Beleidsverklaring sociale zaken

Ons land staat voor grote uitdagingen. Budgettair, sociaal, economisch en geopolitiek. De sociale welvaartsstaat, die mee het DNA vormt van onze samenleving, staat onder druk door de vergrijzing van de bevolking en de stijgende kosten in de zorg. Hervormingen zijn nodig zodat onze sociale bescherming haar beschermende opdracht in het leven van de mensen kan blijven vervullen, en een stabilisator van de samenleving blijft bij crisis of grote schokken.

In deze onzekere tijden gekenmerkt door belangrijke uitdagingen, verwachten mensen oplossingen van de politiek. Ik zal dan ook mijn verantwoordelijkheid nemen in deze regering om de koopkracht van de mensen te beschermen, de pensioenen betaalbaar te houden, een kwaliteitsvolle, sterke en betaalbare gezondheidszorg te blijven garanderen en dit land zo te hervormen zodat de inspanningen eerlijk verdeeld worden.

We zullen deze legislatuur, in overleg met de sociale partners, daarom de nodige stappen zetten om de solidariteit en de duurzaamheid van ons socialezekerheidssysteem verder veilig te stellen, zodat ook toekomstige generaties erop kunnen steunen. De hervormingen die we willen doorvoeren zullen eerlijk en sociaal rechtvaardig zijn.

Ik ga dieper in op enkele pijlers van mijn beleid tijdens deze legislatuur.

Om de financiële houdbaarheid met de sociale doelmatigheid van onze sociale zekerheid te verzoenen, moeten we meer mensen op de arbeidsmarkt helpen. Deze regering heeft zich als hoofddoel gesteld om een werkgelegenheidsgraad van 80% te bereiken, en we zullen ons daar allemaal voor inzetten. Ik zal ook aan deze doelstelling bijdragen via verschillende initiatieven.

Het speerpunt van mijn beleid wordt de voortzetting en versterking van het Terug Naar Werk-beleid door middel van een uitgebreid plan om afwezigheden door gezondheidsproblemen te voorkomen en langdurig zieken te re-integreren.

We moeten kijken naar wat mensen wél nog kunnen, in plaats van wat ze niet meer kunnen.

Het doel van deze regering is helder: voorkomen dat mensen ziek worden, voorkomen dat gezondheidsproblemen leiden tot langdurige uitval, en mensen die uitvallen zo snel mogelijk (deels) weer aan het werk helpen. De hervormingen uit de vorige legislatuur hebben resultaat, die moeten we verankeren en versterken. Deze regering wil langdurig zieken nog effectiever ondersteunen en hun terugkeer naar werk bevorderen door te focussen op wat ze wel nog kunnen, in plaats van ons blind te staren op wat ze niet meer kunnen. Het beleid dat we daarvoor de komende jaren verder uitrollen, is niet slechts een reeks maatregelen, maar een integrale aanpak waarin alle betrokken actoren – werkgevers, werknemers, artsen, ziekenfondsen en regionale arbeidsbemiddelingsdiensten – samen verantwoordelijkheid dragen. Het uitgangspunt is dat geen enkele partij op zichzelf alleen verantwoordelijk is, maar dat er wel nood is aan meer gezamenlijke actie.

Werkgevers worden aangespoord om actief beleid te voeren dat langdurig ziekteverzuim zoveel mogelijk voorkomt. Dit betekent dat zij niet alleen een veilige en gezonde werkplek moeten garanderen, maar ook regelmatig in gesprek moeten gaan met werknemers die gezondheidsproblemen ervaren. Door vroegtijdig signalen van ziekte op te vangen en samen met preventiediensten concrete stappen te ondernemen, kan men veel problemen voorkomen. Daarbij wordt de bestaande wetgeving aangescherpt, zodat de verantwoordelijkheden van werkgevers duidelijk worden verankerd en waar nodig financieel worden gestimuleerd.

