Discours

Proclamatievering interuniversitaire huisartsenopleiding

Dit jaar studeren er 330 huisartsen af aan de interuniversitaire huisartsenopleiding. Ik was aanwezig op de proclamatieviering in Antwerpen en gaf er een toespraak. Deze vindt u hier terug met de bijhorende slides.

Dankjewel professor,
Beste professoren,
Beste decanen, vice-rectoren en rectoren,
Maar vanavond vooral
Beste jonge huisartsen, en bij uitbreiding jullie familie en vrienden,

Het is me vanavond een waar genoegen om hier samen met jullie te zijn, in wat een scharniermoment is in jullie nog jonge leven, een moment waarop jullie, maar ook jullie ouders, familie en vrienden onnoemelijk trots mogen zijn.. Straks worden jullie plechtig afgeroepen en mogen jullie zich officieel huisarts noemen. En straks, op het einde van mijn toespraak, zou ik jullie graag - en dat in alle bescheidenheid - enkele tips willen geven voor een mooie, maar ook duurzame carrière.

Maar laat me openen met een vraag: hadden jullie, toen jullie aan deze opleiding begonnen, ooit durven te denken dat een wereldwijde gezondheidscrisis (ook) jullie zo hard zou treffen? Dat COVID zo'n impact zou hebben op jullie dagelijks leven, op jullie leerproces tijdens een academiejaar, of op de gezondheid van mensen die jullie liefhebben?

Uiteraard niet.

Maar we zijn hier samen door geraakt. Onze samenleving is hierdoor geraakt.
En dat deden we allemaal samen op basis van 2 fundamentele pijlers.

Wetenschap en solidariteit.


Het zijn twee sleutelbegrippen die onlosmakelijk met elkaar verbonden waren tijdens de gezondheidscrisis van de voorbije 2,5 jaar. Maar eigenlijk was dat niks nieuws, want ze vormen samen dé hoeksteen waarop onze gezondheidszorg in ons land al decennia is gebaseerd en waar ze ons in het buitenland voor roemen: betaalbaar én toegankelijk. COVID heeft ons opnieuw ten volle doen beseffen dat het samenvloeien van wetenschap en solidariteit de grondstof is van onze gezondheidszorg.

In mijn beleid is het geen geheim dat ik mij altijd zal laten leiden door de wetenschap. En wetenschap, dat betekent kennis, analyse, objectieve en bewezen parameters ook om je beleid op af te stemmen. In een wereld - en meer bepaald mijn wereld, die van de politiek dus, is dat niet altijd evident. Daar spelen helaas vaak andere parameters mee, waar ik hier niet over zal uitweiden. Wetenschap dus, samen met dat andere kostbare goed, dat kostbare goed dat solidariteit heet. Want als we dit virus onder controle kunnen houden, zal dat ook te danken zijn aan een collectief georganiseerd zorgsysteem. Een zorgsysteem waar iedereen onvoorwaardelijk toegang toe heeft. Dan zal dat te danken zijn aan al die gezamenlijke inspanningen die we hebben samen hebben geleverd.

Als deze gezondheidscrisis nog iets heeft aangetoond dat onmiskenbaar is, dan is het wel hoe heilzaam samenwerken is. Hoe heilzaam het is wanneer muren in en tussen ziekenhuizen, de huisarts, een testcentrum én een vaccinatiecentrum wegvallen. Ja, als wetenschap en solidariteit, als zorg écht bottom-up gebeurt in plaats vanuit Brussel wordt beslist.

Want ja, dat is precies wat er is gebeurd op het terrein. Mensen in de zorg gingen op andere diensten werken, of gingen plots zakendoen die ze nooit eerder deden. Opnieuw, dat gebeurde organisch, automatisch. En het is dat, dat we moeten vasthouden nu.

 

Beste jonge huisartsen, ik pleit ervoor die muren niet opnieuw op te trekken. De eerste lijn in Vlaanderen speelt daar een ongelooflijke voortrekkersrol in. En dat is te danken aan een beweging die 20 jaar geleden is ingezet.

20 jaar geleden stonden huisartsen er nog vaak alleen voor. Ze werkten enkel binnen de muren van hun eigen praktijk. Mensen gingen meer en meer rechtstreeks naar het ziekenhuis. Huisarts werd zo niet alleen een ondergewaardeerd beroep, maar dat was gewoon vaak ook niet doeltreffend voor de zorg van de patiënt. Noch efficiënt wat de uitgaven betreft. Bovendien was dat de slechtst mogelijke voorbereiding op de sterke groei van het aantal oudere mensen (door de vergrijzing van de samenleving) die veel meer te maken krijgen met chronische aandoeningen.

