Hervorming van het verpleegkundig beroep
Gezondheid is ons allerhoogste goed. Investeren in onze gezondheidszorg is investeren in ons allen. Van bij haar aantreden, in oktober 2020, investeerde deze regering miljarden euro’s om ons door de gezondheidscrisis te loodsen én ons zorgpersoneel te ondersteunen én te versterken: voor meer handen aan het bed, een betere verloning, en betere werkomstandigheden. Met betaalde opleidingen op de werkvloer moedigen we mensen buiten de zorg bovendien aan de overstap naar de zorg te maken en zorgen we ervoor dat jongeren onmiddellijk na hun studie in de zorg aan de slag kunnen. Omdat de personeelsschaarste zo acuut is, namen we ook een aantal noodmaatregelen: zo hebben we het gedurende de pandemie (tot 1 april jongstleden) voor gepensioneerden, jobstudenten en vrijwilligers financieel interessanter gemaakt om tijdelijk in te springen; voor gepensioneerden wordt dit verlengd tot 1 oktober 2023. Ondanks al die inspanningen en investeringen is het duidelijk dat - in samenspraak met alle betrokkenen in de zorg - een allesomvattend plan nodig is om onze zorgberoepen aantrekkelijker te maken in de toekomst. Samen met de sociale partners van de federale zorgsectoren werken we daarom verder aan onder meer de Toekomstagenda voor het Zorgpersoneel.
“Als we hoogstaande zorg in ons land willen blijven verzekeren, moeten we niet alleen volop blijven investeren in onze gezondheidszorg, maar ook de inzet van ons zorgpersoneel herbekijken. Zo is een brede hervorming van onze verpleegkundige zorg nodig om iedereen klaar te stomen voor de toekomst én de aantrekkelijkheid van het beroep te verhogen. Dit wil zeggen dat we niet alleen de verpleegkundige profielen, maar ook verpleegkundige handelingen in hun geheel onder de loep nemen en dit met één doel: alle verpleegkundigen in de praktijk naar waarde inzetten.” - Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Als we hoogstaande zorg in ons land ook in de toekomst willen verzekeren, moeten we niet alleen volop blijven investeren in onze gezondheidszorg, maar ook de inzet van ons zorgpersoneel herbekijken. We hebben nood aan vele nieuwe handen, maar ook aan verschillende verpleegkundige profielen om alle verschillende zorgtaken - gaande van intensieve zorg in een ziekenhuis tot thuisverpleging - in te vullen. Met de vooruitgang van de geneeskunde en de stijgende levensverwachting is het aantal mensen met chronische aandoeningen flink toegenomen. De zorgvraag zal daardoor de komende jaren blijven stijgen en bovendien wordt die chronische zorg - maar ook de acute zorg - steeds gespecialiseerder. Naar de toekomst toe wordt de uitdaging om niet alleen voldoende, maar ook goed geschoold verzorgend personeel te vinden nog groter.
Om de duurzaamheid van onze gezondheidszorg te garanderen, is het dus onze plicht om ons te bezinnen over een adequate inzet van het zorgpersoneel: hoe kunnen we de zorg anders organiseren en taken herverdelen binnen en tussen teams? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de zorg op een meer geïntegreerde manier georganiseerd wordt en knowhow gedeeld kan worden tussen de verschillende leden van een multidisciplinair team?
1. Waarom (ook) een brede hervorming van het verpleegkundig beroep noodzakelijk is?
Ondanks de vastgestelde tekorten worden verpleegkundigen in de praktijk vaak nog onvoldoende naar waarde ingezet. Zo wordt nog veel tijd gespendeerd aan taken die even goed of beter door anderen kunnen worden gedaan, denk aan administratie, huishoudelijke taken of hygiënische basiszorgen.
Maar evengoed is de autonomie van de verpleegkundige vaak nog te beperkt om hun competenties ten volle te benutten. Zo heeft een verpleegkundige nog steeds een doktersvoorschrift nodig om een pijnstiller toe te dienen aan een patiënt, of is er nog geen wettelijke regeling om de autonomie van verpleegkundig specialisten - zijnde verpleegkundigen met een masteropleiding die minstens 6 jaar gestudeerd hebben - te versterken. De inzet van verpleegkundig specialisten kan nochtans een enorme meerwaarde hebben voor onder meer de opvolging van patiënten met chronische aandoeningen.
