Minister Frank Vandenbroucke wil plafond op supplementen: “Belangrijke stap in onze strijd voor betaalbare zorg”
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke gaat een maximumplafond invoeren voor supplementen in de gezondheidszorg, zowel voor mensen die opgenomen zijn in een ziekenhuis als voor mensen die niet opgenomen zijn in een ziekenhuis. Dat moet leiden tot betaalbare en duidelijke facturen. “Een sterke overheid komt op voor de patiënt en zorgt dat de toegang tot zorg voor iedereen betaalbaar is. De juiste zorg mag niet afhangen van je portefeuille of mag niet plots vele malen duurder worden omdat je op een eenpersoonskamer in een ziekenhuis ligt. Deze hervormingswet is een volgende belangrijke stap in onze strijd tegen supplementen en voor betaalbare zorg”, zegt Frank Vandenbroucke.
De supplementenbeperking maakt deel uit van een groter pakket hervormingen in de gezondheidszorg. De doelstellingen van deze hervormingswet om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden:
- Het aantrekkelijker maken voor zorgverleners om de afgesproken tarieven te respecteren, en het minder aantrekkelijk maken om dit niet te doen. Zo blijft betaalbare zorg gegarandeerd voor iedereen en krijgen zorgverleners die afgesproken tarieven respecteren, een extra duwtje in de rug.
- Een modernisering van het conventiemodel waarbij de spelregels voor alle zorgverleners dezelfde worden (artsen, tandartsen, kinesitherapeuten, logopedisten,...) en terugvalposities voorzien worden in geval zorgverleners en ziekenfondsen er niet in slagen tariefakkoorden te sluiten. Zo neemt de verantwoordelijkheid om goede akkoorden te sluiten toe, en vermijden we tariefchaos indien dat niet lukt.
- Een hervorming van het begrotingsproces waarbij beter gewaakt wordt om de uitgaven in de gezondheidszorg tijdig bij te sturen indien een ontsporing dreigt. Ook wordt voorzien om de beleidsprioriteiten van de regering beter te duiden. Zo kunnen de beschikbare middelen beter ingezet worden waar het écht nodig is, en dit ook op basis van gezondheidzorgdoelstellingen – waar we dus naar toe willen met onze gezondheidszorg.
- De instrumenten om zorgverleners die misbruik maken van de ziekteverzekering tot de orde te roepen, worden versterkt. Zo kunnen we ook beter vermijden dat maatregelen genomen moeten worden die ook de vele zorgverstrekkers die correct handelen, vervelen.
- Het versnellen van de digitalisering van de gezondheidszorg. Zo moeten burgers niet meer met briefjes allerhande naar de mutualiteiten, en vermindert de papierwinkel bij zorgverlenersE en belangrijk onderdeel van de hervormingswet is de plafonnering van de ereloonsupplementen.
Zorgverleners sluiten samen met de ziekenfondsen elke twee jaar tariefakkoorden. Die tarieven zijn vast en dat betaal je als patiënt sowieso. Elke zorgverlener kan vervolgens individueel beslissen of men al dan niet aansluit en tarieven respecteert. Indien men dat niet doet, is men vrij om extra’s te vragen. Die extra’s – de zogenaamde supplementen - zijn vandaag onbegrensd. Sommige ziekenhuizen zeggen ook dat ze de supplementen van artsen nodig hebben als extra financieringsbron, dus vragen ze hun artsen een deel van hun ereloonsupplementen af te dragen aan het ziekenhuis waar ze werken. Maar supplementen zijn ook sterk toegenomen in de ambulante zorg. Het gaat om patiënten die een specialist raadplegen in een ziekenhuis (en vervolgens weer naar huis gaan) of in een privépraktijk verzorgd worden door artsen, tandartsen, kinesitherapeuten....
De supplementen in de zorg stijgen jaar na jaar, zonder veel logica, en verzwaren de factuur van de patiënt. Wanneer supplementen wel en wanneer ze niet gevraagd worden, binnen en buiten ziekenhuizen, blijft een ingewikkeld kluwen. Ook over supplementen die mensen betalen in de ambulante zorg is de informatie erg onvolledig. Sommige zorgverleners vragen veel, andere minder, velen helemaal niets en dit allemaal voor hetzelfde geleverde werk. Dat kan leiden tot hoge en onvoorspelbare facturen.
Dit weinig transparante systeem dat de betaalbaarheid en beheersbaarheid van de gezondheidszorg ondermijnt, willen we met de nieuwe wet op de schop.
Nieuwe hervormingswet in de maak
In de nieuwe wet behouden we het principe dat artsen en andere zorgverleners kunnen kiezen om de vaste tarieven niet te respecteren, maar we plafonneren - zoals ook voorzien in het regeerakkoord – het maximum aan supplementen dat ze nog kunnen vragen. Deze percentages zullen van toepassing zijn op het professionele deel of zuivere deel van het honorarium.
