Frank Vandenbroucke wil betere zorg aan patiënten in woonzorgcentra bieden

Alzheimer-patiënten en patiënten met dementie verdienen de best mogelijke zorgen. Ook wanneer ze in een woonzorgcentrum verblijven. Voor deze patiënten is het vaak niet evident om naar hun arts-specialist te gaan, naar een neuroloog, een psychiater, een neuropsychiater of een geriater. Dit gebrek aan follow-up verhindert vaak een vroege diagnose en behandeling van dementie.

 

Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke wil dit probleem daarom aanpakken en artsen-specialisten  vaker woonzorgcentra laten bezoeken indien de behandelende huisarts dit vraagt en dit in het belang van de bewoners.

 

Op de volgende agenda van de Technisch Geneeskundige Raad (3 oktober) ligt daarom een voorstel op tafel om een vergoeding te voorzien voor een bezoek van deze artsen-specialisten aan een patiënt in een woonzorgcentrum, en dit op vraag van de behandelende huisarts. Het spreekt voor zich dat deze artsen-specialisten tijdens dit bezoek de nodige tijd moeten kunnen uittrekken om de patiënt te zien en te onderzoeken, maar ook om in overleg te gaan met de huisarts, de verpleegkundigen en andere zorgverstrekkers van het woonzorgcentrum; maar ook de familie en mantelzorgers. Daarom wordt een honorarium van 127,73 euro voorgesteld. 

 

Frank Vandenbroucke: “Deze maatregel is cruciaal voor het welzijn van patiënten die in woonzorgcentra verblijven. Deze mensen zijn niet altijd in de mogelijkheid om zich te verplaatsen naar de dokter, dus moeten we de zorg naar hen toebrengen. We zorgen hiermee voor nabije zorg, in samenwerking met alle betrokken zorgverleners en afgestemd op de noden van de patiënt.” 

 

Tot slot heeft het Kenniscentrum de opdracht gekregen om onderzoek te doen naar de beste praktijken voor een zorgpad bij beginnende dementie. Dit onderzoek is lopende. Het KCE streeft ernaar zo snel mogelijk een kwalitatief resultaat te presenteren, rekening houdend met de afwerking van andere lopende onderzoeken.