Een brede hervorming is dus écht nodig om onze verpleegkundige zorg klaar te stomen voor de toekomst én de aantrekkelijkheid van het beroep te verhogen. Dit wil zeggen dat we niet alleen de verpleegkundige profielen onder de loep nemen, maar ook de lijst van verpleegkundige handelingen in zijn geheel. Zo bekijken we of andere zorgverstrekkers – die uiteraard deel uitmaken van een gestructureerd zorgteam - verpleegkundige handelingen kunnen stellen en dat binnen een correct juridisch kader. Maar evengoed bekijken we welke nieuwe taken kunnen worden toebedeeld aan verpleegkundigen.
1.1. Een nieuwe visie op de taken van de verpleegkundigen
Op verzoek van de regering heeft minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, een onafhankelijke werkgroep van experten de opdracht gegeven aanbevelingen uit te werken omtrent de mogelijkheden van taakdifferentiatie[1], taakdelegatie[2] en taakverschuiving[3] met betrekking tot de verpleegkundige zorg.
Deze werkgroep 'taakdifferentiatie, taakdelegatie en taakverschuiving' werd geleid door Ann Van Hecke, professor Verplegingswetenschap aan de UGent, en was zeer divers samengesteld met verpleegkundigen, zorgkundigen, artsen en leden van de FOD Volksgezondheid, met ondersteuning vanuit de beleidscel. De werkzaamheden vonden plaats tussen midden december en midden april, waarna het eindverslag werd overgemaakt aan de minister.
De minister vroeg aan de werkgroep om met een zeer kritische bril naar de wet op de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en de bijhorende uitvoeringsbesluiten te kijken, en na te gaan welke aanpassingen noodzakelijk en wenselijk zijn om tot een passende taakverschuiving en taakdifferentiatie te komen met betrekking tot de verpleegkundige zorg. Hierbij vroeg de minister om out of the box te denken en zowel te kijken welke taken verschoven kunnen worden naar niet-zorgberoepen of andere zorgberoepen, als naar taken die verschoven kunnen worden van artsen naar verpleegkundigen en waarbij dus het profiel van de verpleegkundige versterkt kan worden.
Het eindverslag bevat een reeks zeer belangrijke en zeer concrete voorstellen waar we op basis van overleg verder mee aan de slag willen. Het verslag zelf is bijzonder technisch, maar van een onschatbare waarde om verder werk te kunnen maken van de noodzakelijke hervormingen. Het geeft de richting aan die we moeten bewandelen.
Welke handelingen zijn nu voorbehouden voor verpleegkundigen, maar hoeven dit eigenlijk niet langer te zijn? Is het nog langer te verantwoorden dat enkel een verpleegkundige de temperatuur van iemand kan meten? Of dat enkel een verpleegkundige een geneesmiddel dat vrij verkrijgbaar is kan toedienen, bovendien enkel op voorschrift van een arts? Moeten we daar niet ergens de rol van de patiënt en de bredere bevolking in durven te versterken, waarbij de patiënt zelf kan beslissen wie hij of zij vertrouwt om het geneesmiddel toe te dienen, en waarbij de persoon in kwestie de duidelijke indicaties van de apotheker, zoals weergegeven op de verpakking, respecteert? Op welke manier kunnen we beter inzetten op zorgondersteuning, waardoor de niet-verpleegkundige taken uit handen worden genomen door ondersteunend personeel? Wat is er nodig om de zorg meer te delen binnen interdisciplinaire equipes, waardoor de zorg minder exclusief op de schouders van de verpleegkundige terecht komt? En op welke manier kunnen we de rol en de autonomie van verpleegkundigen versterken, opdat zij versterkt worden in hun talent, en dus ten volle hun essentiële rol in onze gezondheidszorg kunnen vervullen?
