Betere opvolging van kwetsbare moeders tijdens en na hun zwangerschap
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke investeert meer dan 11 miljoen euro om kwetsbare moeders beter op te volgen tijdens en na hun zwangerschap. Dat doet hij op basis van de aanbevelingen van het KCE. Zo gaf Vandenbroucke het Riziv de opdracht een multidisciplinair perinataal zorgtraject uit te tekenen, met specifieke aandacht voor kwetsbare vrouwen. Dat gaat over investeren in goeie en aangepaste zorg in aanloop naar de geboorte, maar ook in de maanden erna, zowel in de zorg voor het kind als zijn ouders. “Want in het beste land ter wereld verdienen alle kinderen gelijke kansen op een goed leven,” zegt Vandenbroucke. Het Riziv werkt op dit moment aan de concrete uitwerking van dit gloednieuwe perinataal zorgtraject dat vanaf 1 april 2024 - in nauwe samenwerking met de deelstaten - op het terrein uitgerold wordt.
Gelijke kansen beginnen al van voor de geboorte, van bij de conceptie dus en tijdens de zwangerschap. Die beste ontwikkeling kent daarna een cruciaal vervolg in de wieg, tijdens de eerste 1.001 dagen van elke pasgeborene. Een goeie start van het leven staat of valt met een goede gezondheid (ook van de moeder, waar de foetus zich ontwikkelt tot een baby), omringd door warmte, genegenheid en liefde.
In ons land krijgt de overgrote meerderheid van de kinderen die warmte en genegenheid om later uit te groeien tot sterke persoonlijkheden. Standaard is onze gezondheidszorg daarop ingesteld. Alles is voorhanden om baby’s - op een gezonde manier op de wereld te zetten en die goeie start, met een goede gezondheid, maximaal te garanderen. En hun ouders daar maximaal in te ondersteunen... En toch.
Nog te vaak loopt het mis voor velen onder hen tussen de conceptie en de eerste levensjaren. De emancipatie, de ontwikkeling van talent en een eerlijke kans op een goed leven voor élk kind dat in ons land geboren wordt, is cruciaal voor een gezamenlijke toekomst. En dat mag niet afhangen van wat ouders niet kunnen (doen), mag niet afhangen van waar de wieg staat, en mag zeker niet afhangen van goodwill of liefdadigheid. Neen, daar moet een overheid voor zorgen. Door mee die structuren aan te bieden waarin elk kind die eerlijke kans krijgt: op een gezonde ontwikkeling, op de nodige warmte, maar evenzeer de nodige steun voor de ouders.
De eerste 1.001 dagen van het kind hebben gevolgen voor het leven. In die periode wordt de basis gelegd voor lichamelijk, psychisch en sociaal welzijn van het kind. Onderzoek toont aan die periode cruciaal is voor de ontwikkeling van je hersenen, van je schoolprestaties, je kansen op een job, maar ook de kans op een ziekte te laten vergroten of te verkleinen.
Veel meer investeren in die eerste 1.001 dagen is dan ook een noodzakelijke stap in onze gezondheidszorg. We moeten daar echt een tandje bijsteken als we naar de cijfers van de zwangerschapsbegeleiding kijken: zo krijgt in België ongeveer 4% van de vrouwen niet het aanbevolen minimumaantal prenatale consultaties; en heeft 3% zelfs geen contact met een zorgverlener tijdens de eerste 20 weken van de zwangerschap. Een ander probleem waarop in verschillende studies wordt gewezen, is het relatief grote aantal ouders of toekomstige ouders met geestelijke gezondheidsproblemen in verband met de zwangerschap. Sommige cijfers spreken over 20 tot 25% van de moeders, tijdens de zwangerschap of na de bevalling.
Het perinataal zorgtraject: een drietrapsaanpak
(1) zorgen dat de betrokken vrouwen met specifieke behoeften - zeker in kwetsbare situaties - toegang hebben tot het traject. Dat betekent in de eerste plaats informeren en opleiden in alle geledingen van onze zorg, maar ook veel meer aanklampend te werk gaan en dus onze voelsprieten uitzetten om die kwetsbare vrouwen te identificeren én te bereiken. Om ze daarna te screenen op psychologische, maar ook sociale en financiële kwetsbaarheid. Dat doen we op basis van de "Born in Belgium-tool" van het Riziv, een tool met indicatoren die op wetenschappelijke basis zijn vastgelegd, en waarbij dus concreet de psychosociale situatie van zwangere vrouwen wordt nagegaan op basis van die indicatoren.
(2) het is met die tool en op basis van die screening dat zorgverleners vrouwen een multidisciplinaire aanpak aanbieden - op maat en al dan niet intensiever naargelang de nood - en zo voor hen écht een persoonlijk zorgtraject uit te tekenen, met daarbij uiteraard ook een goeie en regelmatige follow-up thuis.
(3) het invullen van de rol van zorgcoördinator, d.w.z. een vertrouwensfiguur uit het multidisciplinaire team die - in overleg met de moeder - ervoor zorgt dat alle stappen van het zorgtraject daadwerkelijk worden gevolgd en vooral toeziet dat alle vragen en bekommernissen van de moeder en het gezin ook effectief worden aangepakt. Deze persoon kan de zorgverlener zijn die verantwoordelijk is voor het toezicht op het zorgtraject (bv. de vroedvrouw), in samenwerking met een andere zorgverlener of een maatschappelijk werker die heel dicht bij - of gewoon in - de leefwereld staan van die kwetsbare vrouwen of kwetsbare gezinnen.
De volgende stap is nu het afronden van het overleg met de deelstaten – waaronder Vlaanderen – over hoe dit zorgtraject ingepast wordt in een globale aanpak van kwetsbaarheid in de eerste 1.001 dagen, welke middelen de gemeenschappen daar zélf voor inzetten en hoe praktische aspecten zoals gegevensuitwisseling worden geregeld. Het protocolakkoord Interfederaal Plan Geïntegreerde Zorg - dat de federale regering met de deelstaten ondertekende op 8 november - is daarin een belangrijke mijlpaal.
Frank Vandenbroucke: "De eerste 1.001 dagen, vanaf de conceptie, in de wieg, wanneer een kind eerste stapjes zet, is bepalend voor de toekomst van het kleine kind. En die toekomst mag niet afhangen van wat ouders niet kunnen (doen), of niet hebben: dat is onrechtvaardig. Daarom werken we aan dit omvattend perinataal zorgtraject dat moet toelaten om zwangere vrouwen die psychologisch, sociaal of financieel kwetsbaar zijn actief op te sporen en hen, samen met hun toekomstige baby, van bij de start te ondersteunen met zorg op maat. Dat doen we door hen bijvoorbeeld te omringen met een vroedvrouw, een huisarts, een gynaecoloog, of een maatschappelijk werker. De federale regering investeert 11,468 miljoen euro in dit gloednieuwe perinataal zorgtraject. In nauwe samenwerking met het Riziv en de deelstaten willen we dit vanaf 1 april 2024 op het terrein beginnen uit te rollen."