Persbericht

België mobiliseert een recordbedrag aan privaat kapitaal voor klimaatinvesteringen in ontwikkelingslanden

De afgelopen legislatuur heeft de federale overheid haar bijdrage aan de internationale publieke klimaatfinanciering verdriedubbeld. Tegelijk heeft België vorig jaar adhv die bijdrage een recordbedrag aan privaat kapitaal voor klimaatinvesteringen in ontwikkelingslanden gemobiliseerd. Met deze middelen draagt ons land bij tot een grotere toegang tot groene energie in Afrika, een versterking van de weerbaarheid tegen klimaatrampen en een bescherming van de Afrikaanse natuur. En dat komt ook ons ten goede.

Onze eigen welvaart start met een welvarende en stabiele wereld. Een open land als België kan niet zonder haar buitenland. Voor klimaat geldt die regel des te meer: als middelgroot land kunnen we de klimaatverandering enkel succesvol aanpakken als we hierover samenwerken op internationaal niveau. En dat betekent ook investeren in weerbaarheid tegen klimaatrampen en toegang tot groene energie in Afrika via internationale solidariteit. Want een welvarend en stabiel Afrika is ook goed voor ons”, aldus minister Vandenbroucke. 

Om die doelstellingen te bereiken is de internationale klimaatfinanciering van de federale overheid de afgelopen legislatuur verdriedubbeld, van EUR 70 miljoen in 2020 tot EUR 216 miljoen in 2023. Die middelen worden voornamelijk ingezet in de meest kwetsbare landen in Afrika voor adaptatiebeleid, maw om de lokale bevolking weerbaar te maken tegen de impact van de klimaatverandering. Zo bouwt de Belgische ontwikkelingssamenwerking mee aan de Great Green Wall in de Sahel, ondersteunt ze wetenschappelijk onderzoek in het Congolese regenwoud in samenwerking met Belgische en Congolese universiteiten en federale wetenschappelijke instellingen, en werkt ze mee een verbeterde weermetingen in de minst ontwikkelde landen in samenwerking met het KMI. Tegelijk zijn ook de bijdragen aan de multilaterale klimaatfondsen fors opgevoerd, getuige daarvan de stijging met 50% van de Belgische bijdrage aan het Green Climate Fund (GCF), die dankzij hun schaalgrootte ook belangrijke resultaten kunnen bereiken. Zo verwacht het GCF dat ze met haar interventies 3,1 miljard ton CO2 aan broeikasgasemissies zal kunnen vermijden. ​ 

Tegelijk heeft de Belgische internationale klimaatfinanciering ook een belangrijke multiplicator functie. Zo is vorig jaar dankzij kapitaal, leningen, opstartsteun en verzekeringsproducten van BIO (de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden), Credendo (de Belgische exportkredietverzekeraars), en het Business Partnership Facility tot EUR 490 miljoen aan financiering komende van private actoren gemobiliseerd voor klimaatactie in ontwikkelingslanden – tevens een nieuw record. Deze middelen dienen voornamelijk voor hernieuwbare energie, duurzame landbouw en de transportsector. 

Dit soort investeringen zijn cruciaal, zowel om de lokale bevolking te ondersteunen in het bouwen aan een welvarende toekomst met de tools om zich te wapenen tegen de impact van klimaatverandering, evenals om te verzekeren dat zij de groene transitie op een rechtvaardige manier kunnen uitvoeren. En dat deze investeringen broodnodig zijn is een understatement. De Independent High-Level Expert Group on Climate Finance berekende dat opkomende economieën en ontwikkelingslanden (muv China) tegen 2030 tot USD 2,4 biljoen per jaar aan duurzame investeringen moeten financieren in de strijd tegen de klimaatverandering. En die middelen zijn onvoldoende voor handen in die landen zelf. Dat terwijl een continent als Afrika niet verantwoordelijk is voor de klimaatverandering, ​ maar de lokale bevolking er intussen wel de grootste gevolgen van draagt. 

Die financieringsdiscussie staat ook centraal op de klimaat COP29 die volgende week maandag 11 november van start gaat in Baku, Azerbaijan. Op die internationale conferentie zal een nieuwe internationale klimaatfinancieringsdoelstelling worden afgesproken (de “New Collective Quantified Goal”). Een vergroening van alle wereldwijde financieringsstromen zal nodig zijn, maar in aanvulling daarop dienen ook specifiek klassieke donoren én nieuwe donoren, multilaterale ontwikkelingsbanken en de private sector hun klimaatinvesteringen in ontwikkelingslanden op te schalen. 

Met de verdriedubbeling van haar internationale klimaatfinanciering en de mobilisering van een recordbedrag aan privaat kapitaal toont België alvast dat ze bereid is haar bijdrage te leveren, in ieders belang.