Persbericht

Elke zorgverstrekker zal in de toekomst minstens één van onze landstalen spreken

De regering keurde vanmorgen een eerste lezing van een wetsontwerp goed dat taalkennis bij zorgverleners als kwaliteitseis in de kwaliteitswet wil inschrijven. Zorgverstrekkers zullen minstens één van onze officiële landstalen moeten beheersen. “Dit is een belangrijke stap vooruit voor de patiënt als het gaat om meer kwaliteitsvolle en veilige zorg. Maar het is net zo goed voor de zorgverstrekkers van belang dat ze één van onze landstalen spreken. In de toekomst zullen zorgverstrekkers nog vaker dan vandaag in team werken en zal het belang van communicatie met andere zorgverstrekkers alleen maar toenemen”, zegt minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke.

Wat verandert er? Op het moment dat een gezondheidszorgbeoefenaar een visum tot zorgverstrekker aanvraagt, zal hij moeten kunnen aantonen dat hij minstens één van de officiële landstalen beheerst. Dit bewijs zal een voorwaarde zijn om een visum te krijgen en in ons land aan de slag te gaan. Het kan gaan om een diploma secundair, hoger of universitair onderwijs in het Nederlands, Frans of Duits of een taalcertificaat van een bepaald niveau van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader (GER) voor talen. Dat is een Europese richtlijn om iemands taalniveau te beoordelen. Het vereiste taalniveau zal afhankelijk zijn van de functie van de zorgverstrekker. Een zorgkundige hoeft niet hetzelfde taalniveau te beheersen als een arts. 

Daarnaast zal elke zorgverstrekker ten alle tijden één van de drie landstalen voldoende moeten beheersen om kwaliteitsvolle gezondheidszorg te verstrekken. De zorgverstrekker die na de inwerkingtreding van de wet zijn visum aanvraagt, zal de nodige diploma’s en certificaten in zijn of haar portfolio moeten bijhouden. Ook voor de zorgverstrekker die vandaag al aan het werk is, wordt de kennis van één van de landstalen een aandachtspunt bij de beoordeling van de kwaliteit van de praktijk. ​ In beide gevallen- voor huidige en toekomstige zorgverstrekkers - ​ kan de Toezichtscommissie die de naleving van deze wet controleert, ook optreden bij klachten van patiënten. ​ ​ ​ 

 We voorzien een uitzondering in de wet voor buitenlandse zorgverstrekkers die omwille van een uitzonderlijke expertise een team in België komen versterken voor één specifieke opdracht. Denk bijvoorbeeld aan een chirurg die één specifieke ingreep komt uitvoeren op uitnodiging van een Belgische collega. De Belgische zorgverstrekker zal verantwoordelijk zijn voor de communicatie met het team van zorgverstrekkers en met de patiënt. ​
 

Niveaus van taalbeheersing

a) C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen, voor gezondheidszorgbeoefenaars van wie het basisdiploma van masterniveau is. ​ Voor de vaardigheid ‘schrijven’ beschikken deze gezondheidszorgbeoefenaars over een certificaat van het niveau B2; 

b) B2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen voor ​ gezondheidszorgbeoefenaars van wie het basisdiploma van bachelorniveau is; ​ 

c) B1 van het Gemeenschappelijk Europees ​ Referentiekader voor talen voor ​ gezondheidszorgbeoefenaars van wie het basisdiploma van een lager niveau dan bachelorniveau is; 

d) A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen voor zorgkundigen en ambulanciers van niet dringend patiëntenvervoer


Nog even in herinnering brengen dat er vandaag al een taalwetgeving bestaat voor ziekenhuizen. Openbare ziekenhuizen zijn onderworpen aan de taalwetgeving en zijn verplicht om tweetalige dienstverlening aan te bieden. De spoeddiensten van alle ziekenhuizen worden geacht dienstverlening in twee talen aan te bieden. Frank Vandenbroucke vindt dit erg belangrijk en wijst de ziekenhuizen erop dat ze deze regelgeving effectief moeten toepassen.