Persbericht

Pilootproject Burn-out van Fedris bewijst zijn efficiëntie: Vandenbroucke wil aan regering voorstellen om het naar alle sectoren uit te breiden

Sinds 2019 leidt Fedris, het Federaal agentschap voor beroepsrisico's, een pilootproject voor de secundaire preventie van burn-out voor de ziekenhuis- en banksector. ​ Het gaat dan over het opsporen van symptomen bij werknemers, om erger te voorkomen. De resultaten van het project blijken positief voor de gezondheid van de werknemers, die hieraan hebben deelgenomen. Daarom wil Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, op voorstel van het Beheerscomité voor de beroepsziekten van Fedris, naar de regering stappen met een voorstel om dit project structureel uit te breiden naar alle private en publieke sectoren. Daarover zal hij vrijdag 15 december spreken, op een congres van Fedris. “Je goed voelen op je werk is zo belangrijk. En toch hebben sommige mensen het vaak moeilijk”, zegt minister Frank Vandenbroucke, “Wie te kampen heeft met een burn-out moeten we met een gepast traject kunnen begeleiden. Elke werknemer heeft daar recht op.”

Het pilootproject Burn-out van Fedris biedt werknemers, die de eerste tekenen van burn-out vertonen, de mogelijkheid een gepersonaliseerd begeleidingstraject te volgen. Dit traject is volledig vertrouwelijk en gratis. Zowel de organisatorische (gebrek aan hiërarchische ondersteuning, erkenning) als de individuele (stress, overwerk) componenten van burn-out worden behandeld.

Om dit project tot een goed einde te brengen, heeft Fedris een beroep gedaan op professionals zoals artsen, klinisch psychologen, arbeidspsychologen, kinesitherapeuten en preventieadviseurs.

 

Positieve impact van het traject van Fedris op de gezondheid van de werknemers

Het onderzoek van Fedris, geleid door professoren I. Hansez (ULiège) en L. Braeckman (UGent), toont een significante meerwaarde van een aangepast begeleidingstraject op de gezondheid van werknemers. Bij de werknemers die een dergelijk traject volgden werd zowel op lichamelijk als mentaal vlak een verbetering vastgesteld. Die verbetering was ook langdurig. Na zes maanden kon men deze nog steeds vaststellen. Aan het einde van het begeleidingstraject zijn hun burn-out klachten sterk verminderd en in de meeste gevallen zelfs verdwenen. De resultaten weerspiegelen zich ook in een vermindering van de zorgconsumptie (geneesmiddelen, consultaties, medische onderzoeken) tijdens en na het traject.

Tot slot toont het onderzoek aan dat de deelnemers zeer tevreden zijn over de kwaliteit van deze gepersonaliseerde behandeling.

 

Positieve impact van het begeleidingstraject van Fedris op de werksituatie van de werknemers

Het traject van Fedris had ook een impact op het behoud van werk en de terugkeer naar de werkvloer. Hoewel meer dan de helft van de werknemers in ziekteverlof was op het ogenblik van hun aanvraag tot deelname aan het pilootproject burn-out, heeft een grote meerderheid van hen het werk hervat tijdens of na het begeleidingstraject.

Het belang van een gemengde begeleiding waarbij men rekening houdt met zowel de organisatorische als de individuele componenten van een burn-out, lijkt onmiskenbaar. Het onderzoek toont aan dat die begeleiding nog verder zou kunnen gaan, onder andere door maatregelen in te voeren op collectief niveau, dus op het niveau van het bedrijf of de organisatie zelf.

Waarom slaagde het pilootproject van Fedris in zijn opzet? Door zo vroeg mogelijk de door burn-out bedreigde of in een vroeg stadium getroffen werknemers op te sporen. En door die werknemers onmiddellijk een multidisciplinair begeleidingstraject, aangepast aan hun behoeften, te laten volgen. Het maakte mogelijk ze aan het werk te houden of vergemakkelijkte hun terugkeer naar de werkvloer omdat escalatie werd vermeden. Ook hun welzijn verbeterde, waardoor de risico's en de gevolgen van een langdurige werkonderbreking zijn beperkt.

Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid: “Gepast leren omgaan met spanningen op het werk is een van de belangrijkste uitdagingen van vandaag. Veel werknemers verliezen betekenis of ervaren te veel stress. Het burn-out pilootproject laat positieve resultaten zien op de gezondheid van werknemers, wat zeer goed nieuws is. We moeten werkgevers en werknemers optimaal blijven ondersteunen bij het streven naar meer welzijn op het werk. En net als in alle andere sectoren van de samenleving moeten we onze inspanningen niet alleen richten op de behandeling van problemen, maar ook op preventie en vroege diagnose.
 

Structurele uitrol en verbreding van het programma

Minister Vandenbroucke zal vanmiddag tijdens een congres georganiseerd door Fedris bekendmaken dat hij naar de regering stap met een voorstel om het project structureel uit te rollen: “We moeten elke werknemer met een burn-out een even grote kans geven op een gepast traject.”

In totaal werken er 3,5 miljoen werknemers in de private sector en de lokale en provinciale besturen. Het nieuwe burn-out programma van FEDRIS zou voor elk van hen moeten openstaan, ongeacht de sector waarin ze werken. Als we de bevindingen en resultaten van het pilootproject doortrekken, dan zullen ruim 242.000 mensen door burn-out worden getroffen. Voor het programma zou dat een jaarlijkse instroom van 1.250 tot 1.650 personen kunnen betekenen.

Frank Vandenbroucke: “Gezondheid gaat steeds vaker over mentale gezondheid, ook op het werk. Aan elke werknemer die getroffen wordt door een burn-out willen we duidelijk maken dat hij of zij er niet alleen voorstaat. Via een netwerk van partners wil FEDRIS ervoor zorgen dat hulp voor iedereen bereikbaar wordt. Daarbij vormt een terugkeer naar gepast werk het ultiem doel.

Het evaluatierapport over het pilootproject burn-out is overigens beschikbaar op de website van Fedris. De resultaten worden voorgesteld en besproken tijdens een congres dat op 15 december in Brussel wordt georganiseerd door FEDRIS.