Scholen als eerste partner voor mentaal welzijn van onze kinderen
Psychologische zorg ook bij kinderen en jongeren veel sneller en dichterbij brengen om zo langdurige psychologische problemen te vermijden: het is een van de assen waarop de hervorming psychologische zorg in de eerste lijn van minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, gestoeld is. "In dat verhaal is de school een logische partner", zegt Frank Vandenbroucke. "In samenwerking met de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s) en de Netwerken Geestelijke Gezondheidszorg willen we kinderen en jongeren die het risico (kunnen) lopen om psychische problemen te ontwikkelen, veel sneller op de radar krijgen, steunen én dus helpen. Precies om erger te voorkomen."
De hervorming psychologische zorg in de eerste lijn van Frank Vandenbroucke is niet alleen een ongeziene financiële investering (152 miljoen euro per jaar); niet alleen een verhaal van toegankelijk en betaalbaar maken; maar bovenal is het een hervorming die het hokjesdenken doorbreekt en muren sloopt. De hervorming is gebaseerd op een RIZIV-conventie die tot stand kwam in 2021, en nu stap voor stap uitgerold wordt; wat veel overleg en daarom ook veel tijd vraagt. Deze hervorming maakt een nieuwe en logische samenwerking mogelijk tussen wie zich rechtstreeks of onrechtstreeks - professioneel of niet - bekommert om de geestelijke gezondheid. Het doel is maximale mentale gezondheid creëren én kwaliteitsvolle geestelijke gezondheidszorg waarborgen door samen te werken.
Zo'n warme aanpak - waarin het als het ware een evidentie wordt dat je snel onrustwekkende signalen bij kinderen en jongeren oppikt, daarop meteen inspeelt en zelf de juiste steun biedt of indien nodig naar de juiste hulp leidt - vergt een doeltreffend organisatiemodel. Een organisatiemodel dat een lokale en dus nabije en laagdrempelige aanpak in de scholen ook concreet mogelijk maakt. Precies daarom werd een nieuwe organisatiestructuur uitgetekend - op basis van de bestaande 11 netwerken GGZ voor kinderen en jongeren - dat samenwerken tussen én binnen alle niveaus mogelijk maakt, maar waarin ook en vooral vlotte samenwerking met actoren buiten onze geestelijke gezondheidszorg een evidentie wordt. Dat is de cultuuromslag van deze hervorming.
Vandenbroucke: "In het geval van kinderen en jongeren is het dan niet meer dan logisch dat scholen een eerste partner worden in dat verhaal, naast bijvoorbeeld Jongerenadviescentra (JAC). Het doel is het toegankelijker maken van geestelijke gezondheidszorg en ze laagdrempelig, lokaal en dichtbij de leef-, leer- en speelomgeving van kinderen en jongeren te brengen. We maken met andere woorden de verbinding tussen de psycholoog, de zorgleerkracht, de leerlingenbegeleiders, de leerkrachten en de ouders. We doen dat natuurlijk in overleg met de Vlaamse minister van Onderwijs, Ben Weyts, met niet alleen respect voor de bevoegdheid onderwijs, maar ook met respect voor de manier waarop de CLB's en de scholen hun rol inzake mentaal welzijn en psychologische ondersteuning invullen."
Afsprakenkader is vastgelegd: CLB's en scholen kunnen nu opties vastleggen
In juli is een principieel afsprakenkader vastgelegd (zie bijlage) tussen het Vlaamse onderwijs en de federale overheid, op basis waarvan deze samenwerking de komende weken en maanden geconcretiseerd wordt. CLB's en scholen kunnen kiezen uit verschillende opties. Op die basis kan het aanbod geleidelijk ontwikkeld worden. Concreet: naast het systeem van doorverwijzing naar een geconventioneerde klinisch psycholoog/orthopedagoog in de buurt (aan 11 euro per sessie en 4 euro voor kinderen uit een gezin waar recht is op de verhoogde tegemoetkoming) en complementair met het bestaande aanbod binnen het CLB, wordt het voortaan mogelijk dat een geconventioneerde klinisch psycholoog/orthopedagoog aanwezig is in een lokaal op school, op internaat of in de lokalen van het CLB en kunnen individuele en/of groepssessies worden georganiseerd. In het laatste geval, valt het remgeld (van 11 euro of 4 euro) weg. Voor alle duidelijkheid: het is aan scholen en CLB’s om hierin keuzes te maken. , Belangrijk tot slot om mee te geven: de eerste individuele sessie om de zorgvraag duidelijk te omschrijven en adequaat te beantwoorden, is altijd gratis.
Inzetten op de detectie en preventie
Het afsprakenkader zet in op alle interventies die via de RIZIV-conventie vergoed worden. Dit zijn zowel groepsinterventies voor alle jongeren, leerkrachten en ouders (om bewuster en beter om te gaan met het mentaal welzijn van kinderen en jongeren) als gerichte interventies om kwetsbare kinderen en jongeren sneller te detecteren (die zowel individueel als in groep kunnen). De term 'kwetsbaar' heeft daarbij een brede invulling. Zo kan je kind het thuis heel goed hebben, maar op school gedurende lange tijd gepest worden. Dan is je kind kwetsbaar en moeten we er vroeg bij zijn om het te steunen, te helpen. Even goed kan een kind een ouder plots verliezen, of de eerste signalen van een eetstoornis ontwikkelen. Ook dat kind is dan 'kwetsbaar'. Samenwerken met scholen en leerkrachten - en preciezer nog met de CLB's - is wat we dit najaar in stelling brengen, voor problemen onoverkomelijk dreigen te worden, of erger nog ontsporen.
"Het is niet de bedoeling om in elke school de facto een psycholoog voltijds aan het werk te zetten", verduidelijkt Frank Vandenbroucke. "Wel moeten we ervoor zorgen dat scholen, leerkrachten, leerlingen, ouders, én CLB's weten waar ze kunnen aankloppen op een snelle en adequate manier. Om zo een vlotte samenwerking tot stand te brengen tussen onze scholen en de netwerken geestelijke gezondheidszorg. Vroegtijdige detectie en preventie, daar gaat het over."
Dat proces vergt uiteraard nog tijd en verder overleg dat in de maand september zal starten binnen de netwerken, in nauwe samenwerking met de minister van Onderwijs. Het is immers de bedoeling om netwerken en CLB’s de vrijheid te geven om initiatieven bottum-up te ontwikkelen. Vandenbroucke: "Zo kunnen scholen samen met een klinisch psycholoog/orthopedagoog een les of enkele sessies organiseren met informatie en tips rond 'je goed in je vel voelen'. Voor leerkrachten is het ook geruststellend dat zij handvaten krijgen bij wie leerlingen terecht kunnen als zij meer zorg nodig hebben. Zo breng je 2 expertisedomeinen samen: het onderwijs enerzijds en de zorgverlening anderzijds."
"Uit ervaring weten we ook dat laagdrempelige groepssessies werken. Zo maakten veel studerende jongeren tijden corona een zware en eenzame periode door. Daarom organiseerden we toen op de campussen aan de universiteiten en hogescholen groepssessies voor studenten. Het hielp jongeren ook om zich te realiseren dat ze niet als enige met donkere gedachten kampen. Dat kunnen we ook in onze scholen organiseren, voor kinderen en jongeren die bijvoorbeeld met faalangst of overmatige stress te maken hebben."