Persbericht

Borstkanker enkel nog behandeld en terugbetaald in erkende borstklinieken

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke gaat de terugbetaling voor de behandeling van borstkanker buiten de erkende borstklinieken stopzetten. Uit een studie van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) blijkt immers dat vrouwen die behandeld worden in een niet-erkende borstkliniek een aanzienlijk hogere kans hebben om aan borstkanker te sterven in vergelijking met vrouwen die zich wél laten behandelen in een erkende borstkliniek. "De ruim 10.000 vrouwen die jaarlijks in ons land de diagnose borstkanker krijgen, moeten de zekerheid hebben dat ze de allerbeste zorg krijgen", vindt Frank Vandenbroucke.

Eén vrouw op zeven in ons land krijgt borstkanker. Elk jaar krijgen ruim 10.000 vrouwen het harde verdict te horen. Dat verdict is ook zwaar voor hun partner, kinderen, vrienden en familie. De kwaliteit en de expertise om borstkanker te behandelen in België is goed. Zo zitten we boven het Europees gemiddelde. "Maar we kunnen beter en dus moeten we ambitieuzer durven te zijn om levens te redden", zegt minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke.  

Levens redden, daar gaat het om. En als uit een studie van het Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg (KCE) blijkt dat een patiënt een aanzienlijk hogere overlevingskans heeft in een van de 72 erkende borstklinieken die ons land telt, dan is de conclusie glashelder voor Vandenbroucke. "Dan mogen die behandelingen voor borstkanker in de toekomst enkel nog in die erkende borstklinieken plaatsvinden. De ziekenhuizen die zichzelf omschrijven als een borstkliniek zonder dat ze die erkenning op zak hebben, hoeven in de toekomst niet meer te rekenen op een terugbetaling voor de behandeling van borstkanker." 

Want naast de erkende borstklinieken zijn er in ons land tal van ziekenhuizen die zichzelf omschrijven als borstkliniek zonder dat ze een erkenning op zak hebben. Ze geven via hun website foutieve informatie en wekken de indruk een erkende borstkliniek te zijn. Of, ze geven de indruk dat alle campussen van het ziekenhuis een erkenning als borstkliniek hebben, terwijl deze erkenning slechts per campus gegeven wordt. Het probleem met deze ziekenhuizen is dat ze te weinig diagnoses stellen per jaar en daardoor onvoldoende expertise opbouwen, nochtans cruciaal in de behandeling van borstkanker. Daarnaast missen ze ook vaak de (para)medische omkadering die de erkende coördinerende borstklinieken wel voorzien (borstverpleegkundige en psycholoog). 

De studie van het KCE toont aan dat vrouwen in deze niet-erkende borstklinieken 30% meer kans hebben om aan borstkanker te sterven, dan wanneer ze een behandeling in een erkende borstkliniek krijgen.  “We moeten dus paal en perk stellen aan de behandeling van borstkanker buiten de erkende borstklinieken”, zegt minister Vandenbroucke. “Ziekenhuizen die geen erkenning als borstkliniek hebben, mogen in de toekomst geen behandelingsplan voor borstkanker meer opstellen en dus geen diagnose stellen noch opereren. We gaan meteen tot actie over door de terugbetaling voor de behandeling van borstkanker buiten de erkende borstklinieken stop te zetten. Meer dan 10.000 patiënten (ook mannen) die jaarlijks in ons land de diagnose borstkanker krijgen, moeten de garantie hebben dat ze de allerbeste zorg krijgen van een multidisciplinair team met ervaring." 

Minister Vandenbroucke zal een actieplan uitwerken met diverse maatregelen die inspelen op de verschillende aanbevelingen van het KCE. “We nemen alle aanbevelingen van het Kenniscentrum ter harte. Wat we zien in borstkankerzorg, signaleert overigens een breder probleem met betrekking tot de wijze waarop de noodzakelijke concentratie van gespecialiseerde gezondheidszorg tot stand komt.” (Meer daarover in de nota die als bijlage gaat).  