Daar hebben we toen op ingegrepen.
• door te investeren in huisartspraktijken,
• door te zorgen voor andere betalingsvormen dan enkel per prestatie, denk bijvoorbeeld aan het globaal medische dossier of de geïntegreerde praktijkpremie of denk aan de praktijken met een forfaitaire betaling
• door wetenschappelijke ondersteuning en de enorme vooruitgang op vlak van evidence based medicine en practice, waar de huisartsen echt een voortrekkersrol spelen
• door te investeren in elektronische communicatie en in samenwerkingsverbanden met andere disciplines, zoals bijvoorbeeld met apothekers.

Zo kon zich in Vlaanderen een sterkere eerstelijnsgezondheidszorg vormen, die minder eenzijdig gefocust is op enkel ‘genezen’, maar er ook veel beter in slaagt om ‘goal oriented care’ te leveren op maat van wat mensen nodig hebben voor een zo goed mogelijke kwaliteit van leven.

Vandaag zien we de positieve gevolgen van die samenwerking in praktijken en tussen praktijken. De huisartsen van de oudere generatie, die vaak een eigen praktijk hadden, gaan nu met pensioen, terwijl de jonge generatie er steeds vaker voor kiest om in een groepspraktijk te werken. Om zo ook een beter evenwicht te vinden tussen werk en privéleven. De huisarts die helemaal alleen werkt in zijn eigen praktijk zal stilaan helemaal verdwijnen. En dat is een goeie evolutie.

Alleen is het nu - 20 jaar later - tijd om die evolutie écht te versnellen, een nieuwe en beslissende schwung te geven. Want de uitdaging waar we vandaag voor staan, is dat we het ons niet langer kunnen veroorloven dat een huisarts helemaal op zijn - of haar - eentje verantwoordelijk is voor de zorg voor alle patiënten.

Jullie zullen dat snel voelen, of hebben dat ongetwijfeld al gevoeld op het terrein. De werkdruk is groot, wachtlijsten nemen toe, met patiëntenstop vaak tot gevolg. Tel daarbij de huidige pensioengolf bij huisartsen in Vlaanderen én de piek van de vergrijzing (en dus veel meer chronische zieken) die er nog moet aankomen, dan zal de uitdaging over 20 jaar - wanneer jullie jullie praktijk ten volle ontwikkeld zullen hebben - niet min.

Als we die uitdaging tot een goed einde willen brengen - ondanks de inspanningen die gedaan worden om meer huisartsen op te leiden - dan weten we nu al dat we voluit moeten inzetten op een andere praktijkorganisatie en een andere praktijkondersteuning.

Wel, dat is precies waar mijn New Deal voor de Huisartspraktijk over gaat. Een breed afsprakenkader om het beroep van huisarts in Vlaanderen - en bij uitbreiding in heel het land - de toekomst in te loodsen.

Om ervoor te zorgen dat de huisarts die essentiële schakel kan blijven vervullen in onze eerste lijn, en ervoor te zorgen dat jullie een lange en duurzame carrière uitbouwen - met een gezond evenwicht tussen werk en privé - dan kunnen we die uitdaging alleen aan door:
(1) volop in te zetten op samenwerking en ondersteuning binnen jullie praktijk, en dus mét mensen met andere profielen.
(2) volop in te zetten op samenwerking tussen jullie praktijk en andere actoren in de gezondheidszorg: met een ziekenhuis, met een woonzorgcentrum, of samenwerking in de onmiddellijke omgeving: met de apotheker, of met de thuisverpleegkundige bijvoorbeeld.
(3) volop in te zetten op een financiering die jullie de nodige rust en onafhankelijkheid biedt.

De New Deal voor de Huisartspraktijk is gebaseerd op die 3 pijlers. Ik ben ervan overtuigd dat dit een model is dat ervoor kan zorgen dat jullie jullie tijd kunnen besteden aan waar jullie écht voor opgeleid zijn, en dat is de zorg voor jullie patiënten.


Laat me beginnen met de eerste pijler van de New Deal uit de diepen: samenwerking en ondersteuning binnen jullie praktijk.

