Dat kan en mag niet de bedoeling zijn.
 

Laat me eindigen met een essentieel aandachtspunt met name de nood aan voldoende en goed opgeleid zorgpersoneel.

Er werd sinds het begin van deze legislatuur 1 miljard euro vrijgemaakt voor meer zorgpersoneel met goede arbeidsvoorwaarden. Het zorgpersoneelsfonds zorgt voor meer handen aan het bed. Het voorziet de personeelsnorm te verhogen met gemiddeld één bijkomend voltijds equivalent per zorgeenheid of per ziekenhuisfunctie. Dit is een grote stap voorwaarts in het bijbenen van het Europees gemiddelde inzake aantal patiënten per verpleegkundige. Dit is een belangrijke stap om de vermeende onderfinanciering van het BFM tegen te gaan. Het budget van financiële middelen is gestegen van 8,27 miljard euro in 2019  naar 9,472 miljard in 2021.

Ik ben mij er ten volle van bewust dat u zich misschien afvraagt welke verdere concretisering van de ziekenhuishervorming ik voor ogen heb. Het is mijn bedoeling om nog dit jaar met een concreet stappenplan te komen op basis waarvan ik hoop constructieve gesprekken met verschillende stakeholders te kunnen aangaan. Het momentum voor een paradigma-shift in de zorg in het algemeen, en in de ziekenhuissector in het bijzonder is daar. De coronacrisis heeft dit enkel versterkt.

Ik dank u voor uw aandacht! Je vous remercie !