Lijst van erkende borstklinieken op website van de FOD Volksgezondheid 

Elke borstkankerpatiënt moet naar die centra geleid worden die een erkenning hebben. Frank Vandenbroucke roept ziekenhuizen die onduidelijke of misleidende publiciteit maken, op websites of in folders over het ziekenhuis, om die meteen te veranderen, maar hij vraagt ook de hulp van de artsen die mensen doorverwijzen. 

Het is aan de arts om de patiënt bij te staan in de keuze voor een erkend centrum. “Ik wil hier echt een beroep doen op de ethiek van de doorverwijzende arts”, zegt minister Vandenbroucke.  Patiënten en artsen kunnen terecht op de website van de FOD Volksgezondheid voor een overzicht van alle erkende borstklinieken in dit land: Kanker | FOD Volksgezondheid (belgium.be) 

Vandenbroucke: "Mijn boodschap vandaag is duidelijk: kies altijd voor een ziekenhuis op de lijst als je de diagnose van borstkanker krijgt. En is dat ziekenhuis niet in deze lijst opgenomen, dat is het geen erkende borstkliniek en raden we je ten stelligste af om je tot dat ziekenhuis te richten voor borstkankerzorg. De deelstaten wil ik dan weer oproepen om de bestaande erkenningsnormen op te volgen en te controleren en de erkenning in te trekken als aan de voorwaarden niet is voldaan.” 

Volume aan behandelingen is cruciaal voor de kwaliteit van de behandeling 

De normen waaraan een erkende ‘borstkliniek’ moet voldoen, zijn minutieus vastgelegd, precies omdat ze zo'n bijzondere expertise vragen. Zo bepalen die normen een minimumaantal diagnoses van 125 per jaar voor coördinerende borstklinieken, maar ook de inzetbaarheid van een multidisciplinair team (onder wie minimum 1 VTE borstverpleegkundige en minimum 0,5 VTE psycholoog). Voor satellietziekenhuizen gaat het om minimum 60 diagnoses per jaar. Het bepalen van die kwaliteitsnormen is een federale bevoegdheid. De concrete erkenning van de centra die aan de normen moeten voldoen, is een bevoegdheid van de deelstaten. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het opvolgen of de centra aan de erkenningsvereisten blijven voldoen.  

Vandaag hebben we 72 erkende borstklinieken in ons land: 51 coördinerende borstklinieken en 21 zogenoemde satellietklinieken. Die laatste zijn ook erkende borstklinieken, maar behandelen een lager aantal patiënten per jaar. Uit het rapport van het KCE blijkt dat ook dat het volume erg bepalend is voor je overlevingskansen.  

Zo is het risico om aan borstkanker te overlijden 44% hoger voor vrouwen met invasieve borstkanker behandeld in een centrum met een laag volume (d.i. minder dan 60 nieuwe diagnoses per jaar) en 30% hoger voor vrouwen behandeld in een centrum met een gemiddeld volume (60-124 nieuwe diagnoses per jaar), vergeleken met centra met een hoog volume (125 diagnoses per jaar). Zowel doorgedreven expertise als een groot volume aan borstkankerbehandelingen zijn dus cruciaal voor je overlevingskansen. 

Vandenbroucke: "Ik begin meteen aan een hervorming van de regelgeving, zodat de samenwerking tussen coördinerende ziekenhuizen en satellietziekenhuizen anders en beter wordt. De coördinerende ziekenhuizen zullen als enige ziekenhuizen nog campussen hebben waar een individueel behandelplan voor borstkanker wordt opgesteld en waar ook de operatie plaatsvindt. Een satellietziekenhuis zal in de toekomst inzetten op de opvolging van de behandeling zoals bestraling en chemotherapie. Nabije zorg waar mogelijk, gespecialiseerde zorg waar nodig: daar gaat het om. En elke ziekenhuiscampus die geen erkenning heeft, zou in de toekomst een samenwerking moeten afsluiten met een erkende borstkliniek. Zo’n hervorming vraagt altijd tijd, maar ik start ze nu op.”