Ervoor zorgen dat jullie zoveel mogelijk van jullie tijd kunnen besteden aan waar jullie voor opgeleid zijn, betekent

(1) jullie maximaal 'ontlasten' van administratie. Denk aan het ‘ziektebriefje’ dat huisartsen zo vaak moeten schrijven; daar gaan we nu voor het eerst een zekere rem op zetten. Denk aan de attestgeneesmiddelen, waar tijdens de voorbije jaren een toenemende administratieve last mee gepaard is gegaan; om deze last in de loop van de komende jaren weer te verlichten, zullen daarover nog tijdens deze legislatuur stappen gezet worden.

(2) dat taken binnen een huisartsenpraktijk ook anderen kunnen doen. Als we dat correct en voldoende flexibel doen, zal het voor jullie gemakkelijker worden om jullie praktijken uit te bouwen en de zorg op te nemen voor méér mensen, doordat taken gemakkelijker worden gedelegeerd.

• Daarom vinden we het belangrijk dat praktijken een beroep kunnen doen op praktijkverpleegkundigen én/of praktijkassistenten.

o Praktijkassistenten: zo liggen er plannen klaar om een (HBO 5)-opleiding te voorzien, maar sommige aspecten van de voorgestelde functie vergen een aanpassing van de 'Wet uitoefening van Gezondheidsberoepen'. Zodra er een akkoord is over de juiste plaats van deze functie in de huisartspraktijk, zal ik de nodige wetsaanpassingen uitwerken.

o Praktijkverpleegkundigen: die opleiding - Verpleegkundige in Huisartspraktijk - bestaat al, zoals bijvoorbeeld hier in Antwerpen. Zij krijgen natuurlijk binnen een huisartspraktijk veel grotere verantwoordelijkheid. Zoals bijvoorbeeld het opvolgen van diabetespatiënten en het protocol dat daarbij hoort. Dat moet ervoor zorgen dat een groot stuk zorg - dat vandaag bij jullie ligt - gedelegeerd kan worden. Voor de job van praktijkverpleegkundige, is vandaag al veel interesse voor, onder meer van verpleegkundigen die een nieuwe uitdaging zoeken, binnen een praktijk waar ze ook verantwoordelijkheid hebben.


Dat brengt me dan bij de tweede pijler van de New Deal, met name samenwerking tussen jullie praktijk en andere actoren in onze zorg.

Ik heb het al gezegd, de idee dat jullie op jullie eentje zorg moeten dragen voor al jullie patiënten, is behalve onhoudbaar, ook compleet voorbijgestreefd. Het gaat in tegen het model van multidisciplinaire en geïntegreerde zorg waar we naartoe moeten. En dat model betekent uiteraard volop in onze gezondheidszorg investeren, maar ze ook hervormen. Want investeren en hervormen gaan hand in hand om aan de voorwaarden te voldoen van de Quintuple Aim, de 5 ambities waarmee we ons gezondheids- en gezondheidszorgbeleid voor de komende decennia willen invullen.

En die (5) gezondheidsdoelstellingen zijn:

• zorgen voor een betere zorgervaring- en kwaliteit voor onze patiënten.
• zorgen voor een minder stresserend werkklimaat voor onze zorgverleners
• zorgen voor meer sociale gelijkheid in de gezondheidszorg
• zorgen voor een échte meerwaarde op basis van de ingezette middelen
• om zo maximale gezondheid te creëren voor elke burger

De tijd ontbreekt me om dit vanavond uit te diepen, maar het zijn die doelstellingen die ons en jullie moeten motiveren. Het zijn ook die doelstellingen die geleid hebben tot de hervorming in de eerste lijn geestelijke gezondheidszorg die we nu aan het uitrollen zijn, en waar ik straks op terugkom: het belang van mentaal welzijn, en ook jullie mentaal welzijn.

Tot slot de derde pijler van de New Deal, een financieringsmodel dat jullie de nodige rust en onafhankelijkheid biedt.


De laatste decennia is een grote inhaalbeweging gebeurd in de financiële aantrekkelijkheid van het huisartsberoep: met onder meer het Globaal Medisch Dossier, de praktijkpremie, de telematicapremie, … Dit zorgde ervoor dat huisartsen reeds voor een klein deel forfaitair per patiënt of voor hun praktijk gefinancierd worden. Niettegenstaande worden ze nog steeds grotendeels per prestatie gefinancierd. Hoe meer patiënten, hoe meer consultaties, hoe hoger hun inkomen.

