Communiqué de presse

Minister Vandenbroucke zet ziekenhuishervorming door met de hervorming van de financiering van de klinische biologie

In het kader van de ziekenhuishervorming heeft minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke beslist om de terugbetaling van de diensten geleverd door de klinische labo’s vanaf 1 januari 2024 met 15% te verminderen. De vrijgekomen middelen, geschat op 223 miljoen euro, zullen aangewend worden om andere projecten in de gezondheidszorg te financieren. “We moeten niet alleen investeren in onze gezondheidszorg, maar er ook voor zorgen dat de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet”, aldus Frank Vandenbroucke. Tegelijkertijd neemt de minister bijkomende maatregelen om patiënten meer zekerheid te bieden over de kostprijs van hun behandeling, door de supplementen aan te pakken: “Wij willen dat patiënten altijd duidelijk geïnformeerd zijn over wat ze betalen voor hun zorg en dat supplementen vooraf expliciet worden afgesproken.” Een van die maatregelen ligt vandaag ter stemming voor in het Parlement.

In januari 2022 kondigde minister Vandenbroucke aan dat hij in het kader van de ziekenhuishervorming zou ingrijpen in de terugbetaling van de klinische labo’s. Uit analyse van de boekhoudkundige gegevens blijkt namelijk dat er een significante marge bestaat op onderzoeken in de klinische biologie. Daarom heeft minister Vandenbroucke besloten om de terugbetaling binnen het RIZIV-budget aan te passen, waardoor de vrijgekomen middelen gebruikt kunnen worden voor andere doeleinden. Een koninklijk besluit voorziet deze wijziging vanaf 1 januari 2024.

Concreet betekent dit dat de klinisch-biologische laboratoriumdiensten minder, maar nog steeds voldoende, zullen worden vergoed. Het RIZIV zal hen slechts 85% van de huidige vergoeding voor dezelfde diensten betalen. Met deze beslissing wordt er 223 miljoen euro vrijgemaakt, die elders in onze gezondheidszorg gebruikt zal worden. Zo zal er bijvoorbeeld 46 miljoen euro geïnvesteerd worden in de financiering van de hervorming van de nomenclatuur (waarvan de helft naar de huisartsengeneeskunde en de helft naar de gespecialiseerde geneeskunde). De patiënt zelf zal van de vermindering niets voelen, het remgeld verandert namelijk niet.

Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke: "Deze regering investeert massaal in gezondheidszorg. Maar we moeten ook de reeds beschikbare middelen zo goed en efficiënt mogelijk inzetten. De verbeterde technieken zorgen ervoor dat de gezondheidszorg erop vooruitgaat, maar dus ook dat analyses in labo’s goedkoper kunnen. Als er in de klinische biologie significante winstmarges zijn bij analyses, moeten we ingrijpen. Met het geld dat vrijkomt, kunnen we andere projecten financieren. Dat gaan we nu ook doen.”

Naast deze nieuwe maatregel wil minister Vandenbroucke ervoor zorgen dat labo’s deze inkomensdaling niet doorrekenen aan de patiënt. Hij neemt daarom bijkomende maatregelen om patiënten meer zekerheid te bieden over de kostprijs van hun behandeling. Om dit te doen, pakt hij de supplementen aan.

Er zijn twee soorten supplementen voor een factuur klinische biologie: ereloonsupplementen en supplementen voor administratieve kosten.

Ten eerste dient de patiënt uitdrukkelijk in te stemmen met eventuele ereloonsupplementen, die onder bepaalde voorwaarden aangevraagd kunnen worden voor klinische labo’s.

Daarnaast zullen ook andere supplementen, zoals de administratieve vergoeding die het laboratorium nu soms in rekening brengt, niet meer mogelijk zijn. Deze bedragen werden tot nu toe eenzijdig door de labo’s vastgesteld om de kosten van staalafname, facturatie en transport van stalen te dekken, en moesten volledig door de patiënt worden gedragen. Dit verbod ligt vandaag ter stemming voor in het parlement, en zou in het voorjaar 2024 in werking moeten treden.

Frank Vandenbroucke : “We hervormen het gezondheidszorgsysteem en herzien tegelijkertijd de financiering van dit systeem. Het is belangrijk om patiënten in dit proces zekerheid te blijven bieden over de kostprijs van hun behandeling, om een verschuiving van overheidsfinanciering naar financiering door de patiënt te voorkomen. Wij willen dat patiënten altijd duidelijk geïnformeerd zijn over wat ze betalen voor hun zorg en dat toeslagen vooraf expliciet worden afgesproken.”