Discours

Opening Diabeteshuis Gent

Beste genodigden, 
Geacht publiek, 
En in het bijzonder al het zorgpersoneel hier aanwezig,  
 
Eerst een vooral wil ik jullie bedanken voor de uitnodiging om hier - samen met jullie - dit gloednieuwe diabeteshuis plechtig te mogen openen. Het toeval wil - of misschien is het geen toeval - dat ik ongeveer 20 jaar geleden een eerste diabeteshuis hier in Gent ook mocht openen. In die 20 jaar is uiteraard veel veranderd. En dat is in de eerste plaats te danken aan het waardevolle werk van de Diabetesliga, om te informeren te connecteren en te mobiliseren - zoals jullie dat zo mooi zeggen - en dat rond alle aspecten die van ver of dichtbij te maken hebben met zorg voor mensen met diabetes.  
 
Maar als jullie mij toestaan, zou ik graag eerst willen uitzoomen op wat moderne gezondheidszorg volgens mij moet zijn, om daarna specifieker in te gaan op de zorg rond diabetes. 
 
 
De coronacrisis beheerste de voorbije jaren ons leven. Het leven van iedereen. Voor mensen die met chronische ziekte leven was het extra lastig. Plots moest bijvoorbeeld worden overgeschakeld op zorg op afstand. Voor de zorgactoren was corona bijzonder zwaar. Ik wil van deze gelegenheid dan ook gebruik maken jullie te bedanken voor jullie inspanningen. We hebben geleerd dat als de nood hoog is, we snel kunnen schakelen en samen onze schouders kunnen zetten onder een gezamenlijke uitdaging.   
 
Gezondheid is dan ook ons allerhoogste goed, van onschatbare waarde, en we rekenen daarom sterk op een gezondheidszorg die toegankelijk en betaalbaar is. In het licht van de huidige energiecrisis - en de oplopende facturen voor heel veel mensen - is dat des te meer van belang.  
 
Want het laatste wat je nu wil, is dat mensen moeten inleveren op hun gezondheid. Ik doe er dan ook alles aan - binnen mijn bevoegdheid - om initiatieven te nemen om die betaalbaarheid te blijven waarborgen. Voor wie financieel kwetsbaar is, maar ook voor die middengroepen, die nu buiten de sociale tarieven vallen maar het evenzeer hard te verduren hebben.  
 
(1) Een voorbeeld daarvan is de maximumfactuur: 665.000 gezinnen worden vandaag geholpen door de maximumfactuur, waarvan 450.000 gezinnen waarin iemand lijdt aan een chronische aandoening. De maximumfactuur zet een plafond (vandaar ‘maximum’) op de som van de remgelden die je moet betalen voor medische zorgen. Twintig jaar geleden hebben we dit gecreëerd, maar het systeem kan nog altijd verbeterd worden. Zo hebben we dit jaar een bijkomend, laag plafond van 250 euro ingevoerd voor mensen met heel bescheiden inkomens, waardoor zowat 100.000 gezinnen sneller het remgeld terugbetaald krijgen voor hun geneesmiddelen, voor kinébezoeken, of voor een ziekenhuisopname. We moeten onderzoeken of nog andere verbeteringen mogelijk zijn, door bepaalde verstrekkingen die nu niet opgenomen zijn in het systeem toch op te nemen, of door de administratie nog te vereenvoudigen.  
 
(2) Een tweede voorbeeld is de derdebetalersregeling, die alle zorgverstrekkers in dit land sinds 1 januari mogen toepassen. Dat wil zeggen dat patiënten enkel het remgeld moeten betalen, en niet moeten voorschieten wat ze later toch terugkrijgen van de ziekteverzekering. Bij een raadpleging bij de huisarts is dat dus 4 euro, voor wie recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming 1 euro. De rest van het ereloon wordt rechtstreeks betaald door de ziekenfondsen aan de huisarts. Stel je voor: tot vorig jaar was het voor een aantal medische prestaties nog verboden om de derde betaler toe te passen! 
 
(3) Ten derde: zo veel mogelijk zorgverleners moeten de officiële tarieven toepassen, of anders gezegd, werken volgens de conventies. Helaas is de conventionering in een aantal sectoren (bij sommige groepen van artsen-specialisten, in de tandzorg en de kine) sterk gedaald. Ik wil dat iedereen die betrokken is bij de ziekteverzekering dus nadenkt over de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat meer zorgverleners de conventietarieven toepassen.  Ik zal onder meer voorstellen dat men in elk ziekenhuis een scan of radiologisch onderzoek kan ondergaan volgens de officiële tarieven van de conventie, dus zonder supplementen.  Er zijn minstens 20 Vlaamse ziekenhuizen waar dat vandaag al niet meer het geval is, waar je dus supplementen moet betalen aan de radioloog. Dat is onaanvaardbaar. 
 
