100 jaar zorgcentrum De Mick
Dames en heren, geacht publiek,
En in het bijzonder vandaag
Bestuursleden, sympathisanten,
en alle personeelsleden en zorgverleners van zorgcentrum De Mick,
Eerst en vooral mijn grote dank dat ik mag deel uitmaken van deze speciale dag voor jullie. Een 100-jarig bestaan vieren, dat is iets unieks, dat is iets groots zelfs. De kracht van de geschiedenis - van zowel deze plek als van de Mick als zorginstelling - zijn op een deskundige manier uiteengezet deze namiddag. En eigenlijk bewijst die geschiedenis - en dat van bij de start in 1922 - een onwrikbaar geloof in een kracht. Een kracht die ik graag in de verf zet, met name de kracht van solidariteit.
Destijds opgericht uit solidariteit met en zorg voor arbeiders - en meer bepaald dokwerkers die TBC opliepen - vandaag uit solidariteit met en zorg voor onze ouderen, ook bij het einde van het leven, én mensen met een niet-aangeboren hersenletsel.
En dat gebeurt al 100 jaar met een sociale insteek. Ja, op deze bijzondere plek, in dit prachtige groen, staat altijd de mens achter de zorg centraal. Het is vanuit dat engagement dat De Mick zich altijd opnieuw heeft uitgevonden, en steeds aangepast heeft aan een veranderende samenleving en een veranderend zorglandschap. Dat vergt niet alleen visie, maar ook moed en doorzettingsvermogen.
Moed en doorzettingsvermogen hebben jullie ook getoond de voorbije bijzonder moeilijke jaren. De coronacrisis heeft jullie tot het uiterste gedreven en ik wil van deze gelegenheid dan ook gebruik maken om jullie daar uit de grond van mijn hart voor te bedanken. Dan spreek ik uiteraad alle zorgverleners van De Mick aan, maar evenzeer alle facilitaire en ondersteunende diensten, tot de animatoren toe.
Het is mede dankzij jullie niet-aflatend engagement en veerkracht dat onze gezondheidszorg de voorbije 2 jaar uitgegroeid is tot hét symbool, hét vlaggenschip, van wat een sterke, toegankelijke en betaalbare publieke dienst altijd moet zijn. Voor iedereen.
De gezondheidszorg die wij in ons land kennen, is dan ook bij uitstek het product van twee sleutelbegrippen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden: wetenschap en solidariteit.
(1) Wetenschap om op basis van feiten, kritische analyse en het verwerven van voortdurende nieuwe inzichten mensen gezond te houden, of opnieuw gezond te maken.
(2) En solidariteit als onverwoestbaar fundament omdat we vinden dat onze gezondheidszorg zo’n kostbaar goed is dat we er allemaal samen - naar vermogen - aan bijdragen. Om de eenvoudige reden dat we al lang geleden overeenkwamen dat zoiets nooit iemands individuele schuld is. Maar dat had de Mick al 100 jaar geleden begrepen. Toen al waren jullie jullie tijd dus héél ver vooruit.
Nu, uit de laatste COVID- gezondheidsenquête blijkt dat de pandemie niet meer de grootste zorg is in de bevolking. En gelukkig maar. Zo zien we dat in juni 2022 nog 'maar' 1 op 10 mensen (13% om precies te zijn) zich zorgen maakt over een opflakkering. Dat is goed nieuws - en dat is mede te dankzij jullie allemaal - maar dat betekent uiteraard niet dat dit virus voorbijgewaaid is. Helaas. We moeten de vinger aan de pols houden, zeker met de herfst en vooral de winter voor de deur, wanneer mensen opnieuw elkaar binnen zullen ontmoeten. Vandaar dat ik in mijn beleid ook heel veel aandacht besteed aan het thema ventilatie. Dat is een cruciale sleutel in een duurzame beheersing van deze pandemie. En uiteraard is de nieuwe vaccinatiecampagne die deze maand van start gaat ook van belang. De herfstbooster is een no-brainer, zowel voor jullie als personeel, als voor alle patiënten. Oud én jong.
Geacht publiek,
Dit virus stelde niet alleen onze manier van leven zwaar op de proef, dreef niet alleen ons gezondheidszorgsysteem tot het uiterste, maar zette meteen enkele fundamentele uitdagingen voor de toekomst van ons gezondheidszorgsysteem op scherp, waar ik straks dieper op zal ingaan.
