Lancering Health Data Agency
Vandaag werd de Health Data Agency (HDA) officieel gelanceerd met een symposium. Ik mocht er de openingstoespraak voorzien. Deze vindt u hieronder terug.
Geacht publiek,
Ik ben erg verheugd dat ik hier vandaag aanwezig mag zijn bij de lancering van het HDA of het Health Data Agentschap. Ik herinner me nog de eerste besprekingen over de oprichting. Dat was ergens midden in het jaar 2021, de coronacrisis was nog lang niet voorbij. Die oprichting werd al snel concreet toen er financiering kwam via het EU-fonds voor veerkracht en herstel.
We zijn nu tweeëneenhalf jaar verder. Er is niet alleen de nodige wetgeving en financiering. Het HDA is met voldoende autonomie ook ingebed in de FOD Volksgezondheid. Bovendien hebben we een geëngageerd beheers- en gebruikerscomité en hebben we de ruggensteun van verschillende ambassadeurs. We kunnen daarbij rekenen op een al even enthousiaste ploeg van medewerkers en een leidend ambtenaar die zich echt willen gooien voor dit project. Sofie De Broe geeft u straks meer informatie over de visie, de status en de oprichting van het HDA.
Er zijn besprekingen gestart met de gefedereerde entiteiten over hoe we het best kunnen samenwerken. Het doel is om een meerwaarde te creëren met de beschikbare data. Het gaat dan specifiek om gezondheidsdata, gezondheidszorgdata en gerelateerde data. Op deze manier willen we de zorg en ons gezondheidssysteem continu verbeteren.
We moeten daarbij wel rekening houden met de verschillende bevoegdheden in België. Daarom werken we eraan om het Health Data Agentschap ook een interfederale rol te geven, met sterke betrokkenheid van alle regio’s en gemeenschappen. Zo is er een samenwerkingsakkoord over digitale gezondheid en gezondheidsdata in de maak, waarin voorzien is dat de gefedereerde entiteiten volwaardig lid worden van het beheerscomité van het HDA.
Dit moet echt de basis vormen voor een langdurige samenwerking om de beschikbaarheid en het FAIR karakter van gegevens te verzekeren. Dit moet ervoor zorgen dat de principes van het EDHS of European Health Data Space worden geïmplementeerd. We moeten komen tot een ondersteuning van een geïntegreerde en multidisciplinaire samenwerking tussen zorgbeoefenaars, met inclusie van de zorggebruiker. Over het FAIR maken van data zal André Dekker meer vertellen in zijn presentatie.
Gegevens van goede kwaliteit rond gezondheid en gezondheidszorg moeten beschikbaar zijn. De regels voor toegang tot deze gegevens moeten duidelijk zijn voor zowel gebruikers als beoefenaars van zorg, om zo bij te dragen aan de gezondheid van de burgers en hun omgeving.
Waar het om gaat, is de toegevoegde waarde die zo tot stand komt voor de zorgbeoefenaars, voor de zorginstellingen en de patiënten. We verwachten van zorgverstrekkers en instellingen dat ze op een gestructureerde en gestandaardiseerde manier gegevens registreren en delen. Zodat anderen die kunnen gebruiken voor hun bijdragen aan de kwaliteit van de zorg en de gezondheid.
In eerste instantie ontstaat veel toegevoegde waarde omdat er kwaliteitsvolle en gestructureerde informatie beschikbaar komt over de patiënten. Maar dit moet ook gepaard gaan met een verhoogde werktevredenheid door een gebruiksvriendelijke en werk ondersteunende IT-omgeving.
Er is nu een overleg opgestart met stakeholders zoals ziekenhuizen en verzekeringsinstellingen die geïnteresseerd zijn om gezamenlijke processen en een gezamenlijke zienswijze te ontwikkelen. Een bewijs dat dit leeft is bijvoorbeeld het succes van het initiatief ‘data capabilities’ dat we met de ziekenhuizen en de psychiatrische ziekenhuizen zijn opgestart. Met data capabilities willen we de standaardisatie van gegevens en interoperabiliteit tussen systemen verzekeren zodat elk ziekenhuis in staat is herbruikbare gegevens ter beschikking te stellen of te bekomen. Ook met de industrie lopen er initiatieven. En burgers en zorgbeoefenaars zijn vertegenwoordigd in een beheers- en gebruikerscomité, zodat we verzekerd zijn van een breed gedragen aanpak en visie.
Toch zou ik graag nog even willen stilstaan bij enkele aandachtspunten. Onlangs lag ik in de krant de Standaard een interessant artikel over innovatie. Ik heb daarvan deze passage onthouden: “Innovatie is een soort toverwoord voor economische ontwikkeling en groei, maar dient niet altijd om de uitdagingen van morgen aan te gaan”.
Wat wordt daarmee bedoeld?