 
Geacht publiek, 
 
Onze gezondheidszorg versterken, dat doe je uiteraard door erin te investeren. Daarom hebben we eerst en vooral de groeinorm - de jaarlijks toegelaten uitgavenstijging in onze gezondheidszorg - fors verhoogd: van 1,5% naar 2,5%, maar daarbovenop investeren we nog heel veel: in extra handen en opleiding, in betere lonen en werkomstandigheden, en in betaalbaarheid om onze zorg maximaal te garanderen voor élke patiënt.  
 
Maar je moet ook slim en efficiënt investeren. Zeker in budgettair krappe tijden geldt dat, maar evenzeer om onze gezondheidszorg op een robuuste manier de toekomst in te loodsen. En dat laatste vergt hervormingen. Want investeren en hervormen gaan hand in hand.  
 
Ja, we moeten hervormen om ervoor te zorgen dat we (1) met de beschikbare middelen maximale gezondheid creëren. Hervormen om te zorgen (2) voor een betere zorgervaring- en kwaliteit voor onze patiënten. Hervormen om te zorgen (3) voor een minder stresserend werkklimaat voor onze zorgverleners. Hervormen om (4) meer sociale gelijkheid tot stand te brengen in de gezondheidszorg, zodat niemand achterwege blijft of zich uitgesloten voelt van zorg. En (5) tot slot: om ervoor te zorgen dat de ingezette middelen tot een échte meerwaarde leiden. Dat zijn de 5 ambities - of in het jargon de Quintuple Aim - waarmee we ons gezondheids- en gezondheidszorgbeleid voor de komende decennia willen invullen.  
 
Of anders en korter gezegd: hervormen veronderstelt doelmatigheid.  
 
Concreet betekent dat de eerste vraag die we ons moeten stellen altijd moet zijn: welke zorg hebben mensen nodig, waar hebben mensen het meeste nood aan? Om vervolgens het geld - in functie van die noden - efficiënt in te zetten en dit gericht op het realiseren van gezondheid(zorg)doelstellingen en - bijvoorbeeld - niet op corporatistische belangen. Die mindshift, die beweging is nu ingezet samen met alle stakeholders in de zorg en dat is een fundamentele beweging. 
 
Dat is natuurlijk ook best ambitieus, en het zijn gezondheidsdoelstellingen die inspanningen en samenwerking vergen op en tussen vele bevoegdheidsdomeinen en -niveaus vergen. Dat betekent ook, beste Hilde (Crevits), dat we mijns inziens veel beter en nog veel meer de brug moeten slaan tussen welzijn, een Vlaamse bevoegdheid, en zorg. De maatschappelijke omgeving van de patiënt moeten we de komende jaren écht maximaal verbinden met de zorg voor de patiënt. Want welzijn, dat is ook gezondheid. En gezondheid, dat is ook welzijn. Voor mensen met een chronische aandoening, zoals diabetes, des te meer. Dat vergt een goed onderbouwd plan, dat zorg en welzijn verbindt. Daarom wordt op dit moment hard gewerkt aan een Interfederaal Plan Geïntegreerde Zorg. Dat plan moet de motor vormen voor verdere hervormingen de komende jaren, in samenspraak met de deelstaten. 
 
 
Graag zoom ik nu in op de diabeteszorg zelf. Eerst en vooral wens ik te benadrukken dat de zorg voor mensen met diabetes van hoge kwaliteit is in ons land. Daar mogen we best trots op zijn en ook in de verf zetten. Dat is te danken aan de volgehouden inspanningen van onder meer de Diabetesliga en de voorbeeldige samenwerking vaak tussen mensen met diabetes, clinici en wetenschappers in de schoot van diabetesverenigingen. En ik denk dat we daar ook de samenwerking met de overheden aan mogen toevoegen.  
 
De voorbije jaren zagen veel goede initiatieven het daglicht. Maar het is belangrijk om deze inspanningen verder te zetten, want er stellen zich heel wat uitdagingen. Betere diabetespreventie, beter gebruik van data, net als een hogere graad van welzijn.  
 
We proberen nu bij de opmaak van de begroting van de ziekteverzekering méér te vertrekken van prioritaire doelstellingen inzake gezondheidszorg. Bij de opmaak van de begroting 2022 waren onze prioriteiten: toegankelijkheid, geestelijke gezondheidszorg en geïntegreerde zorg. Daarvoor werken we voor het eerst met een transversale budgetlijn, en kijken we naar het globale plaatje van onze gezondheidszorg. Hilde (Crevits) benadrukte in haar toespraak terecht het belang van screening en preventie, maar dat betekent uiteraard niet dat er nog andere, specifieke noden zijn. Wat kunnen we beter doen, hoe pakken we dat aan, en vooral: waar investeren we op een verantwoorde manier in, om ook jullie waardevolle werk maximaal te laten renderen voor mensen met diabetes?  
 
