Federale overheid en deelstaten samen in actie met programma om kwetsbare moeders en hun kinderen beter te ondersteunen
De federale overheid investeert samen met de deelstaten in een geïntegreerd programma dat kwetsbare moeders en hun gezin ondersteunt tijdens en na hun zwangerschap. Dat doen de bevoegde ministers op basis van de aanbevelingen van het Kenniscentrum (KCE). Op vraag van de Interministeriële Conferentie werd een multidisciplinair perinataal programma uitgetekend. Het gaat over investeren in goeie en aangepaste zorg en welzijn in aanloop naar de geboorte, maar ook in de maanden erna, zowel in de zorg en het welzijn van het kind als voor zijn ouders. “Want in het beste land ter wereld verdienen alle kinderen gelijke kansen op een goed leven,” zeggen de ministers. De gloednieuwe perinatale programma’s worden dit jaar in de verschillende deelstaten uitgerold.
Gelijke kansen beginnen al van voor de geboorte, van bij de conceptie dus en tijdens de zwangerschap. Die beste ontwikkeling kent daarna een cruciaal vervolg in de wieg, tijdens de eerste 1.000 dagen van elke pasgeborene. Eden goeie start van het leven staat of valt met een goede gezondheid (ook van de moeder, waar de foetus zich ontwikkelt tot een baby), omringd door warmte, genegenheid en liefde.
In ons land krijgt de overgrote meerderheid van de kinderen die warmte en genegenheid om later uit te groeien tot sterke gezonde persoonlijkheden. Standaard is onze gezondheidszorg daarop ingesteld. Alles is voorhanden om baby’s - op een gezonde manier op de wereld te zetten en die goedie start, met een goede gezondheid, maximaal te garanderen. En hun ouders daar maximaal in te ondersteunen... En toch.
Nog te vaak loopt het echter mis voor velen onder hen tussen de conceptie en de eerste levensjaren. De emancipatie, de ontwikkeling van talent en een eerlijke kans op een goed leven voor élk kind dat in ons land geboren wordt, is cruciaal voor een gezamenlijke toekomst. En dat mag niet afhangen van wat ouders niet kunnen (doen), mag niet afhangen van waar de wieg staat, en mag zeker niet afhangen van goodwill of liefdadigheid. Daarom willen we als overheden die structuren aanbieden waarin elk kind die eerlijke kans krijgt: op een gezonde ontwikkeling, op de nodige warmte, maar evenzeer de nodige steun voor de ouders.
De eerste 1.000 dagen van het kind hebben gevolgen voor het leven. In die periode wordt de basis gelegd voor lichamelijk, psychisch en sociaal welzijn van het kind. Onderzoek toont aan die periode cruciaal is voor de ontwikkeling van je hersenen, van je schoolprestaties, je kansen op een job, maar ook de kans op een ziekte te laten vergroten of te verkleinen.
Veel meer investeren in die eerste 1.000 dagen is dan ook een noodzakelijke stap in onze gezondheidszorg. We moeten daar echt een tandje bijsteken als we naar de cijfers van de zwangerschapsbegeleiding kijken: zo krijgt in België ongeveer 4% van de vrouwen niet het aanbevolen minimumaantal prenatale consultaties; en heeft 3% zelfs geen contact met een zorgverlener tijdens de eerste 20 weken van de zwangerschap. Een ander probleem waarop in verschillende studies wordt gewezen, is het relatief grote aantal ouders of toekomstige ouders met geestelijke gezondheidsproblemen in verband met de zwangerschap. Sommige cijfers spreken over 20 tot 25% van de moeders, tijdens de zwangerschap of na de bevalling.
Het perinataal programma: een drietrapsaanpak
(1) zorgen dat de betrokken ouder(s) met specifieke behoeften - zeker in kwetsbare situaties - toegang hebben tot het programma. Dat betekent in de eerste plaats informeren en opleiden in alle geledingen van onze zorg en welzijn, maar ook veel meer aanklampend te werk gaan en dus onze voelsprieten uitzetten om die kwetsbare vrouwen te identificeren én te bereiken. Om ze daarna te screenen op psychologische, maar ook sociale en financiële kwetsbaarheid. Dat doen we op basis van de "Born in Belgium-tool" die in opdracht van het Riziv werd ontwikkeld, een tool met indicatoren die op wetenschappelijke basis zijn vastgelegd, en waarbij dus concreet de psychosociale situatie van zwangere vrouwen wordt nagegaan op basis van die indicatoren.
(2) het is met die tool en op basis van die screening dat zorg- en welzijnsverleners gezinnen een multidisciplinaire aanpak aanbieden - op maat en al dan niet intensiever naargelang de nood - en zo voor hen écht een persoonlijk zorg- en welzijnstraject uit te tekenen, met daarbij uiteraard ook een goeie en regelmatige follow-up thuis. Daarbij wordt voorzien in uitgebreide prenatale consultaties om in te gaan op de aanpak van psychosociale kwetsbaarheden.
(3) het voorzien in een goed gecoördineerde perinatale zorg en het invullen van de rol van zorg- en welzijnscoördinator, d.w.z. ofwel de ouder(s) zelf ofwel een vertrouwensfiguur uit het multidisciplinaire team die – in nauw en intensief overleg met het gezin - ervoor zorgt dat alle stappen van het programma daadwerkelijk worden gevolgd en vooral toeziet dat alle vragen en bekommernissen van de ouder(s) en het gezin ook effectief worden aangepakt. Deze persoon kan een zorgverlener of een maatschappelijk werker zijn die heel dicht bij - of gewoon in - de leefwereld staan van die kwetsbare gezinnen. De zorg- en welzijnscoördinator kan een pak andere actoren betrekken bij de ondersteuning, gaande van huisarts of vroedvrouw, tot een psycholoog, maatschappelijke werker en een multicultureel bemiddelaar. Afhankelijk van de situatie.
Vandaag keurde ook de Vlaamse ministerraad de overeenkomst goed, waardoor het programma nu integraal kan worden uitgerold in elk deel van het land. Zij zullen daarbij ondersteund worden door de locoregionale ondersteuningsstructuren, zoals onder meer de zorgraden in Vlaanderen of Brusano in Brussel. Het verzekeringscomité van het RIZIV formaliseert de overeenkomsten aanstaande maandag.
Federaal minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke: "De eerste 1.000 dagen, vanaf de conceptie, in de wieg, wanneer een kind eerste stapjes zet, is bepalend voor de toekomst van het kleine kind. En die toekomst mag niet afhangen van wat ouders niet kunnen (doen), of niet hebben: dat is onrechtvaardig. Daarom werken we met alle beleidsniveaus in ons land samen en zo dragen we zorg voor onze allerkleinsten. De omvattende perinataal zorgprogramma’s moeten het toelaten om zwangere vrouwen die psychologisch, sociaal of financieel kwetsbaar zijn actief op te sporen en hen, samen met hun toekomstige baby, van bij de start te ondersteunen met zorg op maat. De federale regering investeert 14,342 miljoen euro in dit gloednieuwe perinataal zorgtraject.”
Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits: “Voor mij is het belangrijk dat de zwangere vrouw en haar kindje centraal staan in geïntegreerde, doelgerichte zorg, waarbij we daadwerkelijk bruggen bouwen tussen zorg en welzijn. Zo leiden we mensen toe naar de juiste hulp. Met dit interfederaal programma voor kwetsbare zwangere vrouwen en hun kinderen tijdens de eerste 1000 dagen hebben we hierin een mijlpaal bereikt. We hebben intens samengewerkt aan een evenwichtige overeenkomst waarbij de zorg- en welzijnsverleners echt samen, ook met het gezin, en op maat de zorg en ondersteuning kunnen bieden. Het agentschap Opgroeien en Departement Zorg werken met de federale overheid verder aan de concrete implementatie en opvolging van dit perinataal programma.”
Waals minister van Gezondheid Christie Morréale: “Dankzij Proxisanté, ons nieuw organisatiemodel voor de eerstelijnsondersteuning- en zorg, zullen we in nauwe samenwerking met de ONE maar ook met ziekenhuizen, artsen, vroegvrouwen, door AVIQ en SPW erkende actoren... specifieke ondersteuning kunnen bieden aan alle zwangere vrouwen in Wallonië. De opvolging en begeleiding is op maat en afhankelijk van hun individuele behoeften, met bijzondere aandacht voor aanstaande moeders met een complexere psychosociale achtergrond.”
Brussels minister van Gezondheid Alain Maron: “Zwanger zijn, bevallen en een kind voeden terwijl je te kampen hebt met financiële of sociale problemen of een slechte gezondheid is voor geen enkele vrouw of kind wenselijk. In Brussel bieden tal van diensten al hulp bij verschillende problemen (ONE, Aquarelle, Kind en Gezin, Nasci, ziekenhuizen waaronder het UMC Sint-Pieter, enz.). De implementatie van dit geïntegreerde programma voor perinatale zorg, geïnitieerd door de federale regering, zal worden ondersteund door Brusano, de organisatie die de ondersteuning en coördinatie van de actoren op het terrein in de Brusselse zorgzones versterkt. De teams van verloskundigen die we nu al enkele jaren ondersteunen, zullen een belangrijke rol spelen in de begeleiding van deze kwetsbare patiënten. We investeren 4,5 miljoen euro in de opdrachten van Brusano, die voornamelijk ten goede komen aan kwetsbare bevolkingsgroepen.”
Minister van de Duitstalige Gemeenschap van Gezondheid Antonios Antoniadis: “Het perinataal zorgprogramma is een onderdeel van een bredere oefening over de reorganisatie en samenwerking tussen actoren op het terrein. Deze vorm van geïntegreerde zorg vormt de hoeksteen van de een sterkere samenwerking bij de zorg voor zwangere vrouwen, het kind en de omgeving. Het doel is duidelijk: het verbeteren van de ondersteuning van de toekomstige moeder en toekomstige gezinnen in het algemeen, de verdere ontwikkeling van het kind door ervoor te zorgen dat zij toegang hebben tot alle noodzakelijke middelen, ongeacht hun afkomst. Ik ben verheugd dat dit project, geïnitieerd door mijn dierbare collega Frank Vandenbroucke tot een goed einde werd gebracht, en nu grote belangstelling ondervindt bij alle belanghebbenden in de Duitstalige Gemeenschap.”
Professor Katrien Beeckman, coördinator Born in Belgium Professionals: “De pilootfase van het Born in Belgium Professionals platform leert onder meer dat 20% van de zwangere vrouwen depressiesymptomen vertonen, 15% geeft aan dat er financiële problemen zijn, 9% heeft een zeer beperkte sociale steun. De eerste ervaringen vanuit de zorgprofessionals leren ons dat zwangere vrouwen (98%) openstaan voor een gesprek over psychosociale kwetsbaarheid, zodat er samen naar oplossingen kan worden gezocht om het kind een zo kansrijk mogelijke start te bieden. Het digitale platform dat informatie centraliseert wordt ondertussen al gebruikt door 19 ziekenhuizen en 50 organisaties.”