Het is mijn overtuiging dat we nog verder van die 'prestatiegerichte gefinancierde zorg' (fee for service) moeten gaan. Je behoudt een stuk financiering per prestatie, maar de druk op de huisartsen om per se volume te draaien, die moeten we doen dalen. We moeten gaan naar een meer geïntegreerde gefinancierde zorg. Uitgangsvraag moet daarbij zijn: wat moet de huisartspraktijk kunnen borgen aan zorg, welke middelen zijn daarvoor nodig en hoe kan dit stabiel worden gefinancierd?

Het financieringsmodel voor huisartsen moet (1) voldoende stimulerend zijn, (2) de toegankelijkheid voor de patiënt vrijwaren en waar nodig verbeteren, met specifieke aandacht voor de kwetsbare patiënt, (3) inzetten op continuïteit van zorg en beschikbaarheid, (4) huisartsen correct vergoeden voor taken tijdens en buiten de consultaties, (5) taakdelegatie toelaten, (6) de juiste incentives leggen, onder meer inzake preventie, populatiemanagement, multidisciplinaire samenwerking, kwaliteit, beschikbaarheid…, (7) zowel overconsumptie als-onderconsumptie vermijden en (8) administratieve eenvoud maximaal nastreven.

De New Deal is ambitieus, maar broodnodig. Daarom heb ik ook de opdracht gegeven aan een reflectiegroep - de reflectiegroep Van den Bruel-Belche - om dit traject van dichtbij op te volgen en zich over de uitrol te buigen. Ik ben alvast heel tevreden dat veel jonge huisartsen en haio's - onder wie veel jonge vrouwen - zich in deze reflectiegroep engageren. Ik vind het buitengewoon belangrijk om jonge stemmen te horen in dit traject. En dus niet over jullie en jullie toekomst te spreken, maar daarentegen samen met jullie, in een toekomst die ook gemaakt wordt door jullie. Om dit hoofdstuk over de New Deal af te sluiten, wil ik tot slot meegeven dat ik er vaart achter zet, en er ook een duidelijk tijdschema is afgesloten.

 

Beste jonge huisartsen,

Weg van silo's en het hokjesdenken maximale gezondheid nastreven voor elke burger. Dat is de opdracht. Om die gemeenschap van zorg te vormen, een echte en hechte gemeenschap van zorg.

Dat is natuurlijk ook best ambitieus, want dit vergt inspanningen en samenwerking op en tussen alle bevoegdheidsdomeinen en -niveaus. Dat betekent ook dat we mijns inziens veel beter en nog veel meer de brug moeten slaan tussen welzijn, een Vlaamse bevoegdheid, en zorg. De maatschappelijke omgeving van de patiënt moeten we de komende jaren écht maximaal verbinden met de zorg voor de patiënt. Dat vergt een goed onderbouwd plan. Daarom wordt op dit moment hard gewerkt aan een Interfederaal Plan Geïntegreerde Zorg. Dat plan moet de motor vormen voor verdere hervormingen de komende jaren, in samenspraak met de deelstaten.

Maar dat plan vormgeven, kan een minister of een overheid niet alleen. Daarvoor rekenen ik ook op jullie. En laat me met het voorbeeld van 1 hervorming dat concreet tastbaar maken voor jullie, met name mijn hervorming in de geestelijke gezondheidszorg in de eerste lijn.

Deze hervorming is écht een cultuuromslag van hoe we omgaan met geestelijke gezondheid. Ze is in de eerste plaats gericht op preventie en vroegtijdige detectie van psychische problemen, en in een tweede plaats een organisatie van de psychologische zorg, die laagdrempelig, gemakkelijk en eenvoudig bereikbaar is, én zo dicht mogelijk bij de burger. Om indien nodig snel te schakelen naar meer intensieve zorg.

Ik hoef jullie niet te vertellen dat artsen vandaag in toenemende mate geconfronteerd worden met mentale problemen van patiënten. Burn-out, angststoornissen, depressies, en andere psychische problemen zijn - samen met musculoskeletale aandoeningen – ook de belangrijkste oorzaken van arbeidsongeschiktheid: er is dan niet alleen de ziekte, maar ook de vraag wat nog de persoonlijke en professionele toekomst is van de patiënt.

Vooral voor huisartsen die al onder hoge werkdruk staan, is het niet altijd eenvoudig om hier voldoende tijd voor vrij te maken. En niet alle artsen zijn even goed onderlegd om met deze psychische problemen om te gaan, want dat is ook een kwestie van opleiding.
De nieuwe conventie ‘Psychologische zorg in de eerste lijn’, die nu uitgerold wordt door de Netwerken Geestelijke Gezondheidszorg, speelt hierop in.

