Thuisverpleegkundigen zullen meer steun kunnen krijgen van zorgkundigen
Als we hoogstaande zorg in ons land ook in de toekomst willen verzekeren, moeten we niet alleen volop blijven investeren in onze gezondheidszorg, maar ook de inzet van ons zorgpersoneel herbekijken. Het Verzekeringscomité van het RIZIV heeft alvast het licht op groen gezet om ervoor te zorgen dat in de sector van de thuisverpleging welomlijnde zorgtaken nog meer dan vroeger door zorgkundigen kunnen worden uitgevoerd, en niet langer alleen door verpleegkundigen. "Thuisverpleegkundigen worden in de praktijk vaak nog onvoldoende naar waarde ingezet. Zo besteden ze nog veel tijd aan taken die even goed of beter door anderen kunnen worden gedaan. Dan denk ik bijvoorbeeld aan hygiënische basiszorgen", zegt minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke. "Deze hervorming is alvast een nieuwe stap vooruit om de druk op onze thuisverpleegkundigen te verlichten. Zo zullen thuisverpleegkundigen meer steun kunnen krijgen van zorgkundigen, en dus ook zelf meer tijd kunnen spenderen aan hun patiënt, maar ook zal élke zorgkundige kunnen doen waar hij of zij het best in is, en dat in samenwerking met anderen."
Met de vooruitgang van de geneeskunde en de stijgende levensverwachting is het aantal mensen met chronische aandoeningen flink toegenomen. De zorgvraag zal daardoor de komende jaren blijven stijgen. In de toekomst wordt de uitdaging om dus niet alleen voldoende, maar ook goed geschoold verzorgend personeel te vinden nog groter.
"Om de duurzaamheid van onze gezondheidszorg te garanderen, is het niet alleen een kwestie van investeren, maar ook van hervormen. De vraag die we ons daarbij moeten stellen is: hoe kunnen we de zorg anders organiseren en taken herverdelen binnen en tussen teams? Thuisverpleegkundigen worden in de praktijk vaak nog onvoldoende naar waarde ingezet. Zo besteden ze nog veel tijd aan taken die even goed of beter door anderen kunnen worden gedaan. Dan denk ik bijvoorbeeld aan hygiënische basiszorgen", zegt minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke.
"De beslissing van het Verzekeringscomité van het RIZIV is in die zin een nieuwe stap vooruit om de druk op onze thuisverpleegkundigen te verlichten door ervoor te zorgen dat ze meer zorgtaken kunnen delegeren aan zorgkundigen, die uiteraard deel uitmaken van een gestructureerd zorgteam. Zo zorgen we ervoor dat onze thuisverpleegkundigen niet alleen meer tijd kunnen spenderen aan hun patiënt, maar via taakdelegatie zorgt deze hervorming er ook voor dat elke zorgverlener kan doen waar hij het best in is, en dit in samenwerking met anderen."
Concreet, wat verandert er dan? In de sector van de thuisverpleging moest tot vandaag elk zorgteam - dat een patiënt opvolgt en wilde samenwerken met zorgkundigen - bestaan uit 4 verpleegkundigen. Door de beslissing van het Verzekeringscomité van het RIZIV hoeven dat voortaan maar 3 verpleegkundigen meer te zijn. Bovendien wordt het maximumpercentage (25%) van basisverstrekkingen die aan een zorgkundige binnen het zorgteam kunnen worden toevertrouwd, nu losgelaten. Of anders gezegd: zorgkundigen in de thuiszorg zullen meer basisverstrekkingen mogen uitvoeren dan vandaag het geval is. Uiteraard is het aan de thuisverpleegkundige om, na een bezoek aan de patiënt, te beoordelen welke taken precies aan de zorgkundige gedelegeerd kunnen worden. Ook zullen zorgkundigen nu - onder voorwaarden - ingezet mogen worden in de palliatieve thuiszorg, wat voordien niet mogelijk was.
Frank Vandenbroucke: "We hebben nood aan verschillende profielen om alle verschillende zorgtaken in te vullen, ook in de thuiszorg. Daar speelt ook mijn bredere hervorming van het verpleegkundig beroep op in, door onder meer taken te verschuiven, elke schakel in de zorgladder in zijn waarde te kennen en het beroep van verpleegkundige te herwaarderen. Zo’n brede hervorming is écht nodig om onze verpleegkundige zorg klaar te stomen voor de toekomst én de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg te verhogen."
Na deze goedkeuring door het Verzekeringscomité volgt nu het verdere reglementaire proces alvorens te kunnen publiceren in het Belgische Staatsblad. Het KB - dat deze beslissing moet bekrachtigen - treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na publicatie. De minister hoopt dat deze hervorming concreet en op het terrein kan toegepast worden ten laatste begin 2024.