Actualité

UZ Leuven en CHU Luik worden externe moedermelkdonorbank

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid bouwt twee externe moedermelkdonorbanken uit binnen UZ Leuven en CHU Luik. ​ Deze moedermelkdonorbanken zullen niet alleen te vroege baby’s in hun eigen ziekenhuis op weg helpen, maar in de toekomst ook andere ziekenhuizen in Vlaanderen en Wallonië van moedermelk voorzien. De ziekenhuizen die momenteel ook zelf een pasteurisator hebben en dus een eigen moedermelkdonorbank bezitten, worden ook forfaitair ondersteund per liter melk. In totaal wordt een bedrag van 1,1 miljoen euro geïnvesteerd. “Elke te vroeg geboren baby in België heeft, ongeacht zijn geboorteplaats, recht op de best mogelijke start in het leven. Moedermelk is voor prematuurtjes een echt geneesmiddel”, zegt minister Vandenbroucke.

Dat moedermelk onmiskenbare gezondheidsvoordelen biedt, is ondertussen geweten. Maar als een baby te vroeg geboren wordt en op neonatologie terechtkomt, is het niet vanzelfsprekend om bij de moeder de melkproductie op gang te brengen. Een vroeggeboorte is namelijk altijd het resultaat van een problematische zwangerschap, ofwel bij de moeder ofwel bij de foetus. Heel vaak is de melkproductie bij de moeder dan nog niet opgestart. 
 
Nochtans is het voor prematuurtjes extra belangrijk om een goede start te krijgen met moedermelk. Behalve de gezondheidsvoordelen voor alle pasgeboren baby’s heeft moedermelk bij te vroeg geboren baby’s extra therapeutische waarde. Nieuwe wetenschappelijke inzichten beschouwen moedermelk voor prematuurtjes zelfs als een geneesmiddel. ​ 
 
De uitbouw van de moedermelkdonorbanken voor externen in UZ Leuven en CHU Luik zal ervoor zorgen dat in de toekomst alle 19 bestaande neonatale intensive care units in ons land moedermelk kunnen geven aan baby’s die extra kwetsbaar zijn. Elke unit zal voorzien worden van een voorraad. Zo kunnen alle premature baby’s met bepaalde behoeften rekenen op de best mogelijke start. Vrouwen die melk doneren, alsook de melk zelf, worden nauwkeurig gescreend. Gedoneerde melk wordt nadien gepasteuriseerd. Voor premature baby’s is het essentieel dat zij veilige melk krijgen. Één enkele bacterie kan gevaarlijk zijn. Het is de bedoeling dat vrouwen die moedermelk op overschot hebben, naast het voeden van hun eigen kindje, zich in de toekomst zullen kunnen melden via een website. 
 
De melk die wordt verzameld in Leuven of Luik om de rest van België te bedienen, kan rekenen op een forfait per liter. Die forfait dekt de kosten van het controleren, verwerken en transporteren van de donormelk. Ook de melk die wordt vergaard in andere bestaande melkdonorbanken, en dus niet getransporteerd hoeft te worden, zal de federale overheid financieel compenseren. In totaal investeert Vandenbroucke 1,1 miljoen euro. Er wordt verwacht dat, bij volledige operationalisering men rond de 3.000 liter melk zal kunnen verwerken. Jaarlijks zouden 1.500 baby's geholpen kunnen worden. 
 
Dokter An Eerdekens, neonatoloog en lactatiedeskundige in UZ Leuven: “We zijn erg blij met de erkenning en broodnodige financiële ondersteuning van onze moedermelkdonorbank. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat als de moeder onvoldoende eigen moedermelk aanmaakt, het gebruik van donormoedermelk een meerwaarde is voor de gezondheid van de te vroeg geboren baby. In vergelijking met kunstvoeding beschermt moedermelk bijvoorbeeld tegen een aantal ernstige darminfecties. Het is bewezen dat moedermelk bijdraagt tot minder overlijdens op neonatologie.” 
 
Dokter An Eerdekens: “Om de moedermelkdonorbank verder uit te bouwen, waren dringend extra middelen nodig. Het proces is behoorlijk intensief: de moeder die melk afstaat moet gescreend worden op ziektes en de melk ondergaat een heel proces om geen virussen of bacteriën te bevatten. We verwachten dat we in het najaar van 2024 actief van start kunnen gaan om de andere ziekenhuizen in Vlaanderen te kunnen verder helpen.”