Communiqué de presse

Hogere tarieven voor geconventioneerde kinesisten. Remgelden voor patiënten blijven dezelfde

De federale regering keurde vrijdag op de ministerraad de nieuwe conventie voor de kinesitherapeuten goed op voorstel van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke. Er wordt een aanzienlijke investering van 132 miljoen euro gedaan in de sector van de kinesitherapie. Dit betekent dat de begroting voor de kinesitherapie niet alleen stijgende prijzen volgt, maar bovenop de inflatie ook nog een groei van de uitgaven toelaat van 3,4 procent. Patiënten betalen nog steeds hetzelfde, want aan de remgelden wijzigt niets.

“Toegankelijke en betaalbare zorg is een absolute prioriteit. In tijden dat de prijzen stijgen, moeten we patiënten beschermen, en garanderen dat ze geen zorg uitstellen om financiële redenen. Kinesitherapeuten die geconventioneerd zijn, zorgen daarvoor, omdat ze de vooraf afgesproken tarieven volgen. Deze investering die we nu doen, ondersteunt kinesitherapeuten die zich conventioneren. Het bedrag dat de patiënt zelf moet betalen verandert niet”, zegt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke.

Het budget voor terugbetalingen voor kinesitherapeuten stijgt van 988 miljoen euro in 2022 naar 1.120 miljoen euro in 2023: een stijging met 132 miljoen euro op één jaar tijd, een toename met 13,4 procent, of 3,4 procent boven op de inflatie. “Gezien de moeilijke economische en budgettaire toestand van ons land waar we met z’n allen mee te maken hebben, is dit toch een belangrijke inspanning, maar ze was ook nodig”, zegt Vandenbroucke. “Deze inhaalbeweging laat toe om de officiële tarieven voor de geconventioneerde kinesitherapeuten te verhogen, zonder dat het remgeld van de patiënten stijgt.”

Concreet gaat het om 99 miljoen euro om de prijsstijgingen waar ook kinesitherapeuten mee te maken hebben voor een deel op te vangen door te indexeren. Daar komt nog een extra van 25 miljoen euro bovenop die toelaat om de tarieven voor bepaalde verstrekkingen nog meer te laten stijgen dan enkel de inflatie. De overige middelen (8 miljoen euro) betreffen technische ramingen die het RIZIV jaarlijks maakt. Dat houdt de groei in die sowieso was voorzien binnen de gezondheidsbegroting.

Het bestaande verschil in terugbetaling tussen geconventioneerde en niet-geconventioneerde kinesitherapeuten blijft behouden. Op die manier wordt het geld van de ziekteverzekering in de eerste plaats ingezet voor geconventioneerde kinesitherapeuten. Dit wil zeggen de kinesitherapeuten die geen extra euro’s aanrekenen bovenop de officiële tarieven. Het zijn de officiële tarieven die nu worden verhoogd. Vandenbroucke: “De geconventioneerde kinesitherapeuten verdienen onze prioritaire aanmoediging en steun, want zij zorgen voor tariefzekerheid en betaalbaarheid, en dat is heel belangrijk voor alle patiënten.” Het wordt met andere woorden aantrekkelijker om te kiezen voor conventionering. Vandenbroucke liet eerder al weten dat hij 100 miljoen euro voorziet om geconventioneerde zorgverstrekkers te ondersteunen om onder meer de stijgende energieprijzen het hoofd te bieden. 16,2 miljoen euro daarvan zou naar de kinesitherapie gaan. Op basis van de huidige cijfers zou dit betekenen dat een geconventioneerde kinesitherapeut 1.197 euro krijgt.