Want vandaag speelt een andere, nieuwe crisis ons parten. De wereldwijde energiecrisis en de stijgende energiefactuur stellen onze samenleving voor een nieuwe, grote uitdaging. En als minister van Volksgezondheid houdt mij nu 1 ding wakker: hoe zorgen we ervoor dat die oplopende facturen er niet voor zorgt dat mensen inleveren op hun gezondheid, of zorg moéten uitstellen? En hoe zorgen we ervoor dat een waardevolle instelling als De Mick die beste zorg kan blijven garanderen?
Want dat mensen zouden inleveren op hun gezondheid, is nu wel het laatste wat moet gebeuren. Mensen hebben het zeer moeilijk, reden te meer om ervoor te zorgen dat ze hun gezondheidszorg kunnen blijven betalen. En ervoor te zorgen dat jullie jullie werk kunnen blijven doen.
De Mick kan daarbij rekenen op de fantastische steun van 'De Vriendenkring', met tal van vrijwilligers om zowel financieel, maar ook moreel de bewoners, de patiënten en het personeel te steunen.
Maar het is mijn plicht en mijn verantwoordelijkheid om nu al het mogelijke te doen om wie zorg nodig heeft, te beschermen. Om ervoor te zorgen dat mensen nu niet gaan besparen op hun zorg. En binnen mijn bevoegdheid heb ik een aantal sleutels in handen om dat maximaal mogelijk te maken. Voor wie financieel kwetsbaar is, maar ook voor die middengroepen, die nu buiten de sociale tarieven vallen maar het evenzeer hard te verduren hebben.
(1) Een voorbeeld daarvan is de maximumfactuur: 665.000 gezinnen worden vandaag geholpen door de maximumfactuur, waarvan 450.000 gezinnen waarin iemand lijdt aan een chronische aandoening. De maximumfactuur bestaat nu 20 jaar, maar ze kan nog altijd verbeterd worden. Zo hebben we eind april een extra maximumfactuur van 250 euro ingevoerd waardoor een kleine 100.000 gezinnen sneller het remgeld terugbetaald krijgen voor hun geneesmiddelen, voor kinébezoeken, of voor een ziekenhuisopname. We moeten onderzoeken of nog andere verbeteringen mogelijk zijn, door bepaalde verstrekkingen die nu niet opgenomen zijn in het systeem toch op te nemen, of door de administratie nog te vereenvoudigen.
(2) Een tweede voorbeeld is de derdebetalersregeling, die alle zorgverstrekkers in dit land sinds 1 januari mogen toepassen. Dat wil zeggen dat patiënten enkel het remgeld moeten betalen. Bij een raadpleging bij de huisarts is dat dus 4 euro, voor wie recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming 1 euro. De rest van het ereloon wordt rechtstreeks betaald door de ziekenfondsen aan de huisarts.
En dat heeft écht een boost gegeven. Huisartsen passen die derdebetalersregeling massaal toe. De cijfers zijn redelijk spectaculair. De intermutualistische cijfers tonen aan dat in het eerste kwartaal van dit jaar 80 procent van de huisartsenprestaties werden afgerekend in derdebetaler tegenover 65 procent een jaar eerder. Het is nu tijd om daar nog verdere stappen in te zetten, zodat ook kinesitherapeuten, logopedisten, tandartsen en artsen-specialisten de derdebetalersregeling meer toepassen.
(3) Ten derde: het belang van conventionering. In het kader van de aanstaande begrotingsbesprekingen wordt dit een belangrijk leitmotif, zowel in financiële betekenis van het woord maar ook door te voorzien in een voldoende en geconventioneerd aanbod van zorgverleners en instellingen. In crisistijden is het meer dan ooit nodig dat we de solidaire middelen zo doelmatig en zo solidair mogelijk inzetten. En dat we ons daarbij vooral richten op zorgverleners die akkoord gaan met de wettelijke tarieven, met zorgverleners die zich inschrijven in ons solidaire systeem. Ik wil dat iedereen die betrokken is bij de ziekteverzekering dus nadenkt over de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat meer artsen de conventietarieven toepassen. Ik zal onder meer voorstellen dat elk ziekenhuis verplicht minstens één geconventioneerde radioloog in dienst moet hebben. Er zijn minstens 20 Vlaamse ziekenhuizen waar dat vandaag al niet meer het geval is.