De implementatie van de aanbevelingen vraagt uiteraard verder overleg, met de gemeenschappen en de sociale partners, alsook het aanvragen van advies over verschillende punten aan de officiële adviesorganen. Dit proces wordt nu in gang gezet, met de uitdrukkelijke bedoeling zoveel mogelijk elementen nog deze legislatuur te realiseren, met een eerste reeks realisaties in de loop van de zomer en een tweede reeks tegen het einde van dit jaar.
1.2. Een nieuwe zorgladder
Deze elementen vullen de reeds lopende oefening omtrent de nieuwe zorgladder in de verpleegkunde aan, waarbij we werk maken van de uitrol van een toekomstgericht functiemodel in de verpleegkunde. Het vertrekpunt voor de ‘nieuwe zorgladder’ is gebaseerd op een aanbeveling die stand is gekomen in een interfederale Taskforce Zorgladder. In de nieuwe zorgladder zal elk profiel zijn plaats hebben. We maken de verschillen tussen verpleegkundige profielen en de manier waarop ze elkaar aanvullen duidelijker, én we zorgen tegelijk voor haalbare doorgroeimogelijkheden. Hierbij werken we aan een herziening van de functie van de zorgkundige, de invoering van de functie van de basisverpleegkundige, de herziening van de rol van de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg en verschillende specialisaties in de verpleegkunde en de invoering van de functies van de verpleegkundig specialist en de klinisch verpleegkundig onderzoeker. Dat regelgevend werk wordt de komende maanden verdergezet.
1.3. Een regeling voor de bekwame helper
Daarnaast wordt nu werk gemaakt van de invoering van het statuut van bekwame helper, waarbij bepaalde verpleegkundige zorg op een legale manier gedelegeerd kan worden naar een bekwame helper. Een bekwame helper is iemand die zélf geen verpleegkundige is, maar in het kader van zijn of haar beroep of een vrijwillige activiteit - buiten een zorginstelling - toch één of meerdere verpleegkundige handelingen wil en mag verrichten. De parlementaire besprekingen van het wetsontwerp 'bekwame helper' gaan morgen van start. Het uitvoeringsbesluit moet volgen tegen eind september 2023. Dit is een doorbraak, in de eerste plaats voor de kwaliteit van leven van patiënten, niet het minst van chronisch zieken. Maar ook voor de kwaliteit van leven van wie zorg geeft, denk aan mantelzorgers: zo kunnen ze zorg delen en af en toe eens tijd nemen voor zichzelf. Ten derde zullen mensen die zorg willen en kunnen geven, dat met een gerust hart kunnen doen, wat door de huidige wet niet kon.
Met deze nieuwe visie op de taken van de verpleegkundigen, met een nieuwe zorgladder en met een regeling voor de bekwame helper komen we tot een alomvattend plan voor de hervorming en modernisering van het verpleegkundig beroep. We zorgen voor interessante functies binnen het verpleegkundig beroep, die beschikken over de nodige autonomie om hun talent ten volle tot hun recht te laten komen en waarbij interessante doorgroeimogelijkheden binnen het beroep mogelijk zijn. Tegelijkertijd zorgen we ervoor dat verpleegkundigen zich kunnen focussen op hun kerncompetenties.
2. Morgen startschot in de Kamer
Morgen, dinsdag 25 april, gaan in de Kamer de eerste besprekingen van start omtrent twee wetsontwerpen: een eerste wetsontwerp waarbij we in de WUG-wet de functies van ‘basisverpleegkundige’ en ‘klinisch verpleegkundig onderzoeker’ invoeren, en een tweede wetsontwerp ‘bekwame helper’ waarbij we het statuut van de bekwame helper in de WUG-wet verankeren. Voor beide wetsontwerpen zullen de komende maanden de bijhorende uitvoeringsbesluiten volgen.