Voor ambulante zorg (dat is zorg voor mensen die niet opgenomen worden in een ziekenhuis, of ze gebeurt binnen de muren van een ziekenhuis of daarbuiten) leggen we het plafond op 25 procent van het honorarium van een zorgverlener. Veel zorgverleners vragen nooit supplementen, anderen rekenen serieus door, en we merken dat deze supplementen toenemen. Voor mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming blijft een algemeen verbod op supplementen bestaan (zie verder).
Voor patiënten die in het ziekenhuis worden opgenomen (of het nu gaat over een opname in ‘dagziekenhuis’ of met een overnachting), leggen we een plafond op van 125% omdat we zien dat de facturen van eenpersoonskamers bij momenten de pan uit swingen en ontzettend verschillen van ziekenhuis tot ziekenhuis. Sommige artsen en ziekenhuizen rekenen vandaag tot 300% ereloonsupplementen aan. Dat leidt tot zeer onvoorspelbare maar ook zeer hoge facturen voor de patiënt. Voor een bevalling in een ziekenhuis (met verblijf in een eenpersoonskamer) varieerde het ereloonsupplement in 2021 zo van €219 en €2.199, (met een aantal outliers tot €7.000), blijkt uit cijfers van de ziekenfondsen (ziekenhuisbarometer_ima_2021_-_nl_ima.pdf). In twee- en meerpersoonskamers mogen vandaag al geen supplementen gevraagd worden.
Deze beperking van de supplementen treedt in werking op 1 januari 2028.
Parallel werkt minister Vandenbroucke aan de hervorming van de nomenclatuur en aan de ziekenhuishervorming. Daar is ook voorzien dat we evolueren naar een opsplitsing tussen een vergoeding voor het professionele werk van een zorgverlener en een vergoeding voor de werkingskosten (oa medisch materiaal). Een supplement zal enkel nog kunnen gevraagd worden op de vergoeding voor het professionele werk. De ziekenhuizen zullen hun werkingskosten in de toekomst rechtstreeks bekostigd zien.
Aanmoedigen om te conventioneren
Het beste scenario voor de patiënt is uiteraard dat zoveel mogelijk zorgverleners de afgesproken tarieven respecteren, en helemaal geen supplementen vragen. Ook hierop werken we in de nieuwe hervormingswet aan.
We maken het voor zorgverleners interessanter om zich te conventioneren en de vaste tarieven te volgen. Zo zullen bepaalde premies (bijvoorbeeld voor telematica of praktijkondersteuning) enkel nog aan geconventioneerden gegeven worden. Dit moet ervoor zorgen dat zorgverleners die de tarieven respecteren, beter ondersteund worden om hun praktijk uit te bouwen, en gedane kosten te vergoeden.
We willen ook meer flexibiliteit bieden aan geconventioneerde zorgverleners zodat we innovatie niet afremmen of een sneller antwoord kunnen geven als blijkt dat de vaste tarieven niet langer volstaan voor een goede praktijkvoering. Dit gebeurt door de invoering van richttarieven, waarbij de zorgverleners en ziekenfondsen in een afgebakend kader kunnen toelaten om tijdelijk (en op een afgesproken manier) tarieven te verhogen, waarbij geconventioneerde zorgverleners de vrijheid hebben die hogere tarieven te vragen. Deze tijdelijke verhoging wordt opgenomen in de maximumfactuur zodat patiënten beschermd worden tegen te hoog oplopende uitgaven.
Tegelijk maken we het minder aantrekkelijk om te deconventioneren, door de supplementen verder te beperken.
Wat deden we al?
In het verleden werden ereloonsupplementen in ziekenhuizen reeds verboden voor mensen die in een twee- of meerpersoonskamer verblijven.
In 2023 schrapten we ook de supplementen voor zware medische beeldvorming zoals CT-, MRI- en PET-scans. Tenzij buiten de kantooruren, wanneer het onderzoek niet dringend is en wanneer de patiënt er uitdrukkelijk mee instemt.
En in 2024 kwam er een akkoord uit de bus dat verbiedt om ereloonsupplementen aan te rekenen door artsen en tandartsen bij personen met een verhoogde tegemoetkoming (VT). Die verhoogde tegemoetkoming wordt toegekend aan mensen die financieel of sociaal kwetsbaar zijn. Dit verbod bestond al bij alle zorgverleners met uitzondering van artsen en tandartsen. Ook bij hen wordt deze beschermingsmaatregel voor kwetsbare groepen ingevoerd, en dit in twee fasen (een eerste fase in 2025, een tweede fase in 2026).
Belangrijk om mee te geven is dat heel veel zorgverleners altijd de tarieven respecteren, en dus geen supplementen vragen, aan geen enkele patiënt.