Communiqué de presse

Gezondheidsbudget mag niet uitgesteld worden

Vandaag was een cruciale dag voor de begroting van de ziekteverzekering. Voor patiënten, zorgverleners en ziekenhuizen is het van groot belang dat een begroting 2025 opgesteld wordt: dit garandeert de indexering van de vergoedingen voor de zorgverleners, maakt onze zorg betaalbaar en zorgt voor tariefzekerheid. ​ ​ Helaas heeft de Algemene Raad deze beslissing niet kunnen nemen, omdat hierover in de regering niet kon beraadslaagd worden. Nochtans lag binnen de regering een uitgewerkt, concreet en gedetailleerd voorstel voor om de begroting in 2025 op koers te houden, dankzij maatregelen (ten belope van 217 miljoen euro) om de uitgaven te beheersen, zonder last voor de patiënten. “Ik zal er alles aan doen om de begroting op de rails te krijgen. ​ Daarom vraag ik dat de eerste minister dringend het kernkabinet samenroept. Men kan zijn verantwoordelijkheid ter zake niet ontlopen”, zegt Frank Vandenbroucke.

Ieder jaar in oktober moet de begroting van de ziekteverzekering voor het jaar daarop worden vastgelegd. Dat is in het belang van patiënten, zorgverstrekkers én ziekenhuizen: de begroting vormt de basis voor correcte vergoedingen voor de zorgverleners en de ziekenhuizen, betaalbare gezondheidszorg en tariefzekerheid voor de patiënten. In september bracht het RIZIV minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke op de hoogte dat de uitgaven van de ziekteverzekering in 2025 met 217 miljoen euro hoger zouden kunnen liggen dan wat voorzien is met de wettelijk vastgelegde groeinorm (een reële groei van de uitgaven met 2,5%). Het gaat om uitgaven voor geneesmiddelen, honoraria voor artsen en tandartsen, en implantaten.
 
Minister Vandenbroucke trok daarop aan de alarmbel en vroeg de ziekenfondsen in overleg met de zorgverstrekkers om een voorstel uit te werken om de begroting voor 2025 op de rails te houden. Dat gebeurde ook. Op het Verzekeringscomité van 7 oktober werd daarover een akkoord gevonden onder ziekenfondsen en zorgverstrekkers (enkel de vroedvrouwen stemden tegen). Samen met het RIZIV werkte minister Vandenbroucke de voorbije dagen verder op dit voorstel. De evenwichten uit het begrotingsvoorstel werden behouden, de invulling ervan werd concreter gemaakt, rekening houdende met een aantal bemerkingen van actoren en regeringspartijen: een gedetailleerde roadmap ligt zo klaar om de begroting in 2025 op het spoor van 2,5% verantwoorde groei te houden (maar niet méér). ​
 
Vandaag moest de begroting 2025 goedgekeurd worden door de Algemene Raad. De sociale partners en de overheid zijn hierin vertegenwoordigd en hebben een doorslaggevende stem in de raad. Helaas wenste de eerste minister binnen de regering geen beraadslaging te organiseren over het gedetailleerde voorstel dat minister Vandenbroucke op punt heeft gesteld ter operationalisering van het voorstel van het Verzekeringscomité. In de Algemene Raad ging de stemming daarom over het initiële voorstel van het Verzekeringscomité. Omdat er geen unanieme positieve stem was bij de vertegenwoordigers van de regering (de vertegenwoordiger van Open VLD stemde tegen) is dit voorstel verworpen, ondanks het feit dat er bij de partners een meerderheid was voor het voorstel. ​
 
Frank Vandenbroucke betreurt deze situatie, waardoor op de eerste plaats kostbare tijd verloren wordt. De regering van lopende zaken draagt ter zake een grote verantwoordelijkheid: indien er geen begroting tot stand komt, zullen patiënten, zorgverleners en ziekenhuizen daarvan het slachtoffer zijn. Vandenbroucke zal zich er voor blijven inzetten, ondanks de tegenstand, om zo snel mogelijk een correcte en werkbare begroting voor 2025 op punt te stellen.
 
Voor het jaar 2024 zal er geen tekort zijn in de begroting: de Ministerraad keurde vrijdag de ‘claw back’ goed die de farmaceutische industrie betaalt om de overschrijding in het geneesmiddelenbudget in 2024 te compenseren, wat er (samen met onderbenutting van bepaalde deelbudgetten) voor zorgt dat er in 2024 per saldo niet meer zal uitgegeven worden dan voorzien. ​