Beleidsmatig betekent dat voor mij enkele zaken:  
 
(1) Ten eerste wil ik tijdens deze legislatuur tot een akkoord komen met de gemeenschappen over de fundamenten voor een geïntegreerde zorg, waarin over sectoren heen een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt opgenomen om de 5 doelstellingen te realiseren, ook voor mensen met diabetes. Eén van die fundamenten is het zogenaamd ‘empoweren’ van de zorgvrager. Iets waar ook jullie meer dan terecht de nadruk op leggen. Daar zetten we zeer sterk op in met onder meer de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg; met name door te investeren in het versterken van de veerkracht van mensen door eerstelijnspsychologische zorg veel toegankelijker te maken.  
 
(2) Ten tweede willen we de investeringen vanuit de ziekteverzekering ook veel sterker inzetten op basis van de gezondheidszorgdoelstellingen. Specifiek voor diabeteszorg betekent dat zo’n investering gericht is op het vervolledigen van het zorgpad diabetes. Daarvoor hebben we vandaag wel goed functionerende zorgtrajecten en diabetesconventies, maar het ‘voortraject’ is evenwel nooit goed uit de startblokken geraakt. Ik verneem met genoegen dat in een werkgroep van het Riziv een consensus werd bereikt om het voortraject om te zetten in een starttraject, waarbij een aantal knelpunten worden weggewerkt, de doelgroep wordt opengetrokken naar alle diabetes type 2 patiënten en sterk wordt ingezet op educatie. 
 
(3) Ten derde, het aspect van de wat we in het jargon 'de bekwame helper' noemen. De Diabetesliga is al langer vragende partij om daar werk van te maken. En ik geef jullie 100% gelijk. Om de eenvoudige reden dat dat gewoon een kwestie is van gezond verstand is. Als op school een leerling met diabetes zit, waarom zou een leerkracht dan niet als bekwame helper kunnen optreden? Idem op kantoor, of op de sportclub. We moeten dat taboe - wie wat mag doen in welk gezondheidsberoep - durven te doorbreken en dat in het belang van mensen met diabetes. En dat belang lijkt me hier - en al zeker in crisissituaties - overduidelijk. Langs de andere kant moet ik zeggen dat het niet vanzelfsprekend is om dit principe te vertalen in concrete politiek. Een en ander roept immers weerstand op - corporatistische belangen spelen mee - en dan is het zaak om mensen gerust te stellen. Maar elk op zich, elk op zijn of haar eigen terrein - in de eigen koker - blijven zitten, kan niet langer volgehouden worden. En al zeker niet als dat slecht is voor de patiënt. Daarom zal ik een voorstel om het statuut van ‘bekwame helper’ te regelen voorleggen in de regering, en ik hoop dat ik mijn collega’s kan overtuigen. 
 
 
Beste genodigden, 
 
Beste professionals in de diabeteszorg in het bijzonder, 
 
Met een steeds ouder wordende bevolking de komende jaren moéten we inspelen op de behoeften van het groeiende aantal mensen met chronische en/of meervoudige gezondheidsproblemen. Op een manier die rekening houdt met wat echt belangrijk is voor patiënten.  
 
Door te zorgen voor continuïteit van zorg en multidisciplinaire samenwerking; door de competentie van elk individu op het gebied van gezondheid en autonomie te versterken; door niet alleen medische zorg, maar ook psychologische zorg en sociale relaties te waarborgen. Door met andere woorden in te zetten op netwerkzorg rond de patiënt, door silo's af te breken en samen te werken.  
 
Met de opening van dit gloednieuwe diabeteshuis onderschrijven jullie mijn filosofie van doelmatige en geïntegreerde zorg. Zoals ik al zei, zetten jullie hier volop in op informeren, connecteren en mobiliseren van iedereen die met diabetes geconfronteerd wordt. Dit nieuwe huis zal gebruikt worden als kenniscentrum, als uitvalsbasis voor acties, als ontmoetingsplaats voor mensen met diabetes, vrijwilligers en professionals in de diabeteszorg. Laagdrempelig en vlot toegankelijk. Dankzij jullie kennis, engagement en expertise zal dit nieuwe en moderne huis opnieuw een verschil maken. Niet alleen voor mensen met diabetes, maar ook voor hun familie en vrienden. Ik wens jullie alle succes, en ook heel veel werkplezier.
 
Ik dank jullie!