4) Vier: los van het bevorderen van conventionering, moeten we hoe dan ook de supplementen terugdringen. We hebben reeds een afspraak gemaakt om de maximumtarieven voor de ereloonsupplementen in de ziekenhuizen te bevriezen, tot april 2023. De volgende stap is om deze ereloonsupplementen daadwerkelijk terug te dringen. Ik zal ook voorstellen dat vanaf 2024 specialisten geen supplementen meer mogen vragen aan mensen die recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering.
(5) Tot slot ben ik me er ter dege van bewust dat zorginstellingen, zoals De Mick, ook geconfronteerd worden met pijlsnelle en zeer hoge energiefacturen. En voor jullie stelt de vraag zich niet om ofwel tijdelijk de ‘productie’ te verminderen, of om de temperatuur in het gebouw enkele graden lager te zetten. Het is legitiem dat de zorgverleners de verantwoordelijke overheden die hen financieren – in ons land is dat voor een deel de Vlaamse overheid, voor andere instellingen de federale overheid, of gewoon beide - vragen om tussenbeide te komen, en dit neem ik mee bij de komende begrotingsbesprekingen.
Geacht publiek,
Voor mij is het glashelder: als je door zo’n storm gaat, moeilijke winters tegemoet gaat, is er 1 dijk die absoluut overeind moet blijven: onze gezondheidszorg. Dat betekent patiënten beschermen, maar ook jullie ondersteunen. Zo hebben we sinds de start van deze legislatuur geïnvesteerd in betere lonen en betere werkomstandigheden voor het federale zorgpersoneel, maar ook in opleiding, zodat mensen die de overstap willen maken naar zorg, dat makkelijker kunnen doen. Tijdens hun opleiding worden ze daar nu voor betaald met het programma #KiesvoordeZorg. En dat is een succes.
Maar de personeelsschaarste is uiteraard acuut, dat hoef ik jullie niet te vertellen. Op het terrein vertalen die investeringen zich soms traag, en dat frustreert ook mij. Vandaag zijn werkelijk alle helpende handen welkom. En als we dat kunnen faciliteren, aanmoedigen en belonen, is er geen enkele reden om dat niet te doen. Daarom heb ik - voor de zomer - een noodplan voor de zorg uitgewerkt om nog extra handen aan het bed te krijgen. Zo hebben we het voor studenten of mensen met pensioen - die willen helpen - het fiscaal heel wat aantrekkelijker gemaakt.
Maar beste mensen,
Onze gezondheidszorg versterken, dat doe je ook door ze te hervormen. Want investeren en hervormen gaan hand in hand. Het ene zonder het andere gaat niet.
Hervormen om ervoor te zorgen dat we met de beschikbare middelen meer gezondheid bereiken. Hervormen om te zorgen voor een betere zorgervaring voor onze patiënten. Hervormen om te zorgen voor een minder stresserend werkklimaat voor onze zorgverleners. Hervormen om meer sociale gelijkheid tot stand te brengen in de gezondheidszorg. Of anders gezegd: hervormen veronderstelt doelmatigheid.
Dat betekent dat de eerste vraag die we ons moeten stellen altijd moet zijn: welke zorg hebben mensen nodig, waar hebben mensen het meeste nood aan? Om vervolgens het geld - in functie van die noden - efficiënt in te zetten en dit gericht op het realiseren van gezondheids(zorg)doelstellingen en niet op corporatistische belangen. Die beweging is nu ingezet - samen met alle stakeholders in de zorg - en dat is een fundamentele beweging.
De tijd ontbreekt om al mijn werven en hervormingen in onze gezondheidszorg uit de doeken te doen, maar sta me toe om er toch twee uit te lichten.
(1) Zo is de ziekenhuishervorming een voorbeeld van dat doelmatig investeren én hervormen. Want dat ziekenhuizen proberen de beste te zijn, is uiteraard een nobel streven. Maar dat dit ertoe leidt dat iedereen alles wil doen, met als gevolg dat we middelen maar ook expertise verspillen, is nefast voor ons gezondheidszorg. Dat dit ertoe leidt dat samenwerking onder druk komt, en concurrentie zegeviert, is eveneens nefast. En dus herdenken we de financieringsmechanismen van én binnen onze ziekenhuizen, en herorganiseren we onze ziekenhuislandschap om elke patiënt de beste zorg te verlenen op het moment en op de plaats waar die beste zorg voorhanden is.
