Communiqué de presse

100 miljoen euro voor geconventioneerde zorgverleners

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke investeert in 2023 100 miljoen euro in de ondersteuning van volledig geconventioneerde zorgverleners. Volgens Vandenbroucke "verdienen zorgverleners die vasthouden aan de vastgelegde zorgtarieven - en dus stijgende kosten niet doorrekenen aan hun patiënten - die extra steun."

Zorgverleners - artsen, kinesitherapeuten, tandartsen, logopedisten, vroedvrouwen, enz – worden geconfronteerd met stijgende kosten, terwijl de voorziene indexering van hun honoraria deze kostenstijgingen niet meteen aan hetzelfde ritme compenseren. In die omstandigheden verdienen zorgverleners die zich aan de officiële tarieven houden en stijgende kosten dus niet doorrekenen aan hun patiënten, steun.

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke en de Algemene Raad van het Riziv in voorzien vanaf 2023 100 miljoen structurele financiering, die in 2023 gebruikt wordt voor een kostencompensatie voor volledig geconventioneerde zorgverleners.

Tegelijkertijd wordt een diepgaande reflectie-oefening opgestart omtrent het conventiemodel, met als doel de huidige trend van 'deconventionering' (vooral bij kinesistherapeuten, logopedisten, sommige artsen-specialisten) tegen te gaan. "We moeten erover waken dat onze zorg toegankelijk blijft," zegt Vandenbroucke. "Als zorgverleners de officiële tarieven niet toepassen en extra's aanrekenen, komt de toegankelijkheid van onze zorg steeds meer onder druk. Dat moeten we koste wat het kost vermijden."

 

Wie krijgt wat?

De premie zal gelden voor artsen, tandartsen, vroedvrouwen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, logopedisten, orthopedisten, bandagisten, opticiens, audiciens, apothekers en apothekers-biologen die volledig geconventioneerd zijn, en dit gericht op hun ambulante praktijk.

Van de 100 miljoen gaat 8,3 miljoen euro naar apotheken, die allemaal hetzelfde bedrag ontvangen (1.790 euro per apotheek).

De helft van de resterende 91,7 miljoen wordt verdeeld op basis van een gelijk bedrag per volledig geconventioneerde zorgverlener die aan de activiteitsdrempel voldoet, ongeacht de sector.

De andere helft van deze 91,7 miljoen wordt verdeeld over de betrokken sectoren op basis van het aantal zorgverstrekkers die aan de activiteitsdrempel voldoet. Dit bedrag wordt vervolgens

binnen de betrokken sector toegekend aan de individuele verstrekker pro rato het aantal volledig geconventioneerde zorgverleners die aan de activiteitsdrempel voldoen. Zo zullen zorgverleners die in de conventie blijven of stappen - in een sector met een hoger 'deconventie'-percentage - een extra stimulans krijgen.

De onderstaande cijfers zijn indicatief, en hangen af van het aantal volledig geconventioneerde zorgverleners en het aantal dat aan de activiteitsdrempel voldoet.