Ook de rol van de werknemer krijgt een vernieuwende invulling. Werknemers worden gestimuleerd om samen met hun werkgever proactief te werken aan hun herstel en terugkeer naar werk. Met vernieuwde regels voor ziekte-uitkeringen en een duidelijke herbeoordeling van het arbeidspotentieel wordt ervoor gezorgd dat mensen niet langer in een passieve positie blijven. Werknemers krijgen bij dreigend of daadwerkelijk ziekteverzuim de mogelijkheid om, in overleg met hun arts en werkgever, preventief een traject te starten richting re-integratie. Dit maakt de weg vrij voor een sneller en succesvoller herstel.

Artsen – zowel de behandelend arts als de arbeids- en preventiearts – hebben een centrale rol. Zij krijgen de opdracht om niet alleen te focussen op het al dan niet verlengen van ziekteattesten, maar actief mee te denken over welke werkzaamheden wél nog mogelijk zijn tijdens ziekteperiodes. Het uitschrijven van een ziekte-attest wordt op die manier de eerste stap van een Terug Naar Werk - traject. Zo wordt het traditionele ziekteattest verrijkt tot een ‘fit note’, waarin ruimte is voor het aangeven van mogelijkheden voor aangepast werk. Dit digitale instrument, dat via het TRIO-platform toegankelijk is voor alle betrokkenen, zorgt voor een snellere en meer efficiënte uitwisseling van informatie. Door datamining toe te passen op voorschrijfgedrag, worden artsen die meer en langere periodes van arbeidsongeschiktheid adviseren nauwlettend gevolgd en, indien nodig, aangesproken op hun beleid.

Ook ziekenfondsen spelen een cruciale ondersteunende rol. Zij worden niet alleen gezien als financiers van ziekte-uitkeringen, maar ook als actieve partners in het opzetten en begeleiden van re-integratietrajecten. Door hun expertise in de begeleiding van langdurig zieken te benutten, en hen financieel verantwoordelijk te houden voor de resultaten, worden ziekenfondsen aangemoedigd om meer en doeltreffender in te zetten op arbeidsmarktintegratie. De financiering en werkingskosten worden zo aangepast dat er een directe koppeling ontstaat tussen de inzet van de ziekenfondsen en de daadwerkelijke re-integratie van langdurig zieken.

Een laatste pijler is de samenwerking met de regionale diensten voor arbeidsbemiddeling. Deze diensten, zoals Forem, VDAB, Actiris en Arbeitsambt, krijgen een versterkte rol in het begeleiden van langdurig zieken naar passend werk. Zij zijn verplicht om binnen een maand na inschrijving actief contact op te nemen met de betrokkenen en een op maat gemaakt traject aan te bieden. Deze samenwerking wordt ondersteund door nieuwe akkoorden waarin ook afspraken over gegevensuitwisseling en financiering duidelijk zijn vastgelegd. Het gezamenlijke doel is om van een voornamelijk medische benadering over te schakelen naar een multidisciplinaire aanpak die het arbeidspotentieel van elke werknemer centraal stelt.

Kortom, met dit beleid wil deze regering niet alleen de economische impact van langdurig ziekteverzuim  beperken, maar vooral mensen de steun bieden die zij verdienen om weer volwaardig - en op eigen ritme - deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Sleutelwoorden daarbij zijn: heldere en gedeelde verantwoordelijkheid, snelle actie, verbeterde communicatie tussen de actoren en vernieuwende instrumenten voor monitoring en evaluatie.

Naast ‘Terug Naar Werk’ zal ik ook aandacht hebben voor werkbaar werk. Zo zal ik meewerken aan de invoering van het familiekrediet om een goede de balans tussen het privéleven en werk te garanderen. Daarnaast zet FEDRIS zijn inspanningen voort om werknemers met de eerste tekenen van beroepsmatige uitputting via het het structurele preventieprogramma burn-out tijdig op te sporen. 

Daarnaast moeten we werken meer belonen.