(2) Mijn hervorming in de geestelijke gezondheidszorg is een tweede voorbeeld van dat 'doelmatig' investeren én hervormen. Want behalve betaalbaar, moeten we psychologische zorg vooral veel toegankelijker en laagdrempeliger maken. Die hervorming moet er met name voor zorgen dat we veel vroeger mentale problemen opsporen, signalen oppikken - buiten de praktijk van de psycholoog - zodat we maximaal vermijden dat mentale problemen ontsporen. Dat vergt een nieuwe manier van samenwerken. Niet alleen tussen alle professionals in de geestelijke gezondheidszorg, maar ook daarbuiten: met scholen, met het OCMW of bij de huisarts. Maar ook met een instelling zoals De Mick bijvoorbeeld, voor bijvoorbeeld het mentaal welzijn van de ouderen die hier verblijven.
Geacht publiek,
Jullie hebben mijn boodschap begrepen: het sleutelwoord is samenwerken, muren afbreken. Tijdens de COVID-crisis is dat noodgedwongen automatisch gebeurd, van onderuit. Wel, de komende jaren moeten we ervoor zorgen dat die muren niet opnieuw worden opgetrokken. Meer zelfs: het is absoluut noodzakelijk om de patiënt en zijn zorgvraag niet langer gefragmenteerd - en elk op zijn eigen terrein - maar op een holistische, geïntegreerde manier te organiseren en de patiënt ook - samen met zijn omgeving - te betrekken als actieve partner in de zorg.
Dat betekent
(1) dat we veel beter en nog veel meer de brug moeten slaan tussen welzijn en zorg. De maatschappelijke omgeving van de patiënt moeten we de komende jaren verbinden met de zorg voor de patiënt. Want welzijn, dat is ook gezondheid. En gezondheid, dat is ook welzijn. Dat vergt een goed onderbouwd plan, dat zorg en welzijn (een Vlaamse bevoegdheid) verbindt. Het is die gedachte en dat engagement die aan de basis moeten liggen van een (eventuele) volgende staatshervorming, in plaats van een nieuw robbertje vechten over wie wat nog doet. Of wil doen.
(2) Hetzelfde idee van samenwerking en silo's afbreken moeten we ook vooropstellen binnen de organisatie van onze zorg zelf, in de eerste lijn, maar bovenal tussen de eerste en de tweede lijn. De eerste werven en hervormingen zijn ingezet. Maar we zullen op een bepaald moment ook enkele taboes moeten durven te bekijken: taboes zoals de soms heel strikte scheidinglijnen over wie wat mag doen in welk gezondheidsberoep. Zeker in tijden van personeelsschaarste is dat van essentieel belang. Maar dat roept natuurlijk wat weerstand op en het is zaak om mensen gerust te stellen. Maar elk op zich, elk op zijn of haar eigen terrein - in de eigen koker - blijven zitten, kan niet langer volgehouden worden.
Dames en heren, een échte en ook hechte gemeenschap van zorg creëren. Daar wil ik naartoe. En die warme gemeenschap van zorg zie ik alvast in jullie dagdagelijkse werking. Met jullie geëngageerd, multidisciplinair team zien jullie erop toe dat de juiste medische zorg wordt geboden, en in jullie werking slaan jullie al die noodzakelijke bruggen. Niet alleen tussen de verschillende zorgeenheden, maar ook met welzijn. Er zijn animatoren, en zo is er een sociaal assistent in dienst, niet alleen voor patiënten en bewoners, maar ook voor hun familie.
Ik dank jullie om die voortrekkersrol te spelen en mijn filosofie van samenwerking te onderschrijven. En met jullie doel ik ook op al diegenen die lang geleden al de fundamenten hebben gelegd voor deze warme plek. Een warme plek, een hechte gemeenschap van zorg die jullie ongetwijfeld ook in de toekomst zullen blijven vormgeven.
Ik dank jullie voor jullie aandacht.