Het gaat om innovaties die niet noodzakelijk het algemeen belang dienen. Die dreigen, wanneer niet gecontroleerd, te discrimineren en de ongelijkheid te vergroten.
Ook op het vlak van medische innovaties moeten we aandachtig zijn.
We moeten erover waken dat de therapieën van morgen, die meer en meer gebaseerd zijn op gentherapieën, betaalbaar zijn voor iedereen. We mogen geen nieuwe klassenmaatschappij creëren op dit punt. België kent een lange traditie van een erg sociaal zorgsysteem, gebaseerd op gelijkheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit. Maar zelfs voor ons land zal het een grote uitdaging zijn om de solidariteit, die meer en meer onder druk komt te staan, te handhaven.
Hoe moeten we dan omgaan met de toegang tot gevoelige persoonsgegevens van medische aard? We gaan daarvoor samen met alle partijen een modus vivendi moeten zoeken en vinden. Dat gaat dan ook over de rechten en plichten die inherent zijn aan het gebruik van deze gegevens. Ik noem ook de rechten en plichten in verband met de gecreëerde meerwaarde voor beleidsondersteuning, preventie, onderzoek en productontwikkeling.
Alle betrokken partijen verwachten een antwoord op de vraag ‘what’s in it for me’. Dat geldt zowel voor de burgers, de zorgverstrekkers, de ziekenhuizen, onderzoeksinstellingen als voor de farmaindustrie. Elke partij heeft ook een verantwoordelijkheid voor de creatie van meerwaarde voor het algemeen belang. Gegevensgebruik is dus in se gebaseerd op solidariteit. Dit moet in elk van de stappen de kernwaarde zijn die we willen uitdragen.
Ook onze ‘health workforce’ moet mee kunnen profiteren van gedeelde data en informatie. Ze moeten beschikken over EHR-systemen die de zorg faciliteren met kwaliteitsvolle en goed gestructureerde informatie over hun patiënten. Die informatie moet een onmiddellijke toegevoegde waarde betekenen voor de zorgverlening. Zo krijgt de zorgbeoefenaar meer tijd voor de zorg van de patiënt. Het Initiatief over het Belgian Integrated Health Record moet hier toe bijdragen.
Ik had het daarnet over het belang van een solidaire verdeling van de vruchten van innovatie en datadeling. Overigens stelt de vraag naar de meest gewenste innovatie zich ook in mondiaal verband. Als we oplossingen zoeken voor bepaalde ziektes, zijn dat dan de zeldzame ziektes die vooral het rijke Westen treffen? Of zoeken we ook oplossingen voor ‘verwaarloosde’ ziektes die vooral de landen treffen met lage- en middeninkomens?
De lancering van het HDA biedt daarom ook een nieuw perspectief op data-solidariteit.
In een recent artikel analyseert professor Barbara Prainsack van de universiteit Wenen hoe de maatschappelijke waarde van het gebruik van digitale gegevens te beoordelen. Ze heeft het over een ‘data-benefit balans’ en de voorwaarden die noodzakelijk zijn om doorgedreven data-solidariteit te realiseren.
Het kan niet zijn dat met data commerciële winsten worden behaald, waarbij de gemeenschap geen eerlijk aandeel van de maatschappelijke winst ontvangt. Dit draagt niet bij aan wat ze noemt de ‘digitale duurzaamheid’ of een aanpak op lange termijn voor datagebruik ten dienste van de maatschappij. Ze zoekt oplossingen in de zin van collectieve controle, verantwoordelijkheid, toezicht en eigenaarschap van digitale data en middelen.
Bart De Witte zal het hier straks ook hebben over, onder andere, het begrip data als een ‘asset’ en social benefits.
De vraag blijft of we data als een bedrijfsbezit mogen zien. Want wat zijn de mogelijke maatschappelijke gevolgen hiervan? Kunnen principes zoals data-solidariteit helpen om een nuttige en veilige omgeving voor data-hergebruik te creëren? Een omgeving waarbinnen eventuele risico’s die samenhangen met het ter beschikking stellen en het gebruik van data beheerst worden.
Een belangrijke evolutie en drijfveer voor hergebruik van gegevens is Artificiële intelligentie of AI. AI rekent op massale beschikbaarheid van data om de systemen aan te leren en ze te helpen te contextualiseren. De beschikbaarheid van gegevens van goede kwaliteit is daarom erg belangrijk om AI-systemen te ontwikkelen. Deze systemen maken het mogelijk om ondersteuning te bieden aan beleidsmakers, zorgverleners en zelfs individuen. Denk aan de ondersteuning bij het voorschrijven of interpretatie van medische beeldvorming.
Ik zou nog graag het belang van de Europese Unie in dit verhaal willen beklemtonen.