Naast een belastinghervorming die proportioneel vooral ten goede zal komen aan werknemers die een loon verdienen onder het mediaan loon, zullen we de koopkracht van de werknemers ook versterken via parafiscale maatregelen zoals een dubbele verhoging van het gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen (GGMI), een dubbele verhoging van de maaltijdcheques met 2 euro, een verlaging van de bijzondere bijdrage aan de sociale zekerheid en de versterking van het werkbonus.

Daarnaast ondersteunen we ook de competitiviteit van onze ondernemingen door een stapsgewijze verlaging van de werkgeversbijdragen voor de lage en middenlonen, het invoeren van een loonplafond voor de zeer hoge lonen en het verminderen van de werkgeversbijdragen voor eerste 5 werknemers in startende en kleine ondernemingen.

Een andere belangrijke pijler is een doelmatige sociale bescherming om de koopkracht van de mensen te beschermen.

Ook in deze budgettair moeilijke situatie behouden we de automatische indexatie van uitkeringen en tegemoetkomingen om de koopkracht van de meest kwetsbaren in onze samenleving te beschermen.

Gelet op de begrotingssituatie en de aanzienlijke verbetering van de sociale minima de laatste tijd, zullen geen verhogingen bovenop de index tijdens deze legislatuur worden toegekend in het kader van de welzijnsenveloppe. Zoals aangegeven, zal echter een oefening met de sociale partners worden uitgevoerd over de toekomstige berekening en optimale besteding van deze enveloppen.

Een specifiek budget is voorzien om de uitkeringen voor de meest kwetsbare groepen, zoals personen met een handicap, zieken en invaliden, te verhogen. Ik zal een voorstel doen aan mijn bevoegde collega-ministers over het gebruik van dat budget in het kader van mijn bevoegdheid Armoedebestrijding.

Voorts zal ik met FEDRIS het werk verderzetten rond preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten, bijvoorbeeld in de sector van de dienstencheques of rond huidkanker in de bouw- en groensector.

Aangezien mijn beleid tot doel heeft zowel het behoud van als de terugkeer naar werk aan te moedigen en te ondersteunen, zal ik Fedris bovendien ook vragen om de moeilijkheden te analyseren die werknemers die getroffen worden door een arbeidsongeval of een beroepsziekte kunnen ondervinden bij een werkhervatting.

Daarnaast zal ik ook blijven inzetten op een sociaal Europa.

De Europese Pijler van Sociale Rechten blijft ons kompas naar een sociaal Europa dat opwaartse convergentie tussen de lidstaten aanmoedigt. Ik zal me blijven inzetten voor de uitvoering van de Europese Pijler.

Het Europees Semester blijft het belangrijkste proces voor de coördinatie van het begrotings-, economisch, sociaal en werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten. Het is belangrijk dat dit Europees Semester een uitgebalanceerde aandacht besteedt aan de economische en sociale doelstellingen. Het kader voor sociale convergentie, dat werd opgezet op gezamenlijk initiatief van België en Spanje en dat de risico's van sociale convergentie binnen en tussen de lidstaten in kaart brengt, speelt in dit verband een belangrijke rol. Daarom steun ik de verdere uitvoering van het kader voor sociale convergentie als onderdeel van het Europees Semester.

Tot slot zal de regering een grondige oefening doen om na te gaan hoe de overheidsmiddelen optimaal ingezet worden en een keuze te maken op welke taken de federale overheid zich moet focussen. Ik zal voor het domein sociale zaken bijdragen aan deze oefening die getrokken wordt door mijn collega’s, de minister van Begroting en de minister van Ambtenarenzaken.

Het doel van dergelijke hervormingen moet voor mij niet alleen een efficiëntere overheid zijn, maar ook eerst en vooral zorgen voor een betere dienstverlening aan de burger.

Tot zover geachte voorzitter, geachte leden een korte toelichting bij mijn beleid voor deze legislatuur.

 

Hieronder vindt u de link naar de volledige beleidsverklaring

Document
56K0767008.pdf (393.56 kB)