Persbericht

Bevriezing maximumtarieven van ereloonsupplementen in ziekenhuizen wordt verlengd

De nationale paritaire commissie artsen-ziekenhuizen (NPCAZ) besliste zopas om globaal gezien de bevriezing van de maximumtarieven van ereloonsupplementen in de ziekenhuizen te verlengen tot 31 december. Het gaat om een derde verlenging van deze maatregel sinds mei 2022. "Het toont aan dat iedereen het erover eens is dat de financiering van onze ziekenhuizen anders moet worden aangepakt. De bevriezing past in een een driedubbele doelstelling, waarover alle betrokkenen het ten gronde eens zijn en ook verder overleg zal gevoerd worden: (1) patiënten beschermen tegen hoge facturen, voor zorg in het ziekenhuis en daarbuiten (2) artsen-specialisten in ziekenhuizen correct vergoeden én (3) toelaten dat ziekenhuizen een financieel gezond beleid", zegt minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke.

Vandenbroucke maakt er een zaak van om patiënten te blijven beschermen tegen hoge ambulante facturen en ziekenhuisfacturen. Zo zijn er wettelijk afgesproken tarieven, maar in bepaalde omstandigheden mogen ziekenhuizen kamersupplementen aanrekenen en artsen ereloonsupplementen. In ziekenhuizen dragen artsen een deel van die supplementen af en zijn die supplementen voor de ziekenhuizen een bron van inkomsten. Die situatie zorgt er bijvoorbeeld voor dat een patiënt in een eenpersoonskamer in een ziekenhuis, voor eenzelfde behandeling door eenzelfde arts, tot ruim zeven keer meer betaalt dan in een tweepersoonskamer. ​ ​ 

Die trend wil minsiter Vandenbroucke keren, want er zit geen enkele logica in. Bovendien zien we dat de ereloonsupplementen jaar na jaar stijgen. Precies om uit die vicieuze cirkel te raken waarin ziekenhuizen en artsen nu al decennialang zitten - én patiënten extra's worden aangerekend - moet de financiering van de ziekenhuizen hervormd worden, zodat ziekenhuizen niet langer afhankelijk zijn van de afdrachten van artsen en zodat artsen op hun beurt niet moeten aankloppen bij de patiënt. De ziekenhuizen op een betere én rechtstreekse manier door de overheid financieren, maakt dan ook de kern uit van de hervorming van de ziekenhuisfinanciering van minister Frank Vandenbroucke. ​ ​ 

Vooruitlopend op die hervorming wordt nu opnieuw een rem gezet op de stijging van ereloonsupplementen door de maximumpercentages die op ziekenhuisniveau afgesproken zijn te bevriezen. Die bevriezing wordt in principe aangehouden tot 31 december. Tegelijk is er een standstill op de afdrachten van de artsen om ook hen te beschermen. Deze standstill gebeurt op een manier die medische innovatie in samenspraak met ziekenhuizen en artsen mogelijk houdt, maar vermijdt dat artsen de bevriezing van de supplementen moeten betalen. ​ 

Dit akkoord bevat twee elementen van flexibiliteit. Ten eerste wordt rekening gehouden met duidelijke verschillen in maximumtarieven die momenteel bestaan tussen de ziekenhuizen en die door de standstill worden verlengd. Uit het gevoerde overleg bleek dat het niet mogelijk is deze verschillen te blijven bevriezen. Vandaar dat wordt toegestaan dat de beperkte groep van ziekenhuizen die momenteel voor hun artsen een maximum hanteert dat minder dan 150 procent bedraagt, hun maximum tot op dat niveau mogen optrekken vanaf 1 juli, indien zij dit zouden wensen. Ten tweede zal Vandenbroucke onderzoeken of binnen het huidig voorziene budget een bijkomende financiële steun voor de ziekenhuiswerking kan worden vrijgemaakt; het vragen van supplementen wordt immers in verband gebracht met onvoldoende financiering. Indien de ziekenhuizen vinden dat deze inspanningsverbintenis van de minister voor hen geen of onvoldoende resultaat oplevert, dan kunnen zij de standstill opzeggen, maar niet met effectieve ingang voor 1 juli. 

Belangrijk is dat intussen in de schoot van de Nationale Commissie een overleg opgestart wordt over de hele problematiek van de supplementen bij ziekenhuisopnames, met het oog op duurzame oplossingen voor de toekomst. 

Frank Vandenbroucke: “Deze bevriezing is erg belangrijk, zowel voor de patiënten als voor de artsen. Zij is vanzelfsprekend slechts tijdelijk, maar creëert ruimte voor een grondige bezinning over de hele problematiek van supplementen bij ziekenhuisopnames.”