De eerste helft van 2024 is België voorzitter van de Raad van de Europese Unie. België stelt alles in het werk om de EHDS-verordening goedgekeurd te krijgen voor het Europees parlement wordt ontbonden. We geloven dat deze verordening een essentiële verbetering betekent voor zowel het primair als het secundair gebruik van gezondheidszorggegevens, inclusief het cross border aspect. En dit met alle respect voor de privacy van het individu.
De onderhandelingen tussen de Commissie, de Raad van lidstaten en het Europees parlement zijn positief gestart. Het doel is om de verschillende zienswijzen op elkaar af te stemmen.
Er zijn in totaal 19 overlegmomenten gepland, buiten het extra overleg dat ook op een politiek niveau nodig zal zijn.
De EHDS mag niet een extra administratieve last betekenen om toegang te hebben tot gegevens. Maar moet de beschikbaarheid van deze gegevens onder de correcte juridische en privacy-voorwaarden juist gaan stimuleren. En hier de nodige afspraken en infrastructuur voor voorzien.
Ik engageer me voor 100 % om oplossingen te vinden voor de laatste hordes die er nog zijn, zoals hoe de burger kan tussenkomen in de beschikbaarheid van hun geanonimiseerde of gepseudonimiseerde gegevens voor hergebruik. De genetische gegevens nemen hier een bijzondere plaats in omdat die van belang zijn voor elk wetenschappelijk onderzoek en de vooruitgang die ermee kan gerealiseerd worden. Anderzijds zijn deze gegevens heel moeilijk te anonimiseren.
Hier moeten we zoeken naar een ethisch en juridisch evenwicht. Mijn zienswijze is dat initieel iedereen bijdraagt aan de beschikbaarheid van gegevens voor bepaalde doeleinden, zoals gezondheidszorg, en dit in alle transparantie over waarvoor deze gegevens worden gebruikt.
Ik wil ook inzetten op een Europa dat “cares, prepares and protects”. En om die drie ambities te verwezenlijken, zijn data essentieel. Om de gepaste zorg te kunnen bieden, moeten we er uiteraard voor zorgen dat onze zorgverleners goed opgeleid zijn en de nodige vaardigheden blijven ontwikkelen. Om nieuwe inzichten te vergaren heb je gegevens nodig.
Om een gezondheidssysteem doelmatig te hervormen, is het belangrijk om onvervulde noden te identificeren en prioriteiten vast te leggen op een empirisch onderbouwde manier. Ook daar heb je gegevens voor nodig. Net als voor populatiemanagement of het nemen van preventieve maatregelen die ervoor zorgen dat iedereen voor gezondheid kan kiezen.
Zou ik de coronacrisis nog even aanhalen? Misschien wel … COVID-19 heeft duidelijk aangetoond dat data essentieel zijn voor het goed beheer van een pandemie en om voorbereid te zijn voor een pandemie die in de toekomst kan woeden. Hiervoor is proactieve kennis en een snelle beschikbaarheid en exploitatie van data belangrijk.
Hoe kan een groep als de Risk Management Group of het politiek beleid functioneren? Daarvoor moeten we ons kunnen baseren op real-time informatie. Het is deze informatie die ons sneller toont hoe de pandemie evolueert en waar we prioriteiten moeten leggen.
Ik keek net even achterom naar de coronacrisis. Maar de weg is natuurlijk vooruit. Misschien hebben jullie vernomen dat ik in Europa het initiatief nam om de beschikbaarheid van medicatie in de toekomst te verzekeren. Hoe gaan we dat doen? Door een mechanisme van solidariteit op te zetten tussen landen. Waarbij een tekort in één land wordt opgevangen door een ander land. Maar daarvoor moet je die tekorten goed in kaart brengen. Hetzelfde geldt voor de ‘Critical Medicines Act’ die de productiecapaciteit in Europa moet verzekeren. Ook hiervoor zijn gegevens onontbeerlijk.
Natuurlijk kan dit maar succesvol zijn als de burger gelooft in deze aanpak. Hoe kunnen we die relatie van vertrouwen opbouwen?
Dat kan alleen door transparant te communiceren. We moeten burgers en patiënten kunnen uitleggen waarom dit zo belangrijk is, bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van nieuwe therapieën. Ook de industrie, die actief is op het vlak van medische technologieën, draagt een grote verantwoordelijkheid om dat belang voor onze burgers duidelijk aan te tonen. De industrie moet er mee voor zorgen dat er vertrouwen is in het gebruik van gegevens voor gezondheidszorg.
Als onze burgers hun gegevens ter beschikking stellen, dan mag er iets voor in de plaats staan. We moeten onze verantwoordelijkheid tonen en het vertrouwen van de burgers meteen ook verdienen. Want ook dit cliché is waar: voor wat, hoort wat, en hier heeft de HDA een cruciale rol te spelen.
Ik dank u.