Vernieuwend in deze conventie is onder meer dat niet enkel ingezet wordt op de brede bevolking of op patiënten; maar ook op de ondersteuning van de artsen in het omgaan van patiënten met psychische problemen. De psychologen en orthopedagogen die intekenen op de conventie moeten dat meenemen als een deel van hun opdracht!

Deze conventie is nog in volle ontwikkeling, maar ik hoop dat ze ruimte creëert voor broodnodige innovatie op het terrein. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid dat een huisarts bijgestaan wordt door een psycholoog tijdens een raadpleging met een van zijn of haar patiënten. Of advies krijgt van een psycholoog in hoe omgaan met signalen van mentale problemen. Het zou mooi zijn dat dergelijke praktijken op zoveel mogelijk plaatsen in overleg tussen de Netwerken Geestelijke Gezondheidszorg in samenwerking en de eerstelijnszones realiteit worden.

Beste jonge huisartsen,

Jullie hebben mijn boodschap intussen begrepen: de uitdaging waar we voor staan, kunnen we enkel aan door te zorgen voor continuïteit van zorg en multidisciplinaire samenwerking; door de competentie van elk individu op het gebied van gezondheid en autonomie te versterken; door niet alleen medische zorg, maar ook psychologische zorg en sociale relaties te waarborgen.

Door met andere woorden in te zetten op netwerkzorg rond de patiënt en door silo's af te breken. Wel, als ik naar jullie kijk hier vanavond, heb ik er het volste vertrouwen in dat we dat tot een goed einde zullen brengen. Jullie zijn - vanaf morgen - mee sleutelspeler in dat zorglandschap van de 21 eeuw. Zoals de beste centrale middenvelder in een voetbalploeg, die ook het spel naadloos en met precisie verdeelt. En dat op basis van 2 sleutelbegrippen waarmee ik mijn toespraak opende: wetenschap en solidariteit.

Wel, Wetenschap en solidariteit zijn bij uitstek ook jullie grondstoffen om straks een carrière lang op te bouwen. Want wetenschap, dat is de grondslag van uw vak, dat is evidence based practice, dat is excellente geneeskunde. Terwijl solidariteit de grondslag is van uw maatschappelijke inzet, dat is uw engagement, dat is uw roeping. Artsen moeten kunnen excelleren in beide dimensies.

Om af te sluiten wil ik jullie - jonge mensen die jullie allemaal nog zijn - in alle bescheidenheid - graag nog wat raad meegeven. En wel in de vorm van 3 tips.


(1) Blijf leren (en wees ook af en toe mild voor jezelf).


Jullie beroep is de gezondheid van mensen. Dat is natuurlijk een hele grote verantwoordelijkheid. Maar laat jullie daar niet door verlammen alsjeblief, waarmee ik wil zeggen: blijf leren en wees ook af en toe mild voor jezelf. En ja, zeker op jonge leeftijd zullen jullie wel eens een fout maken of misschien een verkeerde inschatting, maar ook dat is cruciaal om ervaring op te doen en te leren. Want vandaag is geen eindpunt. Jullie zijn dan wel afgestudeerd, maar nu begint het pas. Niet alles zal lukken in 1 vingerknip. Maar alsjeblief, blijf leren, een hele carrière lang, en dat om elke patiënt de beste zorg te verlenen.


(2) Laat je drijven door passie.

Laat je altijd drijven door je passie voor zorg, ook nog over 25 of 30 jaar. Denk aan vanavond en de reden waarom je hier bent geraakt. Da's niet alleen door volharding of karakter, maar door passie. Jullie passie voor zorg voor die andere. Maak van je passie voor zorg een wapen die muren afbreekt, in het belang van elke patiënt.


(3) Blijf kritisch.

Het is een cliché, maar in de wereld van vandaag - die snelle wereld waarin jullie zijn opgegroeid, met sociale media, is het zo ontzettend belangrijk om zelf te blijven denken en zelf te blijven nadenken. Kritisch te blijven. Voor wat in je leven gebeurt en wat in de wereld rondom jou gebeurt. Alleen bij die kritische blik - en die hebben jullie meegekregen de voorbije jaren - te blijven ontwikkelen doorheen jullie leven, is de toekomst van ons zorglandschap gebaat.

Van harte proficiat allemaal. Ik dank jullie voor jullie aandacht.