Geestelijke gezondheid, kruispunt van ongelijkheden
Elk jaar geeft de Christelijke Mutualiteit een studiedag. Dit jaar was het thema geestelijke gezondheidszorg. Ik mocht de dag openen met een toespraak waarin ik het had over mijn hervorming en hoe die bijdraagt tot meer geïntegreerde zorg.
Tout d'abord, je tiens à vous remercier de m'avoir invité à ouvrir ce séminaire qui combine deux questions qui me tiennent particulièrement à coeur. (1) Comment pouvons-nous réduire les inégalités sociales dans nos soins de santé et (2) comment renforcer nos soins de santé mentale?
Je suis conscient qu'en me concentrant sur la lutte contre les inégalités sociales dans les soins de santé, je limite d'emblée mon propos à ce qu'il faut faire en matière d'inégalités sociales du point de vue des soins de santé, alors que l'inégalité sociale est une vaste question de société. Mais même en me focalisant sur les soins de santé, mon premier message aujourd'hui est qu'il nous faut un changement fondamental de perspective.
C'est un changement de mentalité dont nos soins ont besoin pour élargir notre horizon et passer d'une approche individuelle de la santé - c'est-à-dire lorsque les individus s'adressent à nos soins de santé - à une approche beaucoup plus large et proactive de la santé. On ne peut pas dissocier la santé de la communauté dans laquelle les personnes vivent et travaillent et où les facteurs sociaux sont fortement déterminants pour la santé. Dans une société vieillissante, où les maladies chroniques et la multimorbidité engendrent un besoin de soins toujours plus grand - encore une fois de manière inégale selon la position sociale - les investissements dans l'inclusion sociale, l'outreaching et l'empowerment des groupes vulnérables, par exemple, sont des stratégies qui ont un impact et une portée bien plus importants que les soins individuels à des stades déjà avancés du développement de la maladie.
Ce changement de perspective implique que nous devons bien identifier où nous concentrons nos efforts en matière de soins, et qu'il s'agira toujours, dans une certaine mesure, d'un vrai travail sur mesure, par exemple sur mesure des quartiers où vivent les individus. Cela nécessite une connaissance approfondie de la population de ces quartiers. Non seulement de leur santé et leurs problèmes de santé, mais aussi de leur bien-être. De bons soins de santé, c'est non seulement de bons soins pour les problèmes de santé, mais aussi de bons soins pour la santé.
Cela signifie qu'au-delà des soins aux malades purement individuels, nous devons introduire une importante "dimension de santé publique" dans notre système de soins de santé, y compris des objectifs explicites tels que la réduction des inégalités sociales, par exemple. J'illustrerai également ce point dans quelques instants par mes réformes dans les soins de santé mentale.
Jusque là mon premier message d'aujourd'hui: intégrer la sante publique dans le système des soins.
Deuxième message,
Aujourd'hui, notre organisation et notre financement des soins de santé sont encore trop fortement axés sur la résolution des problèmes de santé aigus. Pourtant, avec l'allongement de l'espérance de vie, le nombre de personnes souffrant de maladies chroniques a considérablement augmenté... Et cette tendance va se poursuivre pendant plusieurs dizaines d’années.
Notre organisation des soins de santé n'offre pas suffisamment de réponses appropriées à cette situation. Nous constatons qu'il est de plus en plus difficile de répondre à tous les besoins de soins et, en même temps, nous recevons des signaux forts qui indiquent que les personnes atteintes de maladies chroniques sont dépassées par la complexité du système de soins et d'aide sociale. On atteint rapidement 10 ou 15 services ou professionnels différents qui s'occupent d'un aspect de votre maladie, mais encore très souvent, il n’y a pas de véritable échange d'informations et on ne place pas le patient au cœur des préoccupations dans nos soins de santé.
Aujourd’hui, on demande encore trop peu - voire pas du tout – au patient ce qu’il souhaite lui-même ou ce dont il est capable, ce qu’il estime important pour vivre sa vie. Et surtout, nous utilisons beaucoup trop peu les réponses à ces questions pour orienter les soins.
Pourtant, ce sont précisément ces réponses qui sont cruciales pour pouvoir organiser nos soins d'une manière beaucoup plus ciblée et adaptée au patient. Nous parlons donc de soins axés sur la personne, non pas des soins du patient, mais des soins avec le patient et son entourage.
Donc, premier message: intégrer la santé publique dans nos soins de santé. Deuxième message: il faut des soins intégrés avec le patient, et nous y travaillont avec les entités fédérées.
Derde boodschap: zorg moet uiteraard betaalbaar zijn.
En een onderscheid en specifiek 'apart' beleid voeren voor de 'zwakste groep' en dus een onderscheid maken met de rest van de samenleving is volgens mij niet de oplossing om de gezondheidskloof te dichten. De gezondheidskloof in de bevolking groeit immers geleidelijk naarmate mensen verder verwijderd zijn van de sociale topgroep. Met andere woorden, er is ook een verschil in gezondheid en gebruik van gezondheidszorg tussen mensen uit de middengroep en mensen uit de rijkste groep.
En dus mag het beleid - vind ik - niet vertrekken van een simpele tweedeling tussen ‘de zwaksten’ en de anderen. Neen, je moet ervoor zorgen dat onze gezondheidszorg niémand achterlaat en vooral iédereen bereikt. En dus dat je ook des te meer inspanningen doet, naarmate dat iemand daarvan verwijderd is. We hebben een mooi woord voor dat concept: progressief universalisme.
Het is op basis van die benadering dat we 20 jaar terug te werk zijn gegaan om de maximumfactuur in de zorg in te voeren, en het voorbije jaar nog te verbeteren. De maximumfactuur hangt af van het gezinsinkomen en beschermt zo de facto alle inkomensgroepen. Iedereen heeft er dus belang bij. De maximumfactuur doet dat op een fijnmazige manier: naarmate je meet hulp nodig hebt, krijg je die.
Zo beantwoordt de maximumfactuur aan het principe van ‘progressief universalisme’: iederéén moet beschermd worden, maar hoe moeilijker mensen het hebben, hoe meer ze moeten geholpen worden. En dat is geen zwart-wit verhaal, waarbij je alleen een onderscheid maakt tussen ‘de zwakste groep’ en de hele rest van de samenleving.
Tot slot kom ik bij onze geestelijke gezondheidszorg, waarin we een belangrijke investering doen deze legislatuur, maar ook een belangrijke hervorming. En die hervorming is gestoeld op basis van de principes die ik tot nu geschetst heb.
Om te beginnen, de netwerken geestelijke gezondheidszorg hebben de opdracht om aan 'volkgezondheid' te doen, public health dus. Zij hebben daarvoor een budget, en dus moeten ze nadenken over de prioriteiten in hun territorium, met de nodige aandacht in de spreiding van hun aanbod naar kwetsbare groepen en daar ook de nodige prioriteit aan geven. Dat is 'population management' en ze hebben trouwens een 'population management'-tool waarmee ze het progressief universalisme in de praktijk moeten omzetten.
Dat betekent dat psychologen en orthopedagogen die meewerken niet moeten of mogen wachten tot mensen de weg gevonden hebben en op hun deur kloppen; neen, ze moeten zélf de stap zetten naar plekken waar sociaal kwetsbare mensen met hun problemen zijn en vertoeven, de zogenoemde vindplaatsen zoals sociale diensten van de gemeente of de stad. Deze namiddag wordt aandacht besteed aan de gevolgen van de pandemie op het mentaal welzijn van jongeren. Daarom zet deze hervorming voluit in op samenwerking met scholen - onder andere door samen te werken met de CLB's - en jeugddiensten zoals Overkophuizen.
Zo implementeren we een visie van geïntegreerde zorg waarbij er niet alleen samenwerking is binnen onze gezondheidszorg, maar ook tussen zorg en welzijn. En dat is een evidente samenwerking, alleen gaat dat over verschillende bevoegdheidsniveaus in ons land. We moeten over die grenzen stappen en de handen in elkaar slaan: zorg, welzijn en zelfs onderwijs.
Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat deze netwerken geestelijke gezondheidszorg inzetten op de ondersteuning van huisartsenpraktijken, wijkgezondheidscentra, ... Aan de psychologen en orthopedagogen is ook daar de opdracht dat ze huisartsen moeten helpen, ondersteunen. Door patiënten die doorgestuurd zijn uiteraard op te volgen, maar ook door met de huisarts te spreken. Zorgverleners moeten ook elkaar helpen en versterken, ook dat is geïntegreerde zorg.
Overigens hebben we de netwerken expliciet gevraagd om na te denken over methodes die het individuele overstijgen. Zo willen we sterk inzetten op groepssessies. Precies omdat we in deze hervorming de kaart trekken van veerkracht is het belangrijk om die veerkracht sneller te versterken door groepssessies.
Deze hervorming is een fundamentele omwenteling in perspectief, in benadering, in filosofie en dus ook in de manier van werken. En het blijft uiteraard ook hier een bekommernis van betaalbaarheid. En ook dat doen we. Zo'n eerste individuele raadpleging is gratis. Daarna betaal je 11 of 4 euro - als je recht hebt op een verhoogde tegemoetkoming - voor de volgende sessies.
De boodschap is dus niet: ga allemaal naar een zorgverlener, zet u aan tafel, ga naar huis en wij betalen u terug. Deze hervorming in de geestelijke gezondheidszorg is een verhaal van volksgezondheid, van samenwerking, van welzijn, van outreachend werken naar kwetsbare groepen. We rollen dit verhaal nu uit en we gaan dit niet stopzetten. Deze investering moeten we versterken, ook in de volgende legislatuur.
Ik hoop alvast dat deze studiedag nog extra inzichten kan leveren daaromtrent, en ik wens jullie dan ook een bijzonder boeiende dag.