Om de globale hervorming die we voor ogen hebben uit te voeren, zijn na de goedkeuring van deze twee wetsontwerpen nog de volgende initiatieven nodig:
- Met betrekking tot de aanbevelingen van de werkgroep 'taakdifferentiatie, taakdelegatie en taakverschuiving':
- Herziening van de functie van logistiek assistent in de zorg;
- Modernisering van het KB 1990 betreffende de verpleegkundige handelingen, met:
- Uitzuivering (een aantal handelingen worden geschrapt van de lijst);
- Bepaling van een lijst van handelingen die behoren tot het dagelijks leven en niet langer te beschouwen zijn als een exclusief verpleegkundige handeling, maar waarvoor wel een reglementering nodig is.
- Herformulering van een reeks handelingen;
- Een opsplitsing tussen delegeerbare en niet-delegeerbare handelingen.
- Integratie in de Wet op de Uitoefening op de Gezondheidszorgberoepen van de notie van de gestructureerde equipe, waarbij de bevoegdheid van zorgberoepen kan worden uitgebreid met bepaalde verpleegkundige handelingen, op voorwaarde dat er gewerkt wordt binnen een gestructureerde equipe en de persoon in kwestie over de aantoonbare bekwaamheid beschikt om de handeling correct uit te voeren. De verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg coördineert de verpleegkundige zorg binnen het team.
- Tot slot wordt er bekeken voor welke beroepen de bevoegdheden voor de volledige beroepsgroep kunnen worden uitgebreid opdat verpleegkundigen verder ontlast kunnen worden.
Timing: eind 2023.
- Met betrekking tot de nieuwe zorgladder:
- Herziening opleidingsvoorwaarden voor zorgkundigen, én hernieuwd competentieprofiel;
- Integratie in de reglementering van de nieuwe functie van de basisverpleegkundige, via een Koninklijk Besluit dat de nieuwe wettelijke bepaling uitvoert. Op deze manier verzekeren we de essentiële rol van verpleegkundigen met een hbo5-opleiding in onze gezondheidszorg;
- Herziening van de functie van de verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg, met extra autonomie en nieuwe rollen;
- Herziening van de regeling rond specialisaties in de verpleegkunde, waardoor we nog meer kunnen inzetten op de competenties van verpleegkundigen;
- Uitvoering van de functie van verpleegkundig specialist, om deze naar waarde in te zetten iin onze gezondheidszorg en zodat ze hun rol kunnen spelen.
- Integratie in de reglementering van de functie van de klinisch verpleegkundig onderzoeker, via een Koninklijk Besluit dat de nieuwe wettelijke bepaling uitvoert.
Timing: een eerste luik tegen de zomer van 2023, een tweede luik tegen eind 2023.
- Met betrekking tot het statuut van bekwame helper:
De ambitie is om tegen eind september het statuut van bekwame helper helemaal wettelijk én in de praktijk mogelijk te maken via het aangenomen wetsontwerp en het bijhorende Koninklijk Besluit. Eens zo ver zal ook de website bekwamehelper.be operationeel zijn. Daar zal je alle nodige informatie vinden: wat je moet doen om bekwame helper te worden, de voorwaarden waar je aan moet voldoen, net als de precieze omstandigheden waarin je kunt optreden als bekwame helper.
Timing: eind september 2023.
Het rapport van de werkgroep vindt u als bijlage: werkgroep_groupedetravail.pdf
Alsook de bijlagen bij het rapport: bijlage 1 - annexe 1.pdf & Tabel 2 NL.pdf
[1] Taakdifferentiatie: het creëren van functies met verschillende te onderscheiden taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen dezelfde beroepsgroep.
[2] Taakdelegatie: het in opdracht van een bevoegde beroepsbeoefenaar uitvoeren van taken door niet-zelfstandig bevoegde zorgprofessionals. Hierbij dienen beide partijen overtuigd te zijn van de bekwaamheid van de opdrachtnemer en is er de mogelijkheid van toezicht (supervisie) en eventuele tussenkomst van de opdrachtgever.
[3] Taakverschuiving: het structureel herschikken/herverdelen/verschuiven van taken/handelingen tussen beroepsgroepen (bestaande/nieuwe), die vervolgens zelfstandig bevoegd worden voor het uitvoeren van en tuchtrechtelijk aansprakelijk zijn voor de betreffende handelingen.