Communiqué de presse

Sterkere concurrentie bij het aankoopbeleid van ziekenhuizen moet goedkopere biosimilars meer kansen geven

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke neemt dwingende maatregelen om de concurrentie tussen producenten van biologische geneesmiddelen sterker te laten spelen wanneer ziekenhuizen dergelijke geneesmiddelen kopen. Het koninklijk besluit werd gepubliceerd in het Staatsblad en treedt begin oktober in werking. Jaarlijks besteedt de Belgische ziekteverzekering ongeveer 1,7 miljard euro aan de terugbetaling van biologische geneesmiddelen aangekocht door ziekenhuizen. Dat is een aanzienlijke som geld uit de sociale zekerheid. Diverse signalen wijzen op een gebrek aan concurrentie tussen de producenten van deze geneesmiddelen, zodat mogelijke besparingen voor de ziekteverzekering dankzij het aankopen van goedkopere, biologische geneesmiddelen onvoldoende benut worden. Daardoor wordt de ziekteverzekering gedwongen om meer uit te geven dan nodig en goed is. “Onnodig dure geneesmiddelen kopen is een verkwisting waar uiteindelijk alleen de gezondheidszorg en de patiënten de dupe van zijn”, zegt Vandenbroucke.

Een aantal Belgische ziekenhuizen maakt voor hun aankoopbeleid nog steeds geen of te weinig gebruik van geneesmiddelen als 'biosimilars’ (goedkopere alternatieven voor een biologisch ‘referentiegeneesmiddel’).  De overheidsopdrachtenwetgeving die een eerlijke concurrentie moet waarborgen wordt vandaag niet of minstens niet optimaal benut door een te groot aantal Belgische ziekenhuizen. Voor veel producten lijken er barrières te worden opgeworpen in de opdrachtdocumenten die ertoe leiden dat de concurrentie tussen verschillende farmaceutische bedrijven niet ten volle kan spelen.   

Dit gebrek aan marktdynamiek leidt tot het aankopen van voor de ziekteverzekering onnodig dure geneesmiddelen: als de barrières te hoog blijven en de concurrentie niet eerlijk verloopt, bestaat het risico dat de markt onaantrekkelijk wordt voor biosimilaire geneesmiddelenproducenten. Daardoor zal een prijsdaling van dure biologische geneesmiddelen ook niet optreden, vermits de biosimilars onze markt niet meer betreden, wat een verlies is voor onze ziekteverzekering. Gebrek aan marktdynamiek leidt ook tot verschraling van het aanbod van dergelijke belangrijke geneesmiddelen. Dat maakt ons land kwetsbaarder voor tekorten aan geneesmiddelen: het aanbod is minder divers en bij een probleem bij een beperkt aantal overgebleven spelers kan een geneesmiddelentekort optreden dat niet ingevuld kan worden door andere spelers, die er immers niet zijn. Nochtans heeft de overheidsopdrachtenwet wel tot doel om de overheidsmiddelen door ziekenhuizen zo rationeel als mogelijk te besteden.  

Openbare aanbestedingen zijn een nuttig instrument om ziekenhuizen of andere organisaties het meeste geschikte geneesmiddel te laten kiezen en aankopen. Als er voldoende farmaceutische bedrijven participeren aan de aanbesteding, vergroot dat de kans op het drukken van de prijs van een geneesmiddel.  Het koninklijk besluit (KB) dat begin oktober in werking treedt, legt de regels vast voor  openbare aanbestedingen inzake biologische geneesmiddelen (biologische referentiegeneesmiddelen en biosimilars).  De nieuwe regels moeten een aantal barrières in openbare aanbestedingen voor biologische geneesmiddelen wegwerken zodat meer bedrijven kunnen participeren en de mededinging vergroot en vooral eerlijker wordt.  Daartoe nemen we vier maatregelen: 

  1. Het vastleggen van voorwaarden en termijnen waarbinnen ziekenhuizen een openbare aanbesteding moeten plaatsen: het KB voorziet een verplichting voor ziekenhuizen om een overheidsopdracht te gunnen of toe te kennen voor biologische geneesmiddelen binnen een termijn van 9 maanden na het vergoedbaar en beschikbaar worden van de eerste biosimilar op de Belgische markt. Zo zitten ziekenhuizen niet vast aan een oud contract eens er een nieuwe speler is.  
     
  2.  Het opleggen van een maximale duur van de overheidsopdracht: een overheidsopdracht moet voldoende lang lopen om continuïteit voor patiënt, ziekenhuizen en farmaceutische bedrijven te garanderen. Anderzijds mag de opdracht niet te lang lopen, zodat de markt opnieuw kan worden opengesteld voor goedkopere alternatieven. Het KB beperkt de duur van de eerste opdracht tot twee jaar, jaarlijks verlengbaar tot maximum vier jaar.   
     
  3.  Het KB legt een aantal criteria vast die niet in rekening mogen worden gebracht bij het plaatsen van de openbare aanbesteding. Het gaat onder meer over overbodige gunningscriteria die referentiegeneesmiddelen te veel bevoordelen ten opzichte van biosimilaire geneesmiddelen.  
     
  4.  Er zal een tweejaarlijks verslag gepubliceerd worden over de toepassing van deze maatregelen, met oog op een evaluatie 

De uitkomst van deze maatregelen beoogt een eerlijke concurrentie in de Belgische markt voor biologische geneesmiddelen die aangekocht worden via ziekenhuizen, met tot doel een rationeler gebruik van overheidsmiddelen.  

“We trekken het tekort aan mededinging recht en zorgen dat goedkopere alternatieven sneller impact hebben op het aankoopbeleid van ziekenhuizen. Eerlijke concurrentie zal een gunstig effect hebben op de kostprijs voor de overheid, en overigens ook prijsdalingen sneller uitlokken. Maar bovenal garanderen we dat onze Belgische markt aantrekkelijk blijft voor alle biologische geneesmiddelen, en dat is ten voordele van de patiënt”, besluit